Yuverta

21/22 10 mrt 1 apri hh lezen+ start informeel kaartje + uitwerking

10. März Zu tun
Bepsprechen Text 2
Wiederholen Signalwörter
PTA Schreiben vorbereitung 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10. März Zu tun
Bepsprechen Text 2
Wiederholen Signalwörter
PTA Schreiben vorbereitung 

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel
Du kennst die Signalwörter:
1. Aber
2. Nur
3. Denn
4. Auch
5. oder
6. zwar
7. als
8. Deshalb

Slide 2 - Tekstslide

geef zowel NL+Dui vertaling signaalwoorden die je kent

Slide 3 - Woordweb

Besprechen Text 3 Rauchen verbieten
Welke stappen zet je ALTIJD (IMMER) bij het lezen van een PTA tekst?
1.
2.
3. 
4. 
5. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de aanhef voor een man?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de aanhef voor een vrouw?

Slide 6 - Open vraag

vertaal:
Met mij gaat het goed.

Slide 7 - Open vraag

Vertaal
hoe gaat het met je? Met mij gaat het goed.

Slide 8 - Open vraag

Bedenk een hele zin met 2 activiteiten in het Duits

Slide 9 - Open vraag

Schreiben inleveren!!!
- Denk aan de aanhef (je mag zelf bepalen of je naar een jongen of meisje schrijft)1p
- Schrijf op dat je ’s ochtends hebt uitgeslapen 1p
- Schrijf dat je in middag naar de stad bent geweest. 1p
- bedenk zelf welke stad
- Schrijf naar welke winkel je bent geweest (zelf bedenken) 1p
- Schrijf dat je ’s avonds naar de bioscoop bent geweest. 1p
- Schrijf welke film je hebt gezien 1p
- Vraag hoe zijn/haar weekend was 1p
- Sluit het bericht met een juiste slotgroet af.1p

Slide 10 - Tekstslide

31. März
1.  Lernziele einschätzen
2. Besprechen die Karte --> Feedback pro Person
3. Sätze korrigieren
4. Fragen über das PTA?

Slide 11 - Tekstslide

Lernziele einschätzen
  1. Ik kan: de 4 conventieregels van een kaartje opnoemen en toepassen.
  2. Ik kan: hoe gaat het met je --> foutloos vertalen
  3. Ik kan: met mij gaat het goed --> foutloos vertalen
  4. Ik kan de woorden: vandaag, vanmorgen, vanmiddag vertalen
  5. Ik weet de voltooide tijd van: geweest, gezien, geslapen, gegaan
  6. Ik kan vragen: hoe was jouw weekend?
  7. Ik kan met de woorden zuerst en danach een mooie zin bouwen

Slide 12 - Tekstslide

Feedback pro Person
Maak ondertussen de korte oefening

Slide 13 - Tekstslide

Sätze korrigieren

Slide 14 - Tekstslide

Welche Fragen PTA?

Slide 15 - Woordweb