Yuverta

3.5 Afweer

- Bloedsomloop
- Basisstof 6: Afweer 


Ziekteverwekkers komen niet makkelijk je lichaam binnen. 
Lukt het ze toch, dan maken witte bloedcellen de ziekteverwekkers onschadelijk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Bloedsomloop
- Basisstof 6: Afweer 


Ziekteverwekkers komen niet makkelijk je lichaam binnen. 
Lukt het ze toch, dan maken witte bloedcellen de ziekteverwekkers onschadelijk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
  2. Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 2 - Tekstslide

Lichaamsvreemd
  • Lichaamsvreemde stoffen horen niet thuis in je lichaam.
  • Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.
  • Met de huid.
  • Met de slijmvliezen in de neus.
  • Met zoutzuur in maagsap.

Slide 3 - Tekstslide

Afweer door witte bloedcellen
Een witte bloedcel maakt een ziekteverwekker onschadelijk

Slide 4 - Tekstslide

Infectie
  • Ziekteverwekkers komen toch in je lichaam terecht.
  • Afweersysteem treedt in actie en gaat ziekteverwekker bestrijden

  • Wat zijn ziekteverwekkers?

Slide 5 - Tekstslide

Antistoffen
  • Sommige witte bloedcellen maken antistoffen aan.
  • Deze antistoffen binden met ziekteverwekkers.
  • Op deze manier worden deze uitgeschakeld.
  • Eén type antistof kan zich maar aan één type ziekteverwekker hechten.

Slide 6 - Tekstslide

Allergie
  • Wanneer je lichaam reageert op andere stoffen dan ziekteverwekkers, bijvoorbeeld huisstof, ben je allergisch.
    = Je bent dan overgevoelig voor bepaalde stoffen.

  • Er ontstaat allergische reactie. Je afweersysteem reageert hier dan ook op.

Slide 7 - Tekstslide

Immuun
  • Als je ziek wordt, maken WBC antistoffen aan tegen de indringer.  Na een tijdje wordt je dan ook weer beter.
  • Wordt je later weer ziek door dezelfde ziekteverwekker, dan maken je WBC direct de goede antistof aan.  Je bent immuun geworden.

Slide 8 - Tekstslide

Rijksvaccinatieprogramma

Slide 9 - Tekstslide

Vaccinatie
  • = kunstmatige immuniteit
  • Vaccin = dode of verzwakte ziekteverwekkers
  • Je voelt je verzwakt of je bent een beetje ziek


Wat betekend natuurlijke immuniteit ?
Voorbeeld: waterpokken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Aan de slag
3.6 Opdracht 1,2,4,6,8,9

Slide 12 - Tekstslide