Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
Module 2. Ontv verw goe H3 Goederen opslag (p.68 - 97)
RETAIL THEORIE
Module 2. Opslagmethode
Boek: Ontvangt en verwerkt goederen
Doel: Slaat goederen op en verzorgt de opslagruimte (B1-K1-W3)
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Retail
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
RETAIL THEORIE
Module 2. Opslagmethode
Boek: Ontvangt en verwerkt goederen
Doel: Slaat goederen op en verzorgt de opslagruimte (B1-K1-W3)
Slide 1 - Tekstslide
INTRODUCTIE HOOFDSTUK 3
Lees pagina 69.
Hierna gaan we een introfilmpje kijken en twee vragen beantwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Je zag verschillende werkzaamheden.
Welke werkzaamheden komen ook voor in de winkel?
timer
3:00
Slide 4 - Open vraag
Lijkt het werken in een groot magazijn jou leuk? Waarom wel/niet.
Minimaal 5 zinnen.
Slide 5 - Open vraag
3.1 MAGAZIJNEN
Voorkennis ophalen
Theorie
Vragen maken
Slide 6 - Tekstslide
timer
1:30
Magazijn
- werkzaamheden
- functies
Slide 7 - Woordweb
MAGAZIJN
Artikelen ontvangen
Artikelen controleren
Artikelen verkoop klaar maken
Magazijn opgeruimd/schoon houden
Afval/emballage scheiden
Eventueel prijzen
Opslagruimte (seizoen/piek/bestelling klant/ transport/diefstalgevoelig)
Slide 8 - Tekstslide
OPSLAGMOGELIJKHEDEN
Extern magazijn
Intern magazijn
Winkels zonder magazijn
Fysieke winkel met webwinkel
Webwinkel zonder fysieke winkel
Veiligheid bij opslag
Slide 9 - Tekstslide
EXTERN MAGAZIJN
Niet direct bij winkel gevestigd --> andere locatie
Centraal magazijn voor meerdere filialen
Bij industrieterrein (goedkoper dan midden centrum)
Gedeeld met diverse bedrijven
Magazijn v leverancier
Slide 10 - Tekstslide
INTERN MAGAZIJN
In winkelvestiging
Verkoop oppervlakte ingeleverd voor magazijn
Dure meters
Slide 11 - Tekstslide
WINKEL ZONDER MAGAZIJN
Vaak levering
Verkoopruimte groot genoeg voor alle voorraad
Alles in winkel = ook de voorraad
Belangrijk: bestellingen en leveringen in balans anders nee-verkoop.
Slide 12 - Tekstslide
FYSIEKE WINKEL MET WEBWINKEL
Fulfillment = magazijnbeheer
Fulfillment --> magazijntaken uitbesteed aan ander bedrijf (picken verzenden etc)
Voordelen
- minder personeel
- minder ruimte voor opslag
- verkoop gaat door
- fulfillment bedrijf = logistiek expert
- snellere levering
Slide 13 - Tekstslide
Nadelen fulfillment
- als fulfillment bedrijf fout maakt = dit jouw fout
- afhankelijk van andere partij
Voorraad uit winkel halen (boodschappen bezorgen)
Slide 14 - Tekstslide
WEBWINKEL ZONDER FYSIEKE WINKEL
Geen verkoopruimte
Alleen magazijn
Kan ook via fulfillment
Slide 15 - Tekstslide
Waar moet je op letten bij artikelen opslaan in magazijn?
Slide 16 - Woordweb
VEILIGHEID BIJ OPSLAG
Niet te hoog
Speciale opslagvoorschriften artikelen
Zware artikelen laag
Breekbare artikelen niet onderaan
Overzichtelijk opslaan (notities op doos)
Artikelen die niet bij elkaar kunnen scheiden (rauw vlees + bereid voedsel)
Slide 17 - Tekstslide
OPDRACHT
Lees 3.1 (p 70 - 73) voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt.
Maak vraag 1 - 69 (p 93).
Zoek 1 begrip op dat je geleerd hebt in deze paragraaf. (volgende dia komt deze vraag ;) )
Slide 18 - Tekstslide
Noteer het begrip dat je opgezocht hebt.
timer
2:00
Slide 19 - Open vraag
Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.
timer
2:00
Slide 20 - Open vraag
3.2 PLAATSING IN HET MAGAZIJN
Voorkennis ophalen
Theorie
Vragen maken
Afsluiting
Slide 21 - Tekstslide
timer
1:30
Op welke manieren kun je een
magazijn ordenen?
