Yuverta

Wi_1m_Thema11_10_herhaling_Driehoeken en vierhoeken

Driehoeken en vierhoeken
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Driehoeken en vierhoeken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Driehoeken

    • Het verschil tussen een rechthoekige-, gelijkbenige en gelijkzijdige driehoek
    • De eigenschappen zijn van deze 3 driehoeken

    Let op: bekijk de videos. 

    Slide 2 - Tekstslide

    Vorige les: spiegelsymmetrisch / draaisymmetrisch?

    Slide 3 - Tekstslide

    Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
    allebei of niet symmetrisch?
    A
    Spiegelsymmetrisch
    B
    Draaisymmetrisch
    C
    Allebei
    D
    Niet symmetrisch

    Slide 4 - Quizvraag

    Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
    allebei of niet symmetrisch?
    A
    Spiegelsymmetrisch
    B
    Draaisymmetrisch
    C
    Allebei
    D
    Niet symmetrisch

    Slide 5 - Quizvraag

    Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
    allebei of niet symmetrisch?
    A
    Spiegelsymmetrisch
    B
    Draaisymmetrisch
    C
    Allebei
    D
    Niet symmetrisch

    Slide 6 - Quizvraag

    Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
    allebei of niet symmetrisch?
    A
    Spiegelsymmetrisch
    B
    Draaisymmetrisch
    C
    Allebei
    D
    Niet symmetrisch

    Slide 7 - Quizvraag

    Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
    allebei of niet symmetrisch?
    A
    Spiegelsymmetrisch
    B
    Draaisymmetrisch
    C
    Allebei
    D
    Niet symmetrisch

    Slide 8 - Quizvraag

    Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
    allebei of niet symmetrisch?
    A
    Spiegelsymmetrisch
    B
    Draaisymmetrisch
    C
    Allebei
    D
    Niet symmetrisch

    Slide 9 - Quizvraag

    Spiegelsymmetrisch, draaisymmetrisch,
    allebei of niet symmetrisch?
    A
    Spiegelsymmetrisch
    B
    Draaisymmetrisch
    C
    Allebei
    D
    Niet symmetrisch

    Slide 10 - Quizvraag

    0

    Slide 11 - Video


    Welke driehoek(en) zijn rechthoekige driehoeken?
    A
    Geen
    B
    Alleen 1
    C
    1 en 3
    D
    1, 3 en 5

    Slide 12 - Quizvraag

    0

    Slide 13 - Video

    0

    Slide 14 - Video

    Slide 15 - Tekstslide

    Slide 16 - Tekstslide

    Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een gelijkbenige- en een gelijkzijdige driehoek.

    Slide 17 - Open vraag

    Onthouden

      • Je weet het verschil tussen een rechthoekige-, gelijkbenige en gelijkzijdige driehoek
      • Je weet wat de eigenschappen zijn van deze 3 driehoeken


      Slide 18 - Tekstslide

      Rechthoekige driehoek
      Gelijkbenige driehoek
      Gelijkbenige driehoek
      Gelijkzijdige driehoek

      Slide 19 - Sleepvraag

      Noem 2 eigenschappen van een gelijkzijdige driehoek

      Slide 20 - Open vraag

      Noem 2 eigenschappen van een gelijkbenige driehoek

      Slide 21 - Open vraag

      Noem 1 eigenschap van een rechthoekige driehoek

      Slide 22 - Open vraag

      Herhaling
      Vierhoeken

      Je weet wat de eigenschappen zijn van een:
      • Vlieger 
      • Ruit 
      • Parallellogram
      Let op: bekijk de videos. 

      Slide 23 - Tekstslide

      Slide 24 - Video

      Geef bij de volgende vragen steeds aan om welk figuur het gaat in de afbeelding.

      Slide 25 - Tekstslide


      A
      Vlieger
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 26 - Quizvraag


      A
      Vlieger
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 27 - Quizvraag


      A
      Vlieger
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 28 - Quizvraag


      A
      Vlieger
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 29 - Quizvraag


      A
      Vlieger
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 30 - Quizvraag


      A
      Vlieger
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 31 - Quizvraag


      A
      Vlieger
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 32 - Quizvraag

      Wat hebben we tot nu toe herhaalt van Thema 11

      - Wat is spiegelsymmetrie en draaisymmetrie?
      - Hoe bereken je de kleinste draaihoek?
      - Weet je de namen en eigenschappen van de 3 verschillende bijzondere driehoeken? Kun je ze uit elkaar halen?
      - Ken je de 3 namen en verschillende eigenschappen van de bijzondere vierhoeken? Kun je ze uit elkaar halen?

      Slide 33 - Tekstslide

      Er volgen nu een aantal vragen over driehoeken en vierhoeken.
      Kies steeds het juiste antwoord.

      Slide 34 - Tekstslide

      Bestaan er driehoeken met alleen scherpe hoeken?
      A
      Ja
      B
      Nee

      Slide 35 - Quizvraag

      Bestaan er driehoeken met twee rechte hoeken?
      A
      Ja
      B
      Nee

      Slide 36 - Quizvraag

      Bestaan er driehoeken met alleen stompe hoeken?
      A
      Ja
      B
      Nee

      Slide 37 - Quizvraag

      Welke 2 driehoeken
      zie je hier?

      A
      rechthoekige driehoek & gelijkbenige driehoek
      B
      gelijkzijdige driehoek & rechthoekige driehoek
      C
      gelijkbenige driehoek & gelijkzijdige driehoek
      D
      dit zijn geen driehoeken

      Slide 38 - Quizvraag

      Kunnen er driehoeken bij zijn waarvan alle hoeken scherp zijn?
      A
      ja
      B
      nee

      Slide 39 - Quizvraag

      Bij welke vierhoeken staan de diagonalen altijd loodrecht op elkaar?
      A
      Rechthoek
      B
      Ruit
      C
      Parallellogram

      Slide 40 - Quizvraag

      Bij welke van de onderstaande vierhoeken snijden allebei de diagonalen elkaar loodrecht middendoor?
      A
      Ruit
      B
      Vlieger
      C
      Parallellogram

      Slide 41 - Quizvraag

      Welke vierhoeken hebben:
      2 paar evenwijdige zijden én 4 rechte hoeken?
      Er zijn meerdere antwoorden goed, maar kies er 1.
      A
      Rechthoek
      B
      Ruit
      C
      Vierkant

      Slide 42 - Quizvraag

      Hoe heten
      deze vierhoeken?
      A
      vlieger en ruit
      B
      vlieger en parallellogram
      C
      ruit en parallellogram
      D
      driehoek en ruit

      Slide 43 - Quizvraag

      Alle rechthoeken zijn vierhoeken.
      A
      Wel
      B
      Niet

      Slide 44 - Quizvraag

      Zijn er nog vragen?

      Slide 45 - Open vraag

      Einde van deze les.

      Slide 46 - Tekstslide