Yuverta

Basisstof 4: Cellen van dieren en planten

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 4: Cellen van dieren en planten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 4: Cellen van dieren en planten

Slide 1 - Tekstslide

Een orgaan is een deel van een organisme met één of meer functies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Een kat is een orgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de organisatieniveaus van groot naar klein. (Links naar rechts)
Konijn
Geraamte
Bot
Beenweefsel
Beencel

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoelen 


  • Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en hun functies

Slide 5 - Tekstslide

Cellen van dieren
Een dierlijke cel bestaat voor het grootste deel uit cytoplasma (celplasma). Dit is water met opgeloste stoffen. 

Daaromheen ligt een dun vliesje, het celmembraan. In het cytoplasma ligt de celkern. Deze regelt alles wat er in de cel gebeurt. 

Slide 6 - Tekstslide

Cellen van planten
Plantencellen hebben nog meer delen.

Bij planten ligt om de cel een celwand. Deze is dik en stevig. Dit is tussencelstof

In het cytoplasma kunnen bladgroenkorrels voorkomen, dit zit in de groene delen van een plant. Hierin vindt fotosynthese plaats. 
Dan hebben we nog de vacuolen, blaasjes gevuld met vocht. 

Slide 7 - Tekstslide

Dierlijke cellen hebben een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Waaruit bestaat het grootste deel van een dierlijke cel?
A
Uit de celkern
B
Uit het celmembraan
C
Uit het cytoplasma

Slide 9 - Quizvraag

De cellen van een aap hebben een vacuole
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Cellen van een dier hebben altijd ...
A
Cytoplasma
B
Een vacuole

Slide 11 - Quizvraag

Welk deel van een plantencel kan meerdere keren voorkomen in één cel?
A
Een celkern
B
Een celmembraan
C
Een bladgroenkorrel

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag met het huiswerk!

Maken:
 Opdrachten 1, 2, 4, 5, 6, 9, 10, 11 in je boek
Test jezelf online

Leren:
Basisstof 4

Slide 13 - Tekstslide