Yuverta

8.3 Vrijhandel of niet?

8.3 Vrijhandel of niet?

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.3 Vrijhandel of niet?

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer mag een land de euro invoeren?
A
De inflatie mag maximaal 2% hoger zijn dan het gemiddelde
B
Het begrotingstekort mag maximaal 3% zijn van het BBP
C
De staatsschuld mag 100% zijn van het BBP

Slide 2 - Quizvraag

Bereken de exportquote.
De exportwaarde bedraagt € 540 miljard. Het nationaal inkomen is € 680 miljard.
A
€ 140 miljard
B
125,93%
C
79,41%
D
€ 1220 miljard

Slide 3 - Quizvraag

         In deze les leer je:
         - over de internationale concurrentiepositie;
         - welke protectiemaatregelingen er zijn;
         - dat internationale arbeidsverdeling ontstaat door vrijhandel.
       
         
          

Slide 4 - Tekstslide

Internationale concurrentiepositie

= in hoeverre is een land in staat om betere en/of goedkopere producten te produceren dan andere landen.


Een wisselkoersdaling van de € verbetert de internationale concurrentiepositie van de eurozone (zie ook par. 8.2).


Slide 5 - Tekstslide

Wanneer heb je een goede concurrentiepositie als land?
  • Goede kwaliteit goederen/diensten leveren
  • Goed onderwijs
  • Goede infrastructuur
  • Investeren in innovaties
  • Lage lonen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 24

Je ziet hieronder drie tussenstappen. Zet ze in een zodanige volgorde dat ze de gedachtegang van de minister juist weergeven.

1. verslechtering internationale concurrentiepositie
2. hogere bedrijfskosten
3. hogere verkoopprijzen

hogere lonen
minder export Nederlandse bedrijven
1
2
3

Slide 7 - Sleepvraag

VRIJHANDEL

(globalisering)


Gevolg: internationale arbeidsverdeling

= productie vindt plaats in

het land waar dit het goedkoopste / beste kan.

PROTECTIONISME

(handelsbelemmeringen)

  1. invoerrechten
  2. contingentering
  3. exportsubsidie
  4. Invoerverbod

Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.





Slide 8 - Tekstslide

1. Invoerrechten

= douanerechten = importheffingen

= extra belasting op ingevoerde producten


Invoerrechten zijn in alle lidstaten van de EU gelijk (= gemeenschappelijk buitentarief).



Slide 9 - Tekstslide

2. Contingentering

= importquota

(een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd)



Slide 10 - Tekstslide

3. Exportsubsidie

= extra geld van de overheid (EU) aan

    exporterende bedrijven


Slide 11 - Tekstslide

4. Invoerverbod

= het product mag niet worden ingevoerd


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht

De Europese Unie heeft besloten                                            te heffen op Chinese zonnepanelen.

Hiermee wil de EU tegengaandat China te                                                   zonnepanelen in Europa aanbiedt.
Dat komt omdat de Chinese overheid                                                    geeft aan Chinese producenten die zonnepanelen exporteren. Die Chinese staatssteun is nadelig voor

de                                   producenten van zonnepanelen.

timer
2:00
Chinese
contingentering
douanerechten
dure
Europese
goedkope
exportsubsidies
importverbod

Slide 13 - Sleepvraag

Huiswerk
 8.3 maken en leren

Slide 14 - Tekstslide

Wat is globalisering?

Slide 15 - Tekstslide

protectie - maatregelen
Opdracht 
Importbeperkende maatregelen
exportbevorderende maatregelen
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
timer
2:00
invoerrechten / douanerechten
invoerverbod
contingentering / importquota
exportsubsidie

Slide 16 - Sleepvraag

Internationale handel is:
A
importeren
B
exporteren
C
doorvoeren
D
alle onder a, b en c genoemde dingen

Slide 17 - Quizvraag

Internationale arbeidsverdeling
Door vrijhandel onstaat er een betere arbeidsverdeling. Dit betekent dat een product geproduceerd en geexporteerd wordt door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.

Slide 18 - Tekstslide

Noem naast de voordelen van internatonale arbeidsverdeling ook twee nadelen.

Slide 19 - Open vraag

Juist of onjuist?
Binnen de EU is er altijd sprake van vrijhandel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het doel van protectiemaatregelen?
A
beschermen van de burgers
B
beschermen van de overheid
C
beschermen van de het buitenland
D
beschermen van het bedrijfsleven

Slide 21 - Quizvraag

Als er een maximaal aantal producten mag worden ingevoerd, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 22 - Quizvraag

Als de overheid extra geld geeft aan exporterende bedrijven, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide