Yuverta

1. Een land om trots op te zijn_2F

De Eerste Wereldoorlog

1. Een land om trots op te zijn
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke spanningen er in Europa tussen de grote landen waren en op welke manier deze konden leiden tot de Eerste Wereldoorlog

Onderdelen in deze les

De Eerste Wereldoorlog

1. Een land om trots op te zijn

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke spanningen er in Europa tussen de grote landen waren en op welke manier deze konden leiden tot de Eerste Wereldoorlog

Slide 3 - Tekstslide

Eerst de naam...
  • De naam 'Eerste Wereldoorlog' werd pas voor het eerst rond 1920 gebruikt.

  • Veelgebruikte namen voor de oorlog zijn (nu nog steeds): The Great War (En.), Der Grosse Krieg (Dld.), La Grande Guerre (Fr.) of De Groote Oorlog (Bel.)

Slide 4 - Tekstslide









"De oorlog die alle 
oorlogen zou beëindigen"

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak 1


Nationalisme







Extreme trots op het eigen volk en land
'Ons land is het beste!'

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak 2


Militarisme







Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaak 3


Wapenwedloop







Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat 
een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaak 4


Duitsland ontstaat
1871







In één keer komt er een groot nieuw land bij

Slide 9 - Tekstslide

Het machtsevenwicht wordt nu verstoord

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak 5


Modern imperialisme







De Europese landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika.

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak 6


Bondgenootschappen







Economische en militaire afspraken tussen de landen: Wij helpen elkaar!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Alle oorzaken zorgen voor een eplosieve situatie in Europa
Het wachten is op het aansteken van de lont...

Slide 15 - Tekstslide

Aanleiding

Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand








De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord
door de Bende van de Zwarte Hand.

Slide 16 - Tekstslide

Video
Van het een kwam het ander: 
Het startschot van de grote oorlog

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Welk woord wordt bedoeld?
trots op je eigen land – vlag – volkslied – Grimm

Slide 19 - Open vraag

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 20 - Quizvraag


Welk woord heeft niets
te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk

Slide 21 - Quizvraag


Welk woord heeft niets
te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 22 - Quizvraag


De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 23 - Quizvraag

In 1914 kwamen veel
Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 24 - Quizvraag

Welke moord was de
aanleiding voor het uitbreken
van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 25 - Quizvraag


Welk woord wordt bedoeld?
vrienden – helpen – landen - oorlog

Slide 26 - Open vraag

Begrippen uit deze les

  • militarisme
  • nationalisme
  • modern imperialisme
  • wapenwedloop
  • bondgenootschappen

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op
die je deze les hebt geleerd

Slide 28 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog
niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Open vraag

wat ga je doen? 
aan de slag met de studieplanner 

Slide 30 - Tekstslide