Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
ik-vorm van werkwoorden
Stillezen
timer
25:00
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stillezen
timer
25:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we verder doen?
les doel
stam + ik vorm uitleg
oefenen
werkbladen maken
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een werkwoord?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de stam van werkwoord?
Slide 4 - Open vraag
Stam
De stam van het werkwoord =
hele werkwoord zonder -en
:
fietsen - fiets
lopen - lop
praten - prat
verhuizen - verhuiz
Slide 5 - Tekstslide
Ik-vorm
De ik-vorm is het werkwoord dat achter ‘ik’ komt te staan.
Lijkt vaak op de stam maar soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.
Bijvoorbeeld bij het ww:
proeven
stam
= proe
v
ik-vorm
= proe
f
(ik proef)
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de stam van 'lopen'?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de ik-vorm van het woord "lopen"?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de stam van 'verven'
Slide 9 - Open vraag
Wat is de ik-vorm van het woord "verven"?
Slide 10 - Open vraag
Noem de ik-vormen van de volgende werkwoorden:
Bakken, raken, verhuizen.
Slide 11 - Open vraag
Wat is de stam en ik-vorm van het werkwoord 'komen'?
A
Stam: ko, Ik-vorm: kom
B
Stam: kom, Ik-vorm: kom
C
Stam: kom, Ik-vorm: komt
D
Stam: kom, Ik-vorm: ko
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noteer je de stam en ik-vorm van het werkwoord 'spelen'?
A
Stam: speel, Ik-vorm: speelt
B
Stam: sp, Ik-vorm: spel
C
Stam: spel, Ik-vorm: spelen
D
Stam: spel, Ik-vorm: speel
Slide 13 - Quizvraag
Welke zijn de stam en ik-vorm van het werkwoord 'werken'?
A
Stam: wer, Ik-vorm: werk
B
Stam: werk, Ik-vorm: werkt
C
Stam: werk, Ik-vorm: werk
D
Stam: werken, Ik-vorm: werk
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn de stam en ik-vorm van het werkwoord 'lezen'?
A
Stam: lees, Ik-vorm: lees
B
Stam: lez, Ik-vorm: lees
C
Stam: lezen, Ik-vorm: lees
D
Stam: lees, Ik-vorm: leest
Slide 15 - Quizvraag
Hoe worden de stam en ik-vorm van het werkwoord 'schrijven' genoteerd?
A
Stam: schrij, Ik-vorm: schrijf
B
Stam: schrijf, Ik-vorm: schrijft
C
Stam: schrijven, Ik-vorm: schrijf
D
Stam: schrijv, Ik-vorm: schrijf
Slide 16 - Quizvraag
Wat heb jij geleerd deze les?
Slide 17 - Open vraag