Yuverta

Ak Leren Gesteenten § 1.1 + § 1.2

Welkom 
Je krijgt een kennischeck 
van § 1.1 + § 1.2 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Je krijgt een kennischeck 
van § 1.1 + § 1.2 

Slide 1 - Tekstslide

Met plaattektoniek bedoelen we.....
A
het bewegen van aardkorstplaten
B
het botsen van aardkorstplaten
C
het uit elkaar drijven van aardkorstplaten

Slide 2 - Quizvraag

Goed of fout? India heeft altijd vast gezeten aan het continent Azië.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

Pangea is het gebied......
A
waarbij alle continenten aan elkaar vast hebben gezeten
B
waarbij alle continenten los van elkaar lagen

Slide 4 - Quizvraag

Ten noorden van India is de Himalaya ontstaan. Dit hooggebergte is......
A
ooit een zeebodem geweest
B
nooit een zeebodem geweest

Slide 5 - Quizvraag

De Himalaya is.....
A
ontstaan door plaattektoniek
B
niet ontstaan door plaattektoniek

Slide 6 - Quizvraag

Het zand en klei op de zeebodem is daar gebracht door .....
A
het ijs vanuit de bergen
B
de rivieren vanuit de bergen
C
de wind vanuit de bergen

Slide 7 - Quizvraag

Goed of fout? Hoge bergen kunnen ooit zeebodems zijn geweest.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer sedimenten, zoals grind, zand en klei op elkaar worden gelegd, dan worden de ......
A
bovenste sedimentlagen hard
B
onderste sedimentlagen hard

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer twee aardkorstplaten naar elkaar toe bewegen dan zal de tussenliggende oceaanbodem......
A
recht blijven liggen
B
in elkaar drukt worden (plooien)

Slide 10 - Quizvraag

Graniet is een voorbeeld van een......
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente

Slide 11 - Quizvraag

Leisteen (samengeperste klei) en zandsteen (samengeperst zand) zijn voorbeelden van een
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente

Slide 12 - Quizvraag

Dit gesteente is het hardst en zal daardoor het minst snel verweren.
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente

Slide 13 - Quizvraag

Dit gebergte bestaat uit hoge, spitse bergtoppen.
A
oud gebergte
B
jong gebergte

Slide 14 - Quizvraag

Een gebergte met lage, ronde bergtoppen heeft......
A
al lang last van verwering en erosie
B
nog maar kort last van verwering en erosie

Slide 15 - Quizvraag

Een hooggebergte is dus altijd een.....
A
oud gebergte
B
jong gebergte

Slide 16 - Quizvraag

Als gesteente kapot gaat of afbrokkelt, dan spreken we van.....
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 17 - Quizvraag

In een........is weinig reliëf.
A
oud gebergte
B
jong gebergte

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer gesteente uit elkaar valt, omdat het door hitte wil uitzetten en door kou wil krimpen.......
A
spreken we van mechanische verwering
B
spreken we van chemische verwering

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer gesteente door groeiende boomwortels in gaten en kieren uit elkaar wordt geduwd......
A
spreken we van mechanische verwering
B
spreken we van chemische verwering

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer gesteente van kleur veranderd en deels oplost door het contact met zuurstof en (zuur)water.....
A
spreken we van mechanische verwering
B
spreken we van chemische verwering

Slide 21 - Quizvraag

Hoog in de bergen liggen veel losse stenen. Dit zijn daar terechtgekomen door.....
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 22 - Quizvraag

Bij massabeweging .......
A
blijft het gesteente stil op een berghelling liggen.
B
beweegt het gesteente langs de berghelling naar beneden

Slide 23 - Quizvraag

Los gesteente kan in de bergen naar beneden
A
vallen
B
rollen
C
schuiven
D
vallen, rollen en schuiven

Slide 24 - Quizvraag

Hoe een steen de berg af gaat is afhankelijk van.....
A
de steilte van de helling
B
het gewicht van de steen
C
de kleur van de steen
D
de steilte van de helling en het gewicht van de steen

Slide 25 - Quizvraag

Een V-dal is ontstaan door een....
A
rivier
B
gletsjer

Slide 26 - Quizvraag

Stromend water schuurt de bodem uit. Dit noemen we
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 27 - Quizvraag

Een rivier stroomt het langzaamst in de....
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop

Slide 28 - Quizvraag

Sedimentatie is......
A
het kapot gaan van gesteente
B
het schuren door water, wind of ijs
C
het neerleggen van grind,zand of klei

Slide 29 - Quizvraag

In de benedenloop vindt vooral....
A
verwering plaats
B
erosie plaats
C
sedimentatie plaats

Slide 30 - Quizvraag

Goed zo!  
Je hebt de kennis-check 
afgerond. Ga verder met je
LessonUp-les  

Slide 31 - Tekstslide