Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
1.5 Omgaan met dieren 1
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Groen
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lesplan
Leerdoelen vorige les
Leerdoelen
Basisregels
Regels in het dierverblijf
Opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Plenda
Basis & dierverblijf regels
Strip basisregels
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen vorige les
Je kunt een dier herkennen dat ongezond is
Je kunt de gevolgen van een te zwaar dier benoemen
Je kunt meerdere manieren benoemen om een dier te laten afvallen
Slide 4 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van hoe je een dier kunt laten afvallen
Slide 5 - Open vraag
Leerdoelen
Je kent de basisregels van dierverzorging
Je kent de regels van het dierverblijf
Je kunt deze regels in de praktijk toepassen
Slide 6 - Tekstslide
Basisregels?
Slide 7 - Woordweb
Basisregels
Niet iedereen kan met dieren
Angst, het onbekende, allergieën, leeftijd
Basisregels houden het veilig:
Benader het dier altijd rustig
Laat het dier eerst aan jou ruiken voordat je het aanraakt
Laat het dier met rust als het slaapt of eet
Kom niet in de slaapplek van het dier
Vraag eerst toestemming aan de eigenaar voor je een dier aait dat je niet kent
Slide 8 - Tekstslide
Waar of niet waar: Je mag een dier gewoon oppakken als deze slaapt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Hoe benader je een dier?
Slide 10 - Open vraag
Regels in het dierverblijf
Dieren hanteren, voeren of verzorgen mag alleen
met toestemming van de docent
Voor en nadat je bij de dieren bent geweest, was je je handen met water en zeep
Lange haren bind je vast en uitstekende sierraden doe je af
Je gaat respectvol om met de dieren; ze zijn geen speelgoed
Je gedraagt je altijd rustig. Rustig lopen, normaal praten
Je zet dieren terug in hun eigen hok, anders kunnen ze gaan vechten
Je gaat
respectvol
om met de materialen die je nodig hebt. Dat geldt ook voor het voer
Je sluit altijd de deuren van het dierenverblijf
Je ruimt na afloop altijd alle spullen op en zet ze terug op de juiste plaats
Je meldt eventuele bijzonderheden bij een docent.
Slide 11 - Tekstslide
Wat doe je altijd minimaal twee keer in het dierverblijf?
A
Een dier oppakken
B
Je handen wassen
C
Een dier water geven
D
Een stal schoonmaken
Slide 12 - Quizvraag
Welke regel vind jij het belangrijkst? En waarom?
Slide 13 - Open vraag
Opdrachten!
Zorg dat alle regels opgeschreven zijn (basis & dierverblijf)
Klaar? Laat zien!
Aan de slag met de strip over de basisregels
Uitleg krijg je zodra je klaar bent!
Slide 14 - Tekstslide