Yuverta

Present tenses

What are we going to do today?
- Present tenses
- Woordenschat oefenen



Lesson goal: at the end of the class you know how to use the present tenses in a correct way. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

What are we going to do today?
- Present tenses
- Woordenschat oefenen



Lesson goal: at the end of the class you know how to use the present tenses in a correct way. 

Slide 1 - Tekstslide

Grammar E1 - Present Tenses
Present Simple: normale tegenwoordige tijd. 
bijvoorbeeld: I walk, she walks, we walk. 
Gebruiken bij: feiten, gewoontes, regelmatige gebeurtenissen.


Present Continuous: duurvorm tegenwoordige tijd. 
bijvoorbeeld: I am walking, she is walking, we are walking. 
Gebruiken bij: dingen die NU gebeuren of iets wat iemand NU doet.

Slide 2 - Tekstslide

Grammar E1: Present Tenses
Bij Present Continuous zijn er vaak signaal woorden waar je op kunt letten: at the moment, now, at this time. 

Bij de Present Simple zijn deze er ook: usually, always, often, every day. 

Slide 3 - Tekstslide

Do: 
Exercise 25, 26 & 27. 
Finished? Study vocabulary A + C blz 72/73
of via Slim Stampen
of via: https://studygo.com/nl/learn/groups/224978/join?key=061ae24

Slide 4 - Tekstslide

Grammar E2: Tag questions
Een tag question is iets wat je aan het einde van de zin toevoegt om bevestiging te vragen. In het Nederlands is dat het woordje: toch? 

Als het een positive zin is, is the tag question negative:
He is a strict teacher, isn't he. 

Je herhaalt dus het eerste werkwoord: is en zet deze in een ontkennende vorm

Slide 5 - Tekstslide

Grammar E2: tag questions
Is de zin negative, dan zet je de tag question in een positive vorm: You aren't my English teacher, are you? 

De tag question komt dus altijd NA de komma. Het eerste werkwoord is dus of positief of negatief. Een negatief werkwoord heeft het woordje: not erachter. 

Slide 6 - Tekstslide

She is beautiful, .......
A
is she?
B
isn't she?

Slide 7 - Quizvraag

We aren't too late, ....
A
are we?
B
aren't we?

Slide 8 - Quizvraag

Grammar E2: tag questions
Met de werkwoorden: to be (am/are/is/was/were), modals (can/should) of to have herhaal je dus het werkwoord in de tag question. 
He can come too, can't he? 

Bij andere werkwoorden gebruik je een vorm van to do in de tag question. 
We collected money for charity, didn't we. 
She volunteers at the hostel, doesn't she. 
de tag question staat ook altijd in dezelfde tijd als de rest van de zin. 

Slide 9 - Tekstslide

Do: 
Exercise 28. 

Time left? Do ReadTheory.

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 11 - Woordweb