In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Deze week
Voorkennis: Wat weet je al over stoffen
Stofeigenschappen
Opgaven voorkennis en H4.1
Slide 1 - Tekstslide
H4.1 stofeigenschappen
Mengsels en zuiver stoffen
Stoffen zuiveren
Moleculen sorteren
Eigenschappen vastleggen
Slide 2 - Tekstslide
Stofeigenschappen:
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Fase (bij kamertemp.)
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water
Geen stofeigenschappen:
Temperatuur
Vorm
Massa
Volume
Slide 3 - Tekstslide
Zuivere stoffen of mengsels
Zuivere stof
Slechts één type bestandsdeel
Mengsel
twee of meer stoffen bij elkaar en niet een nieuwe stof vormen
Slide 4 - Tekstslide
Sleep de stofeigenschappen naar het juiste vakje
Stofeigenschappen
Geen stofeigenschappen
Geur
Kleur
Hoeveelheid
massa
dikte
brandbaarheid
smaak
vorm
fase
Slide 5 - Sleepvraag
Mengsel
Zuivere stof: element
Zuivere stof: verbinding
Slide 6 - Sleepvraag
Is lucht een zuivere stof?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Zuiveren
Als je een stof gaat zuiveren, ben je eigenlijk de moleculen aan het sorteren.
Alle moleculen van dezelfde soort bij elkaar sorteren
Dat sorteren en zuiveren doe je door scheidingsmethodes te gebruiken.
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13
3 zuivere stoffen
Slide 8 - Tekstslide
Scheidingsmethoden
extraheren:
scheiden van stoffen door oplossen van kleur- geur- en smaakstoffen
filtreren:
stoffen scheiden d.m.v. een filter
indampen:
een vaste stof wordt uit een vloeistof gescheiden door de vloeistof te laten verdampen
Slide 9 - Tekstslide
Eigenschappen vaststellen
Oplosbaarheid:
de mate waarin een stof oplost in een andere stof, bv water of olie
Geleiding:
Alle metalen geleiden goed, rest zijn isolatoren
Dichtheid:
Is de hoeveelheid massa in een bepaald volume
Het gewicht van een stof per volume-eenheid
Dichtheid = massa : volume
Slide 10 - Tekstslide
Zuivere stof of mengsel?
mengsel
zuivere stof
zuivere berglucht
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
suiker
gemalen koffie
Slide 11 - Sleepvraag
Alcohol is een zuivere stof en water is een zuivere stof. Als je ze bij elkaar doet krijg je ...
A
een mengsel
B
NIX18
C
een zuivere stof
D
goud
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de dichtheid?
A
de massa van één vierkante centimeter van een stof
B
Een ander woord voor soortelijke massa
C
de massa gedeeld door het volume
D
Hoeveel gram één vierkante centimeter weegt.
Slide 13 - Quizvraag
Samenvatting H4.1
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.
De proef is ongeveer gelijk aan de proef in het nask-boek; Proef 1: zout scheiden van zand.
Vul tijdens de proef jouw bevinden in jouw nask-boek
Kader: p. 232
GT: p. 230
Slide 18 - Tekstslide
1: Verzamel benodigheden
ca 15 g Zout
ca 15 g Zand
Een keukenzeef of koffiefilter
Een pan en een verwarmingselement
Aangeraden om een tweede pan of kom te hebben om de gezeefde zoutoplossing in op te vangen.
Slide 19 - Tekstslide
2) Mengen zand en zout
Om een gecontroleerd experiment uit te kunnen voeren doe je je best om van beide stoffen evenveel te gebruiken
Zorg dat je van beide stoffen ongeveer 15 gram gebruikt. Dit komt neer op ruwweg 1 eetlepel zand en 1 eetlepel zout.
Meng in de pan gelijke delen zand en zout met elkaar
Met kleinere hoeveelheden is het proefje gemakkelijker voor te bereiden en kun je na afloop eenvoudiger schoonmaken.
Slide 20 - Tekstslide
3) het oplosmiddel toevoegen
Doe water bij het zand en het zout. Als je 15 gram zand en 15 gram zout hebt voeg je ongeveer 150 ml water toe.
Als je te veel water gebruikt duurt het te lang voordat alles afgekookt is.
Slide 21 - Tekstslide
4) extraheren van mengsel
Bij deze stap kun je het mengsel het beste opwarmen op een matig vuur op een fornuis.
Met wat warmte zal het zout in beweging komen en in het water oplossen. Roer ondertussen het mengsel.
Als je het oplossen niet wilt beïnvloeden, laat het mengsel dan een nachtje staan en kom er niet aan.
Zorg ervoor dat je het water niet zo sterk verwarmt dat het gaat koken. Daardoor zal het water gewoon verdampen en zal je helemaal opnieuw moeten beginnen.
Slide 22 - Tekstslide
5) filtreren / zeven zand uit zoutoplossing
Nu het zout volledig opgelost is in het water is het tijd om het zout en de zoutoplossing te scheiden.
Zeef het zand uit de zoutoplossing.
Giet het mengsel door een zeef of een koffiefilter.
Zorg ervoor dat je dit boven een pan of kom doet om de vloeistof op te vangen.
Je kunt het mengsel het beste boven een pan zeven, want dan kun je het gemakkelijk koken.
Slide 23 - Tekstslide
6) Indampen zoutoplossing
Om het zout en het water volledig van elkaar te scheiden zal je ervoor moeten zorgen dat het zout weer terugkomt in zijn oorspronkelijke toestand. Dit kun je doen door het water te koken.
Zet de pan op een fornuis en laat het water koken. Wacht totdat het water volledig weg gekookt is. Draai het vuur uit. Je zou nu het zout in de pan moeten kunnen zien liggen.
Het kookpunt van zout ligt veel hoger dan dat van water. Om de pan te beschermen kook je de zoutoplossing op een relatief laag vuur. Het duurt misschien langer voordat de zoutoplossing kookt, maar de snelheid is het risico op schade niet waard.
Je kunt nu het zout uit de pan halen. Leg als je dat wilt het herwonnen zout naast het zand om het proefje officieel af te ronden.