les 1 Licht en zien

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2

Licht en zien

Inhoud

Introductie: Licht en zien

Wat is licht?

Wat is schaduw?

Opgaven maken

Huiswerk

Blader door hoofdstuk 2

Welke onderwerpen zie je?

Wat lijkt je gemakkelijk?

Wat lijkt je moeilijk?

Wat is licht?

Straling

net als: UV-straling, röntgenstraling en straling in magnetron 

Energie

net als: warmte en beweging,

Elektromagnetisch

combinatie van elektriciteit en magnetisme

Lichtstralen

Licht gaat alle kanten op

Je kunt lichtstralen tekenen: 

• als rechte lijnen 
• van de bron af
• met een pijl erin

Lichtsnelheid

Licht beweegst met een snelheid van:

                        300.000.000 m/s. 

Dat is ongeveer 

                            1 miljard km/h.

Hoe lang doet licht over een rondje rond de aarde
(40.000 km per rondje)?

1. 0,13 s
2. 7,5 s
3. 20.000 s
4. 23.800.500 s

Lichtbronnen

Natuurlijke lichtbronnen (komt in de natuur voor)

Kunstmatige lichtbronnen (door mensen gemaakt)

Natuurlijke lichtbron

Kunstmatige lichtbron

spaarlamp

brandende lucifer

houtvuur

vuurwerk

zon

bliksemflits

Lichtbronnen

Direct licht

Indirect licht

Schaduw

Een plaats waar geen 

direct licht komt

Dus wel indirect licht

Schaduw tekenen

Teken vanaf de lichtbron

twee lijnen (randstralen)

langs het voorwerp

Schaduwsoorten

Kernschaduw

Bij twee of meer lichtbronnen:

de plaats waar geen 

direct licht van één van de 

lichtbronnen komt

Halfschaduw

Maak opgaven:

1, 3, 5, 6, 7, 8

Huiswerk:

maak de opgaven af: 1, 3, 5, 6, 7, 8

leer: paragraaf 2.1

Inhoud les

Huiswerkcontrole

Uitleg over zien en gezichtsveld

Opgaven maken

Huiswerk

Hoe snel gaat licht?

1. 1.000 km/u
2. 1.000.000 km/u
3. 1.000.000.000 km/u
4. 1.000.000.000.000 km/u

Hoe heten de
rode pijlen?

1. Zichtlijnen
2. Randstralen
3. Kijklijnen
4. Randpijlen

Natuurlijke lichtbron

Kunstmatige lichtbron

spaarlamp

brandende lucifer

houtvuur

vuurwerk

zon

bliksemflits

Een satelliet is 's nachts
zichtbaar als een ster.
Welke term hoort bij
een satelliet?

1. direct licht
2. indirect licht
3. kernschaduw
4. natuurlijke lichtbron

Welke uitspraak over
schaduw klopt?

1. gebied buiten de randstralen
2. gebied waar het helemaal donker is
3. gebied waar geen indirect licht komt
4. gebied waar geen direct licht komt

Welke uitspraak over
kernschaduw klopt?

1. donkerder dan halfschaduw
2. lichter dan halfschaduw
3. bij twee lichtbronnen de plek waar licht van één bron komt
4. bij drie lichtbronnen, de plek waar geen licht van twee lichtbronnen komt

Hoe kan het dat je een
voorwerp ziet?

1. Elk voorwerp geeft licht.
2. Elk voorwerp weerkaatst licht in één richting.
3. Elk voorwerp weerkaatst licht in alle richtingen
4. Er komt licht uit je ogen dat weerkaatst wordt door het voorwerp.

Wanneer zie je een
lichtstraal?

1. Altijd
2. Nooit
3. Als er stof in de lucht aanwezig is.
4. Als het licht gekleurd is.

Zien

Je ziet een voorwerp als er licht van dat voorwerp in je oog valt.

Het voorwerp weerkaatst licht van lichtbronnen naar alle kanten

(divergerend).

Je ziet een lichtbundel alleen als het licht                                               

weerkaatst door stofdeeltjes in de lucht.

Gezichtsveld

Het gebied dat je kunt zien.

Zichtlijnen

Klein experiment

Doe één oog dicht.

Doe je twee handen met een kleine opening voor het open oog.

Kijk wat je nu kunt zien van het lokaal zonder je hoofd te bewegen.

Maak de opening steeds groter.

Maak opgaven:

2, 9, 10, 11, 12, 13

Huiswerk:

maak de opgaven af: 2, 9, 10, 11, 12, 13

leer: paragraaf 2.1