Herhalingsles

• Mentorles
• DIER
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Herhalingsles

We gaan veel leerdoelen controlen!

Je kunt omschrijven wat een genotype, wat een fenotype en wat een gen is.

Wat verandert in het plaatje?

1. Zowel het genotype als het fenotype wel
2. Genotype en fenotype beide niet
3. Genotype wel Fenotype niet
4. Genotype niet Fenotype wel

Je kunt beschrijven hoe organismen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen via chromosomen.

Op welk moment wordt het genotype van een individu bepaald?

Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype betekenen.

sleepvraag

Je kunt een kruisingsschema opstellen.

Je kunt uit een gegeven stamboom afleiden welke genotypen de ouders en/of nakomelingen hebben, welk allel dominant is en welk allel recessief.

In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind. Hoe groot is de kans dat dit kind albinisme heeft?

Je kunt beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotype ontstaat.

Wat is het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting?

Op welke manier kunnen in een populatie andere genotypen ontstaan?

1. Door aanpassing van de fenotypen
2. Door geslachtelijke voortplanting
3. Door verandering van het milieu

Je kunt omschrijven wat een mutatie is en je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat.

Wat is een mutatie?

1. Een plotselinge verandering van het genotype
2. Een plotselinge verandering van het fenotype
3. Door straling krijg je een gek uiterlijk
4. Kankercellen

Wat gebeurt er bij uitzaaiing?

1. Door ongeremde celdeling neemt het aantal kankercellen toe
2. Kankercellen komen via bloed ergens anders
3. Gezonde cellen komen in contact met kankercellen en worden dan zelf kankercelle
4. Onder invloed van kankercellen wordt de bouw van een weefsel verstoord

Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren

Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.

Bij welke overeenkomsten in bouw of functie van organen hebben soorten dezelfde gemeenschappelijke voorouder?
(Bijvoorbeeld vleugel)

1. Verschillende functie Dezelfde bouw
2. Dezelfde functie Verschillende bouw

Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven

Wat is een voorbeeld van genetische modificatie?

1. Bacteriën gebruiken voor het maken van yoghurt
2. Gist in brood toevoegen
3. Menselijk gen in bacteriën plaatsen zodat ze insuline maken
4. Het gebruik van schimmels voor de productie van kaas