Slide 22 - Woordweb
3 soorten opslagsystemen
Vaste locatie systeem
Vrij locatie systeem
Gemengd locatie systeem
Pagina 74 boek afbeelding.
Slide 23 - Tekstslide
VAST LOCATIE SYSTEEM
Artikelen vaste plek in magazijn
Duidelijke indeling
Nadeel: bij incidentele bulk geen plek
5 manieren van ordenen binnen vast locatie systeem
Assortimentsgroep
Winkelpresentatie
Langzaam lopers en snellopers
Aard van het artikel
Basisassortiment
Slide 24 - Tekstslide
Wat zou indeling naar assortimentsgroep betekenen. Geef hier een voorbeeld van.
timer
1:30
Slide 25 - Open vraag
Family-grouping is...
timer
1:30
Slide 26 - Open vraag
Een magazijn indeling naar winkelpresentatie is...
timer
1:00
A
Net zo veel in het magazijn als in de winkel.
B
Magazijn zelfde indeling als winkel
C
Magazijn net zo groot als winkel.
D
Magazijn en winkel zijn samen 1.
Slide 27 - Quizvraag
Waar let je op als je artikelen in het magazijn zet aan de hand van de 'aard' van de artikelen?
timer
2:00
Slide 28 - Open vraag
Een ander woord voor veelgevraagd artikel is snelloper. Snellopers worden ook wel .... genoemd.
A
Fast runners
B
Quick runners
C
Quick movers
D
Fast movers
Slide 29 - Quizvraag
Als je een magazijn indeelt adhv snel- en langzaam lopers dan .... (2 antwoorden)
timer
1:00
A
Staan de snellopers voorin
B
Staan de snellopers achterin
C
Staan de langzaam lopers voorin
D
Staan de langzaam lopers achterin
Slide 30 - Quizvraag
5 INDELINGEN BIJ VAST LOCATIESYSTEEM
Assortimentsgroep
Family-grouping. Artikelen die bij elkaar horen. Food, snijbloemen, etc.
Winkelpresentatie
Magazijn zelfde indeling winkel = bekend voor medewerkers.
Langzaam lopers en snellopers
Langzaam achterin, snel (= fast mover) voorin en makkelijk te bereiken.
Aard van het artikel
Fysieke eigenschappen zoals kwetsbaarheid, behandelingsetiketten.
Basisassortiment
Basisassortiment artikelen vaste plek. Altijd op voorraad zijn.
Slide 31 - Tekstslide
Wat betekent dit etiket?
timer
2:00
Slide 32 - Open vraag
Wat betekent dit etiket?
timer
2:00
Slide 33 - Open vraag
Wat betekent dit etiket?
timer
2:00
Slide 34 - Open vraag
Wat betekent dit etiket?
timer
2:00
Slide 35 - Open vraag
Wat betekent dit etiket?
timer
2:00
Slide 36 - Open vraag
VRIJE LOCATIE
Willekeurige plek opslaan.
Belangrijk: locatiecode.
Voordeel: alle vrije ruimte beschikbaar.
Nadeel: duurt soms langer om te vinden.
Slide 37 - Tekstslide
GEMENGD LOCATIESYSTEEM
Sommige vaste plek --> basisartikelen
Sommige willekeurige plek --> actie artikelen, seizoensgebonden artikelen, rage artikelen.
- Actie artikelen
Vooraan, geen vaste plek,
- Seizoensgebonden artikelen
Plek goed te bereiken tijdens seizoen, daarna achterin
- Rage artikelen
Korte tijd, plek die makkelijk te bereiken is.
Slide 38 - Tekstslide
OPDRACHT
Lees 3.2 (p 74 - 78) voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt.
Maak vraag 7 - 11 (p 93 94).
Zoek 1 begrip op dat je geleerd hebt in deze paragraaf. (volgende dia komt deze vraag ;) )
Slide 39 - Tekstslide
Noteer het begrip dat je opgezocht hebt.
timer
1:00
Slide 40 - Open vraag
Noem 1 ding dat je geleerd hebt van deze les.
timer
3:00
Slide 41 - Open vraag