Yuverta

PV tegenwoordige tijd - Havo 1

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT)
Je leert hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet schrijven. 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT)
Je leert hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet schrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling: PVTT

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Hoe bepaal je hoe je de pv op de goede manier spelt in de tt? 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Hoe spel je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)? 


Slide 5 - Tekstslide

PVTT
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
C
De oude man verstuurde de brief.
D
De oude man heeft de brief verstuurd.

Slide 6 - Quizvraag

PVTT
Hij .... (branden) zijn vingers aan de pan.
A
Brandt
B
Brand

Slide 7 - Quizvraag

pvtt
Morgen ..(vluchten) wij naar Spanje.
A
vluchte
B
vluchtte
C
vluchten
D
vluchtten

Slide 8 - Quizvraag

pvtt
Ik ...(worden) morgen 14.
A
word
B
wordt

Slide 9 - Quizvraag

pvtt
De speeltuincommissie ... (beraden) zich op een nieuw klimtoestel.
A
beraad
B
beraadt

Slide 10 - Quizvraag

PVTT
Hoe lang .... hij het ... (uithouden)?
A
houd...uit
B
hout...uit
C
houdt...uit

Slide 11 - Quizvraag

PVTT
A
Pien onthoud alles.
B
Sien onthoudt alles.

Slide 12 - Quizvraag

Hij (geloven, pvtt) mij niet.
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt

Slide 13 - Quizvraag

pvtt
Wat (voorspellen) het weerbericht?
A
voorspeld
B
voorspel
C
voorspelt
D
voorspelde

Slide 14 - Quizvraag

Wie _____(durven pvtt) er niet in de achtbaan?
A
durfd
B
durft
C
durfdt
D
geen idee

Slide 15 - Quizvraag

pvtt

Daar (worden) je toch gelukkig van?
A
word
B
wordt

Slide 16 - Quizvraag

PVTT
A
Hij bediend
B
Hij bedient
C
Hij bediendt

Slide 17 - Quizvraag

Tijd om te oefenen. 


Maak de oefeningen op het A4-tje. We behandelen deze klassikaal als iedereen klaar is
Onderstreep het onderwerp en vul de juiste vorm van de pvtt in

Slide 18 - Tekstslide

Hoe goed kun je nu de pv in de tt spellen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll