Yuverta
‹Terug naar zoeken

7.1: Verschillende soorten grenzen

7.1 Verband tussen grenzen en identiteit
Verschillende soorten grenzen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 Verband tussen grenzen en identiteit
Verschillende soorten grenzen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Par. 2: Water in beweging
Deze les:
  • Wat weet jij al?
  • Uitleg: Paragraaf 7.1
  • Werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grens

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Maak mindmap op het bord

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grens
Bedacht door mensen!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open grens of zachte grens
Open grens of zachte grens = Grens die makkelijk te passeren is en niet vastligt.
Grens tussen provincies (Limburg – Noord Brabant)
Grens tussen gemeentes (Weert-Nederweert)
Grens tussen wijken (Graswinkel-Moesel)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten grens of harde grens
Gesloten grens of harde grens = Grens die moeilijk te passeren is en vastligt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een natuurlijke grens.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
zachte grens
B
gesloten grens

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke grens
Kunstmatige grens

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn open of zachte grenzen?
A
Grenzen die moeilijk over te steken zijn
B
Grenzen die makkelijk over te steken zijn
C
Dat zijn altijd natuurlijke grenzen
D
Dat zijn grenzen waar je niet over komt

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Open grens

Gesloten grens

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen de EU hebben wij....
A
harde grenzen
B
zachte grenzen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

is een open grens hetzelfde als een harde grens?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Par. 2: Water in beweging
Nu doen:
  • Lees par. 7.1 (alleen verschillende soorten grenzen)

Huiswerk:
  • Opdracht 1, 2 en 3 in je werkboek
    Bladzijde 156 en 157 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inlijven (annexeren)

Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

www.dumpert.nl

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

eenvandaag.avrotros.nl

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

www.rtlnieuws.nl

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 4, 5 en 6 in je werkboek. 
Bladzijde 157 en 158
Hoofdstuk 4 paragraaf 1

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is annexeren?
A
Het weggeven van een gebied
B
Het innemen van een gebied van een ander land.
C
Zonder geweld een gebied veroveren
D
Het innemen van de Krim door Rusland

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij uitsluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen ontwikkelen een (groeps)identiteit op basis van onder andere sociaaleconomische kenmerken. Welk kenmerk is een sociaaleconomische kenmerk?
A
Taal
B
Tradities
C
Opleidingsniveau
D
Inkomen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Friezen hebben een eigen (groeps)identiteit
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies