Yuverta

A22VH2 - 5 status + check + nieuw

A22VH2 - 5 status + check + nieuw
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
MelkveehouderijMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

A22VH2 - 5 status + check + nieuw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie moet nog?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat BVD voor?
A
Berenklauw
B
Buikpijn voor dieren
C
Bovine virus Diarree
D
Dier en welzijn

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de B voor in BVD?
A
Bovine
B
V
C
D
D
Berenklauw

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de V voor in BVD?
A
Virus
B
D
C
4e letter alfabet
D
vrij

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel statussen zijn er voor BVD?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke statussen zijn er voor paratbc?
A
a
B
b
C
c
D
alle drie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke bacterieziekte zien we vaak hoge koorts (41 graden) in het acute geval?
A
Leptospirose
B
Paratuberculose
C
Salmonella

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor ziekte is paratuberculose?
A
Een ongeneeslijke mastitis
B
Een ongeneeslijke darmontsteking
C
Een ongeneeslijke longontsteking
D
Een acute darmontsteking

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang na de infectie heeft de koe antistoffen bij salmonella?
A
4 maanden
B
5 maanden
C
6 maanden
D
7 maanden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er een drager koe bij salmonella?
A
Weg doen
B
Separeren
C
Antibiotica
D
Niets doen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de verschijnselen bij kalveren met salmonella?
A
Gewrichtproblemen, longontsteking
B
diarree
C
koorts

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'uitbraakfase' bij Salmonella?
A
Niet zichtbare verschijnselen
B
Zichtbare verschijnselen
C
Verdwijnt spontaan
D
Er is niets aan de hand

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel statussen zijn er voor leptospirose?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang blijft een koe drager na infectie met leptospirose?
A
1 maand
B
1 jaar
C
3 jaar
D
levenslang

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen verschijnsel van leptospirose?
A
Daling melkgift
B
abortus
C
vervetten
D
sterfte

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een besmetting met leptospirose?
A
Door opname van besmette urine van onder andere ongedierte
B
door eten van soja
C
door vogels

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke bacterieziekte heeft een bedrijf status n1, n2 of n3?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegen welke van onderstaande ziekten mag je vaccineren bij koeien?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Pararuberculose
D
IBR

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt het als een veehouder status C heeft voor paratuberculose?
A
Dan zijn er geen besmette dieren op het bedrijf
B
Dan waren er besmette dieren, maar tijdig afgevoerd
C
Dan zijn er besmette dieren aanwezig die niet zijn afgevoerd
D
Deze status bestaat niet

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ziekte wordt overdragen via besmette urine?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke ziekte kan een koe ook genezen ipv een drager worden?
A
Salmonella
B
IBR
C
Paratuberculose

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gram besmette mest kan een salmonella infectie veroorzaken?
A
1 gram
B
10 gram
C
100 gram
D
1000 gram

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bacterie overleeft in de nieren van koeien?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke diergroep is het allermeest gevoelig voor het oplopen van een besmetting met salmonella?
A
kalveren in de eerste twee weken
B
kalveren tussen 2 weken en drie maanden
C
kalveren tot een jaar
D
Kalveren ouder dan een jaar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je op zoek bent naar dragers van salmonella, met hoeveel tussentijd moet je dan individueel melk/bloed onderzoek doen?
A
minimaal een maand er tussen
B
minimaal 6 maanden er tussen
C
minimaal 12 maanden er tussen
D
minimaal 2 jaar er tussen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande bacterieziekte geeft over het algemeen geen abortus?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bacterieziekte heeft over het algemeen de langste incubatietijd ?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de ziekte genoemd die veehouders kunnen krijgen van koeien die leptospirose hebben?
A
Q-koorts
B
Ziekte van Crohn
C
Ziekte van Lyme
D
Melkerskoorts

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indien jij als veehouder status A hebt voor paratuberculose, hoe vaak wordt er dan individueel melkonderzoek gedaan voor paratuberculose?
A
eens per jaar
B
eens per twee jaar
C
helemaal niet

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indien er IBR op het bedrijf voorkomt, hoe voorkom je dan dat jonge dieren positief worden op IBR?
A
Door groepen te scheiden (IBR positieve groep en negatieve groep)
B
Door goed te ventileren in de stal
C
Door te vaccineren tegen IBR 2x per jaar vanaf 3 maand

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande verschijnselen zie je bij een acute IBR infectie?
A
Baarmoederontsteking
B
Gewrichtsontsteking
C
Vieze neusuitvloeiing
D
Uierontsteking

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je het snelst uitvinden of een koe klinisch/acuut IBR heeft?
A
Melk onderzoek
B
Mest onderzoek
C
neusswab nemen
D
Bloedtappen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat je wat vage verschijnselen ziet bij koeien die een BVD infectie doormaken?
A
BVD gaat naar de hersenen
B
BVD pakt de witte bloedcellen aan waardoor die minder goed werken
C
BVD verspreid zich via de longen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uitgebreid in eigen woorden uit hoe kalveren drager worden van BVD.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huidaandoeningen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke huidaandoeningen ken je?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Zonnebrand treedt op als er een stofje (fytoprofirine) via de bloedbaan in de huid is terecht gekomen. De combinatie met zonlicht leidt tot beschadiging van de huid. Fytoporfirine wordt in de pens gevormd uit bladgroen (clorofyl). Bij een goede leverwerking wordt stofje omgezet en gescheiden met de gal en wordt het uitgescheiden.
Hoe komt het stofje soms toch in de huid terecht? Dat heeft te maken met leverschade door een toxine; mycotoxine sporidesmin. Deze toxine wordt veroorzaak door een schimmel; Pithomyces chartarum. Deze schimmel bevindt zich in de natuur en kan onder ‘gunstige’ omstandigheden toeslaan. Deze omstandigheden zijn: dood plantmateriaal, een luchtvochtigheid hoger dan 90 procent en minimaal 10 dagen een dagtemperatuur boven de 12 tot 15 dagen. Vooral met een relatief warm najaar, zoals oktober 2020, treedt het verschijnsel daarom vaker op

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen teken overdragen
A
Bacteriën
B
Parasieten
C
Schimmels

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de besproken aandoeningen is een zoönose?
A
Luizen
B
Wratten
C
Ringworm/ringschurft
D
Zonnebrand

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:09
Welke huidaandoening zie je bij de koeien op het filmpje?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 52 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:29
Deze aandoening jeukt. Welke aandoening is dit?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 54 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:42
Welke aandoening heb je op het filmpje gezien?

Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 56 - Video

Deze slide heeft geen instructies

04:00
Welke huidaandoening is op het filmpje te zien?

Slide 57 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies