les 4 chemische reactie

• na
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

les 4 chemische reactie

leerdoelen

2.4.1 Je kunt processen in het dagelijks leven herkennen als chemische reactie.

2.4.2 Je kunt chemische reacties onderscheiden van natuurkundige processen.

2.4.3 Je kunt een chemische reactie beschrijven als een verandering van moleculen.

2.4.4 Je kunt bij een chemische reactie de beginstoffen en reactieproducten onderscheiden.

2.4.5 Je kunt de kenmerken van een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie benoemen.

moleculen

Scheikundige hebben ontdekt dat stoffen uit hele kleine deeltjes bestaan. We noemen dit moleculen.

Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. 

Die opgebouwd zijn uit atomen.

moleculen en atomen

een stof heeft 1 type molecuul.

Dit molecuul is opgebouwd uit atomen.

je hebt de stof water

het molecuul heeft de samenstelling H2O

de gebruikte atomen zijn 2 keer H (waterstof) en 1 keer O (zuurstof)

atomen zijn de bouwstenen

de samenstelling van de atomen zorgen voor een molecuul

de moleculen van een stof veranderen niet

of de stof nu vast, vloeibaar of gasvormig is dat maakt niet uit het blijven dezelfde moleculen. 

ook al veranderd de fase de moleculen blijven hetzelfde

reactie

bij fase overgangen veranderd de samenstelling van deze moleculen niet.

Bij een chemische reactie gebeurt dit wel. 

Het is dan ook niet omkeerbaar. 

je begint met de beginstoffen, tijdens de chemische reactie wordt er een nieuwe samenstelling van de atomen gemaakt--> ontstaan nieuwe stoffen.

je eindigt met reactieproducten. 

ontledingsreactie

bij een ontledingsreactie begin je uit 1 beginstof.

tijdens de reactie worden de atomen van deze begin stof los getrokken en herverdeeld 

verbranding reactie 

Veel stoffen reageren met zuurstof. Gebeurd dit langzaam heet dit oxideren, gebeurd dit snel (vaak met vlammen) noem je dit verbranden.

De tempratuur waarbij een stof gaat verbranden is bij elke stof anders. Gebeurd dit al bij een hele lage tempratuur noem je de stof licht ontvlambaar.

huiswerk 

maken digitaal hoofdstuk 2 paragraaf 4