Yuverta

H4 krachten

H4 krachten
Bladzijde 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

H4 krachten
Bladzijde 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Soorten krachten
4.1.1 Je kunt de effecten van een kracht benoemen.
4.1.2 Je kunt verschillende soorten krachten herkennen.
4.1.3 Je kunt de werking en toepassing van verschillende soorten krachten beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De uitwerking van een kracht
  • Een kracht kan de snelheid veranderen.

  •  Een kracht kan de richting veranderen.


  • Een kracht kan de vorm veranderen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten krachten
  • Spierkracht -> de kracht die je gebruikt om iets uit te rekken of weg te duwen 

  • Veerkracht -> Ontstaat als je veerachtig materiaal indrukt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten krachten
  • Spankracht -> De kracht die aanwezig is in een strakgespannen touw, kabel of ketting.
  • Wrijvingskracht -> Ontstaat als twee oppervlakten over elkaar schuiven. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten krachten
  • Magnetische kracht -> Kracht die een magneet uitoefent op een andere magneet, ijzer, staal en nikkel.

  • Elektrische kracht -> Kracht die een elektrisch geladen voorwerp uitoefent doordat het geladen is. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten krachten
Zwaartekracht ->

Kracht waarmee de aarde aan je trekt en aan alles om je heen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 25, Bladzijde 11 t/m 18

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Krachten tekenen
4.2.1 Je kunt de drie onderdelen van een krachtpijl benoemen.
4.2.2 Je kunt de eenheid van kracht benoemen.
4.2.3 Je kunt uitleggen wat een krachtenschaal is.
4.2.4 Je kunt de grootte van een kracht berekenen met de krachtenschaal.
4.2.5 Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een pijl voor een kracht
In een tekening kun je laten zien waar een kracht werkt.

 De pijl stelt de kracht voor van de man die duwt. 

Het begin van de pijl is de plaats waarop de kracht werkt.
 Die plaats noem je het aangrijpingspunt van de kracht.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een pijl voor een kracht
Met een krachtpijl kun je dus het volgende aangeven:
• de plaats waarop de kracht werkt;
• de richting van de kracht;
• de grootte van de kracht.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eenheid van kracht
  • Hoe groot een kracht is geef je aan in Newton.
  • Newton is de eenheid van kracht
  • 1 newton kort je af als 1 N

Het symbool voor kracht is :  F

De eenheid van kracht is: Newton of N

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachtenschaal
Komt overeen met

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachten op schaal tekenen
Hoe groot is de kracht?
De pijl hiernaast is 5 cm lang.
De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N.


1 cm
5 cm
50 N
...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachten op schaal tekenen
Gegeven: 1 cm ≙ 50 N.

Vraag voorbeelden
1. Kracht is 150 N, teken deze. 
2. Wat is de kracht (opmeten)?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
1 t/m 17 , Bladzijde 19 t/m 29

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Zwaartekracht
Startopdracht: Lezen bladzijde ....


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.3 Zwaartekracht
  • Je kunt uitleggen wat zwaartekracht is. 
  • Je kunt de zwaartekracht berekenen die op een voorwerp werkt. 
  • Je kunt krachten meten met een krachtmeter/veerunster.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zwaartekracht
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de zwaartekracht?
Zwaartekracht = Massa (in kg) x 10
Fz = m x 10 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachtmeter
  • Krachten meet je met een krachtmeter.
  • In een krachtmeter zit een veer. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachtmeter
  • Elke krachtmeter heeft een ander meetbereik.
  • Hangt af van de stugheid van de veer. 
  • Schaalverdeling.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat? Opdracht 1 t/m 15
Waar? Blz. 35 t/m 43

Volgende les: Practicum met krachtmeters.
Werk volgende les af? Dan mag je mee doen met het practicum. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.4 Nettokracht
Waar gaan we het over hebben?
-> Krachten in evenwicht
-> Nettokracht uitrekenen

Startopdracht: Lees bladzijde 44 en 45

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee krachten in evenwicht.

  • De zwaartekracht en spankracht  zijn even groot, maar tegengesteld gericht.

  • De kist blijft in evenwicht.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normaalkracht
De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp.
Bij evenwicht is de zwaartekracht gelijk aan de normaalkracht. 


FZ=FN

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettokracht
Nettokracht is de optelsom van alle krachten samen
Bij evenwicht: nettokracht = 0 N
De beweging van een voorwerp verandert niet

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettokracht
=> Nettokracht werkt in de bewegingsrichting


=> Nettokracht is 0 N


=> Nettokracht werkt tegen de bewegingsrichting in

Slide 31 - Tekstslide

Nu worden de drie soorten beweging gekoppeld aan het nieuwe begrip 'nettokracht'. Belangrijk inzicht moment.
Nettokracht 
Wat is hier de nettokracht en welke kant op?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettokracht

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat? Opdracht 1 t/m 10
Waar? Bladzijde 46 t/m 51


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.6 Druk

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwaartekracht op een oppervlak
Druk is de kracht die werkt op 1 Vierkant centimeter.

Hetzelfde gewicht werkt op een kleiner oppervlak dus zal de druk groter zijn!





Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlaktes vergroten
Voorkomt doorzakken door de grond

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fundering is breder dan de muur

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De druk vergroten
Door de oppervlakte zo klein mogelijk te maken kun je de druk vergroten.

 Denk bijvoorbeeld aan het snijvlak van een mes, de bek van een nijptang, een punt van een injectienaald. 
Een injectienaald dringt gemakkelijk de huid in.
Dus hoe kleiner het oppervlak hoe groter de druk is..

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken Opdracht 1 t/m 13

Bladzijde 64 t/m 67


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies