Duits les 2A

• Duits
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 2

Was machen wir Heute?

• Lernziele des Unterrichts;
• Erklärung Personalpronomen;
• Quizfragen personalpronomen;
• Vorstellen üben;
• Ende der Klasse;

Lernziele des Unterrichts

Aan het einde van de les:

• Benoem je 2 Duitse persoonlijke voornaamwoorden;
• Benoem je wat standaard zinnetjes van Sprachmittel;

Erklärung Personalpronomen

• Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
• Wat valt je op in het Duits?

Ik -> ich

Jij -> du

Hij/zij/het -> er/sie/es

Wij -> wir

Jullie -> ihr

zij/u -> sie/Sie

Es

sie/Sie

Er

Wir

Ihr

Du

sie (enkelvoud)

Ich

ik

jij

hij

zij (enkelvoud)

het

wij

jullie

zij/u

..... (zij (enkv.)) ist ein Mädchen.

1. Sie
2. sie
3. es
4. er

Wir haben das Fach Deutsch. Habt ..... (jullie) dein Hausafgaben gemacht?

1. wir
2. Sie
3. ihr
4. du

Kurze Wiederholung Sprachmittel

1. Wie heißt du?

2. Woher kommst du?

3. Wo wohnst du?

4. Wie alt bist du?

5. Was ist deine Adresse?

6. Was ist deine Telefonnummer?

7. Hast du Geschwister?

8. Was sind deine Hobbys?

Ende der Klasse

Leerdoelen behaald?

Vragen?

• Nu kan je de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits benoemen;
• Kan je jezelf voorstellen in het Duits;