Yuverta

Herhaling 9.1 en 9.2

Quiz 9.1 en 9.2
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Quiz 9.1 en 9.2

Slide 1 - Tekstslide

van groot naar klein:
A
cel > orgaanstelsel > orgaan
B
orgaan > cel > orgaanstelsel
C
orgaanstelsel > orgaan > cel
D
cel > orgaan > orgaanstelsel

Slide 2 - Quizvraag

wat is groter
A
orgaan
B
orgaanstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van.......?
A
torso's
B
organen
C
orgaanstelsel

Slide 4 - Quizvraag


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 5 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel zie je?
A
Uitscheidingsstelsel
B
Spijsverteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Beenderstelsel

Slide 6 - Quizvraag


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Spierstelsel

Slide 7 - Quizvraag

Letter A =
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Middenrif
D
Slokdarm

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het functie van het middenrif?
A
Het middenrif doet niks
B
Het middenrif zorgt voor de scheiding tussen buik- en borstholte
C
het middenrif zelf als belangrijkste ademhalingsspier actief betrokken bij de ademhaling.
D
Het middenrif houd het lucht tegen

Slide 9 - Quizvraag

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 10 - Quizvraag

enzymen zetten .... om in ....
A
verteringsproducten, voedingsstoffen
B
voedingsstoffen, verteringsproducten

Slide 11 - Quizvraag

Voedingsvezels zijn voedingsstoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

wat heeft je lichaam nodig?
A
voedingsstoffen en koolstofdioxide
B
koolstofdioxide en zuurstof
C
voedingsstoffen en energie
D
voedingsstoffen en zuurstof

Slide 13 - Quizvraag

Wat is nodig voor verbranding?
A
lucht
B
warmte
C
licht
D
glucose

Slide 14 - Quizvraag

Je verteringsstelsel is een..
A
orgaan
B
orgaanstelsel

Slide 15 - Quizvraag

Welk organenstelsel is dit?
A
bloedvatenstelsel
B
verteringsstelsel
C
uitscheidingsstelsel
D
riool

Slide 16 - Quizvraag


De maag hoort bij
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 17 - Quizvraag

Bij verbranding ontstaat er
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
water

Slide 18 - Quizvraag

Welk verteringssap maakt de lever?
A
Darmsap
B
Alvleessap
C
Speeksel
D
Gal

Slide 19 - Quizvraag

Welke voedingsstof wordt verteerd door speeksel?
A
Eiwitten
B
Glucose
C
Suiker
D
Zetmeel

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het strotklepje?
A
1
B
2

Slide 21 - Quizvraag

De volgorde van eten in je lichaam = slokdarm-longen-maag-lever-darmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

In welke van deze organen wordt eten opgeslagen?
A
maag
B
12vingerige darm
C
dunne darm
D
dikke darm

Slide 23 - Quizvraag

In welke van deze organen wordt eten NIET verteerd?
A
maag
B
12vingerige darm
C
dunne darm
D
dikke darm

Slide 24 - Quizvraag

Welk orgaan, vol met eten, zien we in het plaatje?
A
De alvleesklier
B
De lever
C
De dunne darm
D
De maag

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin klopt?
A
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
B
Atomen zijn opgebouwd uit moleculen.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen eigenschap van een molecuul
A
Een molecuul beweegt
B
Moleculen veranderen bij faseovergang
C
Moleculen stoten elkaar af

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heten de deeltjes waaruit een stof bestaat?
A
Deeltjes
B
Bolletjes
C
Vloeistoffen
D
Moleculen

Slide 28 - Quizvraag

Hoe noemen we de bewegingen waarmee voedsel door de darm wordt verplaatst?
A
Peristaltische beweging
B
Periodieke beweging
C
Spierbeweging

Slide 29 - Quizvraag

wat is de peristaltische beweging:
spierbewegingen in je
A
slokdarm, maag en dunne darm
B
slokdarm, 12-v. darm, dunne darm, dikke darm
C
slokdarm, 12-v. darm, dunne darm, dikke darm , endeldarm
D
slokdarm, maag, 12-v. darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een zuivere stof
A
Water
B
Limonade

Slide 31 - Quizvraag

Cola is een
A
oplosmiddel
B
mengsel
C
zuivere stof
D
residu

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het langste stuk darm?
A
Dunne darm
B
Slokdarm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 33 - Quizvraag

Hoe heet het stuk darm dat na je maag komt?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endel darm

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de functie van de dunne darm
A
Afval stoffen toevoegen
B
Voedingsstoffen opnemen
C
Slechte stoffen opnemen
D
Onttrekken van water

Slide 35 - Quizvraag