Yuverta

8.1 Electrische stroom

Hoofdstuk 8
Elektriciteit

Vanaf blz 72 en verder
1 / 84
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 84 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Elektriciteit

Vanaf blz 72 en verder

Slide 1 - Tekstslide

8.1 Electrische stroom
t.van.de.wiel@yuverta.nl

Slide 2 - Tekstslide

Wat nu dan weer
  • Les NASK
  • Bijna examen (mei)
  • Ik ga jullie alleen helpen als jullie zelf positief meedoen. 
  • Klasgenoten met rust laten. Iedereen heeft recht op onderwijs

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie nog
Huiswerk, is dat gelukt?

Nakijken en bespreken pagina 72 & 73

Slide 4 - Tekstslide

Symbolen niet leren
Maar weten dat je de antwoorden vind
op blz 12 in de Binas

Slide 5 - Tekstslide

Vermeningvuldigingsfactoren
m = milli = : 1000

Dus van A --> mA = : 1000
Dus van mA --> A = X 1000

Slide 6 - Tekstslide

Gesloten stroomkring

Slide 7 - Tekstslide

Stroommeter
Stroom sterkte geef je aan in Ampère (A)
= dus Ampèremeter

Zelf oefenen met serie en parallelschakelingen

Slide 8 - Tekstslide

Maken + huiswerk
Vraag 1, 2, 3 4, 5, en 6
Blz 76 en 77

Als je dat klaar hebt en goed gewerkt hebt MAG je proef 1 doen

Daarna vraag 7, 8, 9 en 10
Blz 80

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

9.2 Spanning
Blz. 88 en verder

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Spanning meten
Doen we met een spanningsmeter

Spanning geef je aan in volt (v)

Dus dit ding heet een voltmeter

Te herkennen aan de grote V in het scherm

Slide 21 - Tekstslide

Hoe sluit ik de volt meter aan:

Slide 22 - Tekstslide

Maken NU in de les
9.2 vraag 1, 2, 3 en 4

Lees daarvoor ook goed de tekst op blz 88 en 89

Slide 23 - Tekstslide

Soorten schakelingen

Slide 24 - Tekstslide

Schakeling met 
1 lampje
Nu gaan we de spanning meten. Bouw de schakeling zoals op de tekening. 

De voltmeter staat parallel geschakeld met het lampje.


Slide 25 - Tekstslide

Maken nu in de les
5, 6 en 7

Als klaar start dan in tweetallen (dus niet met 3):

Proefje 1

Slide 26 - Tekstslide

Nu maken in de les + huiswerk
Maak proef 2

Daarna vraag 8, 9 en 10
Controlleer goed of je alle vragen van 8.1 en 8.2 goed hebt gemaakt en of ze in je boek staan.

Slide 27 - Tekstslide

Nakijken 8.2
8.2 Spanning

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

8.3 Energieverbruik
Bladzijde 99 t/m 114

Zelfstandig maken vraag 1 t/m 21

Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 40 - Tekstslide

Vermogen
Vermogen = het totaal aantal energie dat een apparaat per seconde gebruikt. 

Dit is aangegeven in Watt (W)

1 W = 1000 mW
1 mW = 0,001 W

Slide 41 - Tekstslide

Hoe reken ik watt uit en milliWatt
van W(att) naar mW = ...... X 1000 = antwoord

van mW naar W(att) = ....... : 1000 = antwoord

Maken en goed oefenen vraag 1 t/m 5 in je boek.
Niet af niet weg.....

Slide 42 - Tekstslide

Vermogen berekenen
Vermogen = spanning X stroomsterkte

Spanning = als Volt (V)
Stroomsterkte = als ampère (A)

Je berekend dan vermogen en dat is Watt

Slide 43 - Tekstslide

Door rekenen
Vermogen = spanning X Stroomsterkte
Stroomsterkte = Vermogen : Spanning
Spanning = Vermogen : stroomsterkte

Spanning = volt = V
Stroomsterkte = Ampère = A
Vermogen = Watt = W

Slide 44 - Tekstslide

Oefenen en verplicht maken
Vraag 6, 7, 8, 9 en 10

blz. 104, 105 en 106

Slide 45 - Tekstslide

Energie
kWh-meter = kiloWattuurmeter

ENERGIE = VERMOGEN x TIJD

De hoeveelheid energie die een apparaat verbruikt meet je in kilowattuur
Maken vraag 11, 12, 13, 14, 15 

Slide 46 - Tekstslide

Nakijken 9.3
Antwoorden staan in deze lessonup:

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Tekstslide

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

4. Rendement & Capaciteit
blz 114 en verder

Slide 63 - Tekstslide

Leerdoelen:

Slide 64 - Tekstslide

Belangrijke woorden deel 1
Rendement = De energie die een apparaat (bv een lamp) omzet in nuttige energie (licht)

Energie verlies = Energie die je niet nodig hebt (bv. de warmte die een lamp ook geeft)

Maken vraag 1 t/m 8


Slide 65 - Tekstslide

Slide 66 - Tekstslide

Slide 67 - Tekstslide

De Accu
= Chemische energie opgeslagen

Capaciteit = stroomsterkte * tijd
De totale hoeveelheid energie die een accu kan leveren

Slide 68 - Tekstslide

Capaciteit
De capaciteit van een batterij geeft aan hoeveel energie er in opgeslagen kan worden. 

Een iPhone 13 batterij heeft een capaciteit van 3.722 mAh 

Slide 69 - Tekstslide

De formules die hierbij horen:





rendement = ( nuttig afgestane energie / totaal opgenomen energie ) * 100%
weerstand=stroomsterktespanning
vermogen=spanningstroomsterkte
energieverbruik=vermogentijd
capaciteit=stroomsterktetijd

Slide 70 - Tekstslide

Slide 71 - Tekstslide

Ah?

Ah = ampère-uur

bv 40 Ah --> bij een stroomsterkte van 4 ampère duurt het 10 uur (h) voor dat de accu leeg is

Slide 72 - Tekstslide

Batterij
  • al geladen
  • spanning word gekregen door een scheikunde reactie in de batterij 
  • kan je niet opnieuw opladen

Slide 73 - Tekstslide

Oplaadbare battarij
Batterij is een soort mini accu
Met een hele kleine capaciteit. -->mAh (milliampère-uur)

Je vindt ze in je telefoon, Ipad en oplaadbare speakers

1 Ah =1000 mAh
1 mAh = 0,001

Slide 74 - Tekstslide

Sommige bij battarijen
tijd = capaciteit : stroomsterkte

+
van mAh --> Ah = ......... : 1000
van Ah --> mAh = .......... X 1000

Slide 75 - Tekstslide

Slide 76 - Tekstslide

Slide 77 - Tekstslide

Slide 78 - Tekstslide

Slide 79 - Tekstslide

Slide 80 - Tekstslide

Slide 81 - Tekstslide

Slide 82 - Tekstslide

Slide 83 - Tekstslide

Klaar?
Nu goed leren voor de toets.
Nog een keer oefenen met alle vragen kan heel erg helpen.

leren blz 72 t/m 124

Slide 84 - Tekstslide