In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
*De pv verandert van tijd.
*De pv past zich aan het onderwerp aan. (enkelvoud + meervoud)
ik stam Ik koop een Bigmac.
hij / zij / het stam+T Hij koopt een Bigmac.
wij / jullie hele ww Wij kopen een Bigmac.
'je' achter het WW stam Koop je een Bigmac?