Yuverta

2 vmbo-kgt thema 2.3 Voeding en vertering: het verteringsstelsel

Thema 2 Voeding en vertering
2.4 Het verteringsstelsel
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering
2.4 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag (2.4)
Aan het einde van de les:
- kan je de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven
- kan je de delen van een gebit noemen met hun functie
- kan je de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

2.4 het verteringsstelsel
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om goed te werken.

Voordat je cellen de voedingsstoffen kunnen opnemen, moet het voedsel worden verteerd.
Daarvoor zorgt het verteringsstelsel.


Slide 3 - Tekstslide

2.4 het verteringsstelsel
Onderdelen tussen mond en anus

Darmkanaal:
- slokdarm
- twaalfvingerige darm
- dunne darm
- dikke darm
- endeldarm





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

2.4 Het verteringsstelsel
Sommige voedingsstoffen kunnen door de wand van het darmkanaal heen. Deze stoffen kunnen dus meteen worden opgenomen in het bloed. Je hoeft ze dus niet te verteren.

Dit zijn glucose, mineralen, vitamines en water.

Slide 6 - Tekstslide

2.4 het verteringsstelsel
Andere voedingsstoffen kunnen niet door de darmwand heen.
Dit zijn eiwitten, de meeste koolhydraten en vetten.

Deze voedingsstoffen moeten dus eerst worden verteerd voordat ze kunnen worden opgenomen in het bloed.

Slide 7 - Tekstslide

2.4 het verteringsstelsel
Verteren is het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen: de verteringsproducten.

Deze stoffen kunnen wel door de wand heen en in het bloed worden opgenomen.


Slide 8 - Tekstslide

2.4 Het verteringsstelsel
De vertering gebeurt in 2 stappen:
- voedsel in kleine stukjes verdelen door te kauwen
- voedingsstoffen afbreken met behulp van verteringssappen

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1 van de vertering: kauwen

Slide 10 - Tekstslide

2.4 Het verteringsstelsel
Kauwen doe je met je gebit.
Je gebit bestaat uit:
- snijtanden
- hoektanden
- kiezen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

2.4 het verteringsstelsel
Met snijtanden en hoektanden bijt je stukken van het voedsel af.

Kiezen hebben een knobbelige bovenkant. Daardoor kun je het voedsel tussen de kiezen fijnmalen. Het voedsel wordt zo in kleine stukjes verdeeld, zodat je het beter kan doorslikken.

Kauwen heeft ook een functie bij de vertering. Door het voedsel in kleine stukjes te verdelen, wordt het oppervlak van het voedsel vergroot.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stap 2 van de vertering: verteringssappen

Slide 15 - Tekstslide

2.4 Het spijsverteringsstelsel
In het verteringsstelsel liggen verschillende verteringsklieren.
De verteringsklieren maken verteringssappen.

Voorbeelden van verteringsklieren: speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en darmsapklieren.

Voorbeelden van verteringssappen: speeksel, maagsap

Slide 16 - Tekstslide

2.4 Het verteringsstelsel
De verteringssappen zetten voedingsstoffen om in verteringsproducten.

Veel verteringssappen bevatten enzymen. Deze enzymen zorgen ervoor dat voedingsstoffen sneller worden afgebroken.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

2.4 Het spijsverteringsstelsel
Alles wat je eet en drinkt wordt door het darmkanaal voortgeduwd.

In de wand van het darmkanaal bevinden zich 2 soorten spieren:
- kringspieren
- lengtespieren

Slide 19 - Tekstslide

2.4 Het spijsverteringsstelsel
De spieren in de darmwand zorgen voor het vooruitduwen van de voedselbrij. Door het afwisselend samentrekken van deze spieren ontstaan peristaltische bewegingen.

Deze peristaltische beweging samen noem je de darmperistaltiek.

Voedingsvezels prikkelen de spieren in de darmwand en zorgen daardoor voor een goede darmwerking.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 22 - Tekstslide

zelf aan de slag
2.3 Het spijsverteringsstelsel: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 5 maken
(vanaf blz. 99)




Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven
- kan je de delen van een gebit noemen met hun functie
- kan je de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven

Slide 32 - Tekstslide