GL 22-23 week 29 mei t/m 2 juni Les 5

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Leesles Les 5

Theorie: Welke stappen zet je bij het lezen van de tekst, welke vraagsoorten heb je?

Uitlegopdracht

Aan de slag

Bespreken

Theorie

1. Wat is de titel van de tekst? Vertaal deze naar het Nederlands.

2. Uit hoeveel alinea’s bestaat deze tekst?

3. Vertaal de tussenkopjes naar het Nederlands

Vraagsoorten

Gatenvraag

juist-onjuistvragen

Opdracht

Wat: je krijgt een tekst en gaat de bijbehorende opdrachten maken

Hoe: via werkbladen, markeer in de tekst waar je het antwoord vandaan hebt.

eerst in tweetal

daarna in viertal

Tijd: 20 minuten

Verwerking: antwoorden op placematblad

Bespreken: je krijgt het antwoord te horen

5. Wat wordt uit de inleiding over Nora Tschirner duidelijk?

1. Sie arbeitet an mehreren Filmen gleichzeitig
2. Sie macht beruflich noch mehr außer Schauspielen
3. Sie spielt am liebsten Rollen in Kinderfilmen

6. Welk woord past inhoudelijk op het gat van alinea 1?

1. faul
2. nervös
3. ungeduldig
4. ungehorsam

7. Was macht Absatz 2 über Nora deutlich?

1. Sie bedauert es, keine Lehrerin geworden zu sein.
2. Sie hat eine Lehrerin von ihr sehr bewundert.
3. Sie ist auf eine besondere Schule gegangen.
4. Sie übt Kritik an dem Schulsystem.

Geef bij elke bewering over Nora aan of ze wel of niet met de inhoud van de alinea’s 3-5 overeenkomen.

1 Nora doet alleen aan hobby’s die voor haar beroep nuttig zijn.

1. niet
2. wel

Geef bij elke bewering over Nora aan of ze wel of niet met de inhoud van de alinea’s 3-5 overeenkomen.

2 Nora onthoudt moppen door ze op te schrijven.

1. niet
2. wel

Geef bij elke bewering over Nora aan of ze wel of niet met de inhoud van de alinea’s 3-5 overeenkomen.

3 Nora wilde eerst zangeres worden.

1. niet
2. wel