Yuverta

Module 8. Verkoopt handelt verkoop af H3

RETAIL THEORIE
Module 8. Koopmotieven
Boek: Verkoopt en handelt verkoop af. 
Hoofdstuk 3 Verkoopgesprekken
Doel: Voert verkoopgesprekken (B1 - K2 - W3)
1 / 74
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 74 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

RETAIL THEORIE
Module 8. Koopmotieven
Boek: Verkoopt en handelt verkoop af. 
Hoofdstuk 3 Verkoopgesprekken
Doel: Voert verkoopgesprekken (B1 - K2 - W3)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 FASEN IN VERKOOPGESPREK
  • 3 fasen van een verkoopgesprek benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Fases van verkoopgesprek

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

3 FASEN
1. Ontmoeting
moment van contactleggen 
2. Overtuiging 
gesprek
3. Afronding
afrekenen - inpakken - afscheid

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 DE ONTMOETING
  • Pagina 79 - 87
  • 4 onderdelen van de ontmoeting bespreken
  • Opdrachten maken 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
Hoe begroet je een klant?
(geef voorbeeld zin/woord/gedrag)

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 1 rede waarom je een klant moet begroeten.
timer
1:30

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

BEGROETEN EN OBSERVEREN
  • Altijd begroeten
    - verbaal 
    - non verbaal 
  • Observeren (niet stalken)
    - wanneer stap je op klant af? 
    - kijkt klant zoekend rond?
    - loopt klant doelgericht?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 voorbeeld van non verbale begroeting naar klant
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf een situatie waarbij een klant een non-verbale reactie gaf en jij hierop inspeelde.
timer
2:30

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

AANSPREKEN
  • Waarom?
    - begroeten (diefstalpreventie) 
    - verkoopgesprek beginnen
  • Wanneer?
    - afhankelijk gedrag klant
    - waar staat klant (bij kassa etc)
  • Hoe?
    - leeftijd
    - bekendheid
    - drukte winkel --> verbaal/ non verbaal
    - winkelconcept

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik spreek alle klanten met jij aan, dit kan prima.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een klant haast heeft...
A
Doe ik lekker relax, hadtie maar eerder op moeten staan
B
Probeer ik het zo snel mogelijk te doen. Maar wel nog netjes.
C
Zeg ik datie' even moet chillen
D
Raffel ik het af, moest toch snel!?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het belangrijk dat je direct op de klant afstapt om te vragen of je kunt helpen.
A
Ja, direct bij binnenkomst.
B
Ja, maar na een paar minuten.
C
Nee, de klant komt maar naar mij toe.
D
Afhankelijk van non verbaal gedrag van klant

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ALGEMENE WAARDEN/NORMEN KLANTGESPREK
  • Beleefd ook als klant dit niet is (moeilijk maar toch doen)
  • Netjes en duidelijk spreken
  • Klant aankijken tijdens praten
  • U/mevrouw/meneer

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KOOPMOTIEF EN KOOPWENS
Pagina 82 boek. 
Eerst even wat voorkennis ophalen
Koopmotief uitleggen
Koopwens uitleggen
Vragen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Noem voorbeelden van een
koopmotief.

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

KOOPMOTIEF
  • De rede waarom iets gekocht wordt + er een koopwens is
  • De waarom
  • Vriend(in) jarig
  • Verjaardag vieren thuis
  • Feestje bij buren
  • Fruitschaal is leeg 
  • Moederdag
  • Kerstmis 
  • Baby geboren 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat is een koopwens?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een van mijn ouders is jarig dus ik wil een cadeau kopen
A
Koopwens
B
Koopmotief

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

KOOPWENS ONDERZOEKEN
  • Koopwens = wat klant wilt kopen
  • Gerichte koopwens = klant weet exact wat hij wilt (boodschappenlijstje)
  • Geen gerichte koopwens --> wel een koopmotief
  • Koopwensonderzoek --> achter koopwens komen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil het nieuwste boek kopen van Tess Gerritsen.
A
Koopwens
B
Koopmotief

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik geef een feestje dit weekend en ga even wat drank kopen bij Danny's drankshop
A
Koopwens
B
Koopmotief

