Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
Vraagwoorden jaar 3
Programa
Controlamos los deberes
Clase anterior
¿Palabras interrogativas?
Trabajamos
Deberes
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programa
Controlamos los deberes
Clase anterior
¿Palabras interrogativas?
Trabajamos
Deberes
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
De 3 categorieën vraagwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Categorie 1: eenvoudig
¿ Dónde? Waar
¿A dónde? Waarheen
¿De dónde? Waar vandaan
¿ Cuándo? Wanneer
¿ Cómo? Hoe
¿ Por qué? Waarom
Slide 4 - Tekstslide
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(waar)………….. está la tienda?
Slide 5 - Open vraag
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(wanneer)……..… es tu cumpleaños?
Slide 6 - Open vraag
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(hoe)…………estás?
Slide 7 - Open vraag
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(waarom)……… estás triste?
Slide 8 - Open vraag
Categorie 2
Deze vraagwoorden nemen het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen over.
¿Quién? ¿Quiénes? 🡪 Wie?
¿Cuánto/a? ¿Cuántos/as? 🡪 Hoeveel?
LET OP!!
Als
Cuánto
met het werkwoord
COSTAR
(kosten)
wordt gebruikt verandert
cuánto
niet!!!
Slide 9 - Tekstslide
Welke woord is correct?
¿ (hoeveel) cuesta el pan?
A
cuánto
B
cuanto
C
cuánta
D
cuanta
Slide 10 - Quizvraag
Welke woord is correct?
¿(hoeveel) niños hay?
A
cuánto
B
cuántos
C
cuánta
D
cuántas
Slide 11 - Quizvraag
Welke woord is correct?
¿(hoeveel) hermanas tienes?
A
cuánto
B
cuánta
C
cuántos
D
cuántas
Slide 12 - Quizvraag
Welke woord is correct?
¿(wie) es tu amigo?
A
quién
B
quiénes
Slide 13 - Quizvraag
Welke woord is correct?
¿(wie) son ellos?
A
quién
B
quiénes
Slide 14 - Quizvraag
Categorie 3:
qué - wat
,
cuál(es) - wat/welke (alleen achter ww SER)
Qué
en
cuál
= WAT en WELKE
Slide 15 - Tekstslide
Welke woord is correct?
¿(wat) es tu color favorito?
A
qué
B
cuál
Slide 16 - Quizvraag
Welke woord is correct?
¿(wat) haces?
A
qué
B
cuál
Slide 17 - Quizvraag
Welke woord is correct?
¿(welke) de los libros necesitas?
A
qué
B
cuál
Slide 18 - Quizvraag
Trabajamos
EB Unidad 2: ejercicios 7-8 (página 34-35)
KLIK HIER
voor de quizlet om de vraagwoorden te oefenen/leren
Slide 19 - Tekstslide
Wanneer gebruik je het vraagwoord “¿Cuánto?”
verdadero
falso
Als “cuánto” wordt gevolgd door een werkwoord blijft het vraagwoord onveranderd.
Het vraagwoord “Cuánto” wordt gebruikt als het gevolgd wordt door een vervoeging van het werkwoord “Ser”
Als “cuánto” wordt gevolgd door een zelfstandig naamwoord dan wordt de vorm van het vraagwoord bepaald door het zelfstandig naamwoord.
Slide 20 - Sleepvraag
Sleep de juiste vertaling van de vraagwoorden
waar
hoeveel
hoe
wie
wanneer
waarom
Wat / Welk
wat
¿Cuánto?
¿Cuándo?
¿Cómo?
¿Dónde?
¿Cuánta?
¿Por qué?
¿Quién?
¿Cuál?
¿Qué?
Slide 21 - Sleepvraag
Sleep de vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... están mis llaves?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál
Slide 22 - Sleepvraag
Sleep de vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... quieres comer?
¿... años tienes?
¿... están mis llaves?
¿... es tu número de teléfono?
Qué
Cuántos
Dónde
Cuál
Slide 23 - Sleepvraag
Sleep de vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿vives?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál
Slide 24 - Sleepvraag
De vraagwoorden. Sleep ze naar elkaar toe.
Hoe?
Wat?
Wie?
Wanneer?
Waar?
Waar vandaan?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién(es)?
¿Cuándo?
¿Dónde?
¿De dónde?
Slide 25 - Sleepvraag
De vraagwoorden. Sleep ze naar elkaar toe!
Hoe?
Wat?
Wie?
Wanneer?
Waar?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién(es)?
¿Cuándo?
¿Dónde?
Slide 26 - Sleepvraag
¿Dónde…?
¿Cuándo…?
¿Cómo…?
¿Cuánto/a/
os/as…?
¿Por qué…?
¿Quién/
quiénes…?
Waar...?
Wanneer...?
Hoe...?
Hoeveel...?
Waarom...?
Wie...?
Oefen met vraagwoorden
Slide 27 - Sleepvraag