Module 8. Verkoopt handelt verkoop af H4 verkoopafhandeling

• Retail
• MBO
• Studiejaar 2

RETAIL THEORIE

Module 8. Koopmotieven

Boek: Verkoopt en handelt verkoop af

Doel: Maakt verkoopruimte verkoop klaar en verzorgt deze (B1-K2-W1)

Maakt artikelen op maat of gebruiksklaar (B1-K2-W4)

HOOFDSTUK 4 DE VERKOOPAFHANDELING

Pagina 106 - 135

Start opdracht

• filmpje bekijken
• 2 vragen beantwoorden 
• lezen inleiding hoofdstuk 4

Deze video is niet meer beschikbaar

Welke video was dit?

Welke gevolgen heeft het gedrag van de kassamedewerker voor de winkel?

Noteer 5 dingen die je verkeerd kan doen als je bij de kassa werkt.

INLEIDING HOOFDSTUK 4

Lezen inleiding hoofdstuk 4 (pagina 107)

4.1 VERKOOPKLAAR MAKEN VAN DE VERKOOPRUIMTE

• pagina 108 -109 
• Voorkennis ophalen
• Dagindeling verkoopklaar maken winkel. 
• Opdrachten maken

Wat doe je allemaal vandaag om
voorbereidt te zijn op de verkoopdag van morgen

WAT DOE JE OM RUIMTE VERKOOPKLAAR TE MAKEN AVOND VAN TE VOREN

• Verkoopruimte schoon/netjes. Vloer gepoetst.
• Schappen aangevuld met artikelen.
• Gangpaden toegankelijk.
• Prijs klopt overal.
• Afrekenpunt schoon verzorgd. Voldoende materialen.
• Prullenbakken leeg.
• Kassa leeg/geld opgeborgen/geldlocker open op toonbank.
• Alarmsysteem ingeschakeld.
• Naar huis!

WAT DOE JE OM RUIMTE VERKOOPKLAAR TE MAKEN DAG ZELF

• Op tijd komen!
• Alarm af zetten.
• Afrekenpunt inrichten (geld in lade, pin aan etc).
• Vers voorraad aanvullen.
  
• Buitenpresentatie buiten zetten. 
• Rondje door winkel.
• Starten maarrrrrrr. 

OPDRACHT

• Lees 4.1 (p 108 - 109) voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt. 
  
  
• Maak vraag 1 - 3  (p. 132).
  
  

Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.

4.2 GEBRUIKSKLAAR MAKEN VAN AFREKENPUNT

• pagina 110
• ophalen voorkennis
• Theorie 
• Daarna door naar 4.3, dan pas vragen maken

Welke handelingen verricht je als je het afrekenpunt verkoop klaar moet maken?

GEBRUIKSKLAAR MAKEN AFREKENPUNT

Kassa is afgemeld en leeg van avond van te voren.

• Kassa aanzetten (afhankelijk systeem).
• Betaalautomaat aanmelden. 
• Vals geld detector controleren.
• Kassalade vullen met kleingeld. (hoeveel afhankelijk van bedrijf)
• Zorgen dat alles schoon is.
• Materialen die je veel gebruikt bijvullen/controleren (bv actiezegels)

4.3 HET AFREKENPUNT: EEN POSITIEVE INDRUK ACHTERLATEN

• pagina 111 - 112
• Voorkennis ophalen
• Theorie bespreken
• Opdrachten maken 4.2 en 4.3 

Noem minimaal 2 manieren waarop je een positieve indruk achter laat op klant.
(bij afrekenpunt)

POSITIEVE INDRUK ACHTERLATEN

• Afrekenpunt vaak laatste wat klant ziet van winkel
• Maak tijd vrij voor opruimen afrekenpunt
• Begin dag/dienst met opgeruimde plek
• Niet verkochte artikelen zsm opruimen
• Zorg alles schoon is.
• Displays/folders bij kassa bijgevuld en netjes.
• Verbruiksmaterialen voldoende?
• Alle hulpmiddelen opgeladen? (tablet etc)

INDRUK KLANT 

• Onbewust mening gevormd binnen 2 seconden.
• Voor elk negatief iets 2-3 positieve dingen gebeuren.
• Verbale communicatie
• Non-verbale communicatie 
• Omgang met goederen.
• Hoe je geld teruggeeft.
• Kom je professioneel over?

SLEUTELS?

Sleutel:

• Winkel/pand
• Bedrijfsauto's
• Kassa
• Geldlocker / cash box
• Kluis

Waar zijn deze?

OPDRACHT

• Lees 4.2 en 4.3 (p 110 - 112) voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt. 
  
  
• Maak vraag 4 - 7  (p. 132).
  
  
• Zoek 1 begrip op dat je geleerd hebt in deze paragraaf. (volgende dia komt deze vraag ;) )

Noteer het begrip dat je opgezocht hebt.

Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.

4.4 CONTACT MET DE KLANT

• pagina 113 - 119.
• Voorkennis ophalen
• Theorie bespreken
• Opdrachten maken

Op welke momenten
heb je contact met de klant?

Er zijn qua service 3 soorten winkels. Benoem deze.

(nog niet behandeld in lesstof)

VERKOOPVOORWAARDEN

Verkoopvoorwaarden = De voorwaarden waarop je het product verkoopt.

• Prijzen --> prijs bekend;
• Betaalmogelijkheden --> welke manier kun je betalen;
• Ruilen/retourneren --> duidelijkheid bieden.

In alle gevallen geldt duidelijkheid bieden. Dit zorgt voor minder klachten

CONTACT IN WINKEL

Afhankelijk van type winkel en service niveau.

Zelfbediening --> bij afrekenpunt. (supermarkt)

Service winkel --> vanaf binnenkomst. (groenteboer/bloemist)

Waar let je op?
Wat doe je?
Wat voor houding heb je?
Nonverbale en verbale communicatie
als jij een klant helpt
bij het afrekenpunt?

pagina 114 

BARCODE

pagina 117

OPDRACHT

• Lees      voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt. 
  
  
• Maak vraag         ).
  
  

SCHOOLOPDRACHT 19

We gaan aan de slag met schoolopdracht 19 branchespecifieke wetgeving, pagina 130.

Noteer het begrip dat je opgezocht hebt.

Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.

DISCUSSIE OPDRACHT

We kijken filmpje over Amazon Go

Daarna de tijd om zelf over voordelen en nadelen na te denken.

Samen praten er over. 

Noem 2 voordelen van Amazon Go

Wat voor soort service winkel is Amazon Go?

SCHOOLOPDRACHT 18

Schoolopdracht 18 Betalen (pagina 127)