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil gaan hardlopen dus ik ga een paar hardloopschoenen kopen bij de Asics winkel in het outlet.
A
Koopwens
B
Koopmotief

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

KOOPMOTIEF VS KOOPWENS
  • Eerst een motief dan pas een wens. 
  • Wens kan gericht zijn of onduidelijk (alleen een motief).
  • Schoenenwinkel;
    iedereen wilt schoenen (koopwens) maar motief is anders. Koopmotief: rennen, feestje, lekker zittende schoenen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30
Hoe zou je een
koopwensonderzoek
kunnen doen?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30
Wat voor soorten vragen zijn er?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

SOORTEN VRAGEN
  • Gesloten vragen
  • Open vragen
  • (Meer)keuze vragen
  • Reflecterende vraag
  • Retorische vraag 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een meerkeuze vraag.
timer
1:30

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een gesloten vraag.
timer
1:30

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een open vraag.
timer
1:30

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

OPEN VRAGEN
  • Geen ja/nee antwoord
  • Start met:
     - Wie 
     - Wat 
     - Waar
     - Wanneer
     - Waarom
     - Hoe
  • Nadeel: praatgrage klant krijgt ruimte
  • Voordeel: Sky is the limit
  • Start vragen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GESLOTEN VRAGEN
  • Een antwoord mogelijk 
  • Vaak ja/nee antwoord
  • Voordeel: Duidelijkheid
  • Nadeel: weinig extra info, moet vaak doorvragen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(MEER)KEUZE VRAAG
  • Kiezen uit meerdere opties
  • Speciale vorm van gesloten vraag
  • Verder in het gesprek

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REFLECTERENDE VRAAG
  • Reflecteren = terugkijken op
  • Herhaalt opmerking klant 
  • Vraagt verdere uitleg.
  • U geeft aan dat u de schoen niet lekker vindt zitten. Wat vindt u hier niet prettig aan? (verbale reactie klant
  • Ik zie dat u dit niet mooi vindt. Wat vindt u er niet mooi aan? (non verbale reactie klant)
  • Twijfel of weerstand van klant. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag kun je het beste stellen om het gesprek te starten?
A
Mag ik u helpen?
B
Waarmee kan ik u helpen?

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ACTIEF LUISTEREN
  • Non verbaal
  • Persoon aankijken
  • Juiste non verbale houding
  • Bevestigende woorden (ja of hm)
  • LSD

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat LSD voor tijdens het verkoop gesprek?
A
Luisteren Samenvatten Doorvragen
B
Lachen Samenvatten Doorvragen
C
LysergSäure-Diäthylamid
D
Hippie drugs

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

LSD
  • Luisteren
    naar verhaal klant
  • Samenvatten
    vat in eigen woorden samen
  • Doorvragen
    vraag door naar koopwens

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wanneer is een verkoper
representatief?

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

JEZELF PRESENTEREN
Verbaal
  • Stem gebruik
  • Woordkeuze (straat taal ja of nee?)

Non verbaal
  • Verzorgd (tanden gepoetst, haren gedaan)
  • Lichaamstaal
  • Kleding

Afhankelijk van welk type bedrijf. Moet matchen met elkaar. 
Let op dat je geloofwaardig overkomt en echt. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
  • Lees hoofdstuk 3.1 + 3.2 (p 78 -87) door voor jezelf.
  • Maak vraag 1 - 10 (p 100 - 101)
  • Zoek een begrip op dat je moeilijk vond (op volgende pagina noteren)
timer
30:00

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het begrip dat je opgezocht hebt.
timer
1:00

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.
timer
3:00

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3.3 DE OVERTUIGING
  • Korte herhaling vorige les 
  • Voorkennis ophalen
  • Theorie behandelen
    - tonen en demonstreren
    - informeren
    - adviseren
  • Vragen maken

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat was de eerste fase van het verkoop gesprek?

