Yuverta

1.5 Licht en kleur

Licht en Kleur                        
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Licht en Kleur                        

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Een prisma breekt het licht in alle kleuren

Slide 3 - Tekstslide

Wit licht
Waaruit bestaat wit licht?
Rood
Oranje
Geel
Groen
Blauw 
Violet
Dit kun je zichtbaar maken met een prisma

Slide 4 - Tekstslide

Je ogen zijn alleen gevoelig voor zichtbaar licht. Infrarode straling (IR) en ultraviolette straling (UV) kun je niet zien. (Sommige dieren kunnen dit wel.)

Slide 5 - Tekstslide


Aan welke kant zit UV straling?
Links
Rechts

Slide 6 - Poll

0

Slide 7 - Video

Kleuren zien
Voorwerpen kaatsen licht terug

Voorwerp kan alleen wit licht terug kaatsen en zijn eigen kleur. 

Licht dat niet wordt teruggekaatst wordt geabsorbeerd en omgezet in warmte  

Slide 8 - Tekstslide

Kleuren zien

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Kleuren mengen

Slide 11 - Tekstslide

Kleuren zien.
Kleuren zien: lichtspectrum of lichtfilter.





Naar het experiment.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Je schijnt wit licht op de bananen. in welke kleur zien wij de bananen?
A
Geel
B
Wit
C
Rood
D
Zwart

Slide 14 - Quizvraag

Als rood de enige kleur is die wordt weerkaatst zien wij dat voorwerp
A
alles behalve rood
B
wit
C
rood
D
zwart

Slide 15 - Quizvraag

Hoe zien we een kleur?
A
Alle kleuren worden op een object geschenen, de kleur die het heeft wordt geabsorbeerd
B
Alle kleuren worden op een object geschenen, de kleur die het heeft wordt weerkaatst
C
Alle kleuren worden op een beschenen, onze ogen nemen maar een kleur waar
D
Een kleur wordt op een object geschenen, dit wordt weerkaatst en nemen we waar

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag 
Wat? Maak paragraaf 2.1 opdracht 8 t/m 21  blz 60 t/m 64 
Hoe? Werk zelfstandig
Tijd? Tot het einde van de les
Hulp? Kom je er niet uit? Vraag dan de docent?
Resultaat? Je weet wat NaSk inhoudt en kunt dit om je heen herkennen
Klaar? Iets voor jezelf doen

Slide 17 - Tekstslide