Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
Quiz H3 Elektriciteit (+Herhaling)
Elektriciteit
Pak allemaal je Ipad of telefoon erbij.
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Elektriciteit
Pak allemaal je Ipad of telefoon erbij.
Slide 1 - Tekstslide
Stroomsterkte is een...
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 2 - Quizvraag
Eenheid van stroomsterkte
A
Ampere (A)
B
Wattage (W)
C
Volt (V)
Slide 3 - Quizvraag
Stroomsterkte
Door een stroomkring gaat een stroom. De stroomsterkte wordt aangegeven met de eenheid Ampère.
Grootheid = Stroomsterkte = I
Eenheid = Ampère = A
Slide 4 - Tekstslide
Waar is voltage (V) de eenheid van?
A
Stroomsterkte
B
Weerstand
C
Spanning
D
Vermogen
Slide 5 - Quizvraag
Spanning
De eenheid van spanning is Volt.
Grootheid = Spanning = U
Eenheid = Volt = V
Slide 6 - Tekstslide
Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet deze soort schakkeling?
A
Serie/parallelschakkeling
B
Gemengdeschakeling
C
Gecombineerde schakeling
Slide 9 - Quizvraag
Serie schakeling: 1 lange stroomkring.
Parallel schakeling: verschillende stroomkringen
Slide 10 - Tekstslide
In een serieschakkeling is overal de stroomsterkte (I) even groot.
Waar of Niet Waar
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 11 - Quizvraag
In een parallelschakeling zijn alle stroomsterktes overal even groot.
Waar of Niet Waar
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 12 - Quizvraag
Hoe bereken je de stroomsterkte in een parallelschakeling
A
Door alles bij elkaar op te tellen
B
Door alles door elkaar te delen
C
Door alles van elkaar af te trekken
D
Door alles te vermenigvuldigen
Slide 13 - Quizvraag
Stroomsterkte in Serieschakeling
Stroomsterkte in Parallelschakeling
Slide 14 - Tekstslide
Uit hoeveel groepen bestaat een huisinstallatie?
A
1 groep
B
meerdere groepen
Slide 15 - Quizvraag
Hoe is de huisinstallatie geschakeld?
A
In serie
B
Parallel
Slide 16 - Quizvraag
Huisinstallatie
Slide 17 - Tekstslide
Wat voor polen bevat een Batterij?
A
Een noord en een zuid pool.
B
of een pluspool en een minpool.
Slide 18 - Quizvraag
Een Magneet heeft een N en Z pool
Batterij heeft een plus- en een minpool
Slide 19 - Tekstslide
Eenheid van Vermogen is.
A
Watt (W)
B
Ampere (A)
C
Volt (V)
Slide 20 - Quizvraag
Formule van vermogen is
A
vermogen (P) = spanning (U) / stroomsterkte (I)
B
vermogen (P) = spanning (U) x stroomsterkte (I)
C
vermogen (P) = spanning (U) + stroomsterkte (I)
D
vermogen (P) = spanning (U) - stroomsterkte (I)
Slide 21 - Quizvraag
Berekenen Vermogen
Grootheid: Vermogen (P)
Eenheid: Watt (W)
Vermogen = Spanning x Stroomsterkte
Dus P = U x I
Slide 22 - Tekstslide
Huiswerk voor de volgende les
Lees voor de volgende les alvast Paragraaf 1 van Hoofdstuk 6!
Bladzijde 106 t/m 113
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video