Slide 46 - Woordweb

ontmoeting ( - begroeting/observeren - aanspreken - koopwens onderzoeken )
FASE 1 VERKOOPGESPREK 
ONTMOETING
- Begroeten en observeren
- Aanspreken 
- Koopmotief en koopwens onderzoeken
- Vragen stellen (gesloten/open/keuze/reflecterend)
- Jezelf professioneel presenteren

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er bij
'overtuigen' (fase 2)
tijdens het verkoopgesprek

Slide 48 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

FASE 2 OVERTUIGEN
  • Tonen en demonstreren
  • Informeren
  • Adviseren

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TONEN EN DEMONSTREREN
  • Je weet koopwens 
  • Passend artikel erbij zoeken
  • Tijdens tonen --> vragen stellen/ (non) verbale reactie klant bekijken
  • Demonstreren = laten zien wat artikel kan

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INFORMEREN/ ADVISEREN
Helpen met koopbeslissing:
  • verkoopargumenten gebruiken
  • artikelverschillen verklaren
  • koopweerstanden op te vangen
  • maatwerk te bieden

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERKOOPARGUMENTEN
  • Advies geven over artikel --> argumenten gebruiken
  • Verkoopargument = reden om bepaald artikel te kopen. 
  • Koopwens = uitgangspunt
  • VB:
    - aanbieding/reclame
    - kwaliteit
    - extra's
    - goede garantievoorschriften
    - vormgeving
  • Plaatsvervangende verkoop = alternatief artikel 
  • Bijverkoop = iets dat bij product past (bv boeket + vaas + kaartje)

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

p 91 boek:  verkoopt en handelt de verkoop af

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KOOPWEERSTAND + MAATWERK
  • Weerstand tegen prijs, kleur etc. --> weerleg met argument. 
Duurder omdat kwaliteit, langer mee, biologisch, duurzaam. 
  • GA NIET IN DISCUSSIE MET KLANT
  • Maatwerk:
    - Maatwerk advies
    - Maatwerkproducten
    - Maatwerkdiensten

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERKOOPKANAAL 
Alles is afhankelijk van het verkoopkanaal.
Bij Aldi een ander verkoopgesprek als bij delicatessenwinkel. 

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
  • Lees paragraaf 3.3 door (p. 87 - 94)
  • Markeer wat je belangrijk vindt
  • Maak de vragen 11 - 16 (p. 102 - 103)
  • Zoek een begrip op dat je moeilijk vindt (noteren bij volgende dia)
timer
15:00

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het begrip dat je opgezocht hebt.
timer
1:00

Slide 57 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.
timer
3:00

Slide 58 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3.4 DE AFRONDING
  • Einde van het verkoopgesprek
  • Herhalen fase 1 en fase 2
  • Voorkennis ophalen 
  • Artikel afrekenen/inpakken
  • Afscheid nemen
  • Opdrachten maken
  • Hoofstuk afronden

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Fase 1 van het verkoop gesprek?

Slide 60 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Fase 2 van het verkoop gesprek?

Slide 61 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1 
Fase 2
ONTMOETING
OVERTUIGING
Tonen en demonstreren
Informeren
Adviseren
Begroeten en observeren
Aanspreken
Koopwens onderzoeken

Slide 62 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je allemaal tijdens fase 3
de afronding?

Slide 63 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

DE AFRONDING
  • Artikel afrekenen en inpakken
  • Afscheid nemen

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet een artikel ingepakt worden?

Slide 65 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor richtlijnen zijn er bij jou
op stage voor inpakken?

Slide 66 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ARTIKEL AFREKENEN EN INPAKKEN
Eigen tas?
Voor veiligheid
Bescherming tegen weer
Cadeau verpakking
Makkelijker dragen

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 2 manieren van
afscheid nemen van klant

Slide 68 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

AFSCHEID NEMEN
  • Ontzettend belangrijk
  • Laatste indruk
  • Afhankelijk van winkel 
      - Zelfbediening
      - Semi-zelfbediening
      - Service winkel

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
  • Lees 3.4 en 3.5 (p. 95 - 99) voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt. 

  • Maak vraag 17 - 22 (p. 103)

  • Zoek 1 begrip op dat je geleerd hebt in deze paragraaf. (volgende dia komt deze vraag ;) )

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het begrip dat je opgezocht hebt.
timer
1:00

Slide 71 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

NAKIJKEN VRAGEN BOEK
We kijken gezamenlijk de vragen van het boek na en bespreken de antwoorden die gegeven zijn door jullie. 

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.
timer
2:00

Slide 73 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT VOLGENDE LES
Toets hoofdstuk 3 Verkoopgesprekken 

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies