hoofdstuk 1 Stoffen thuis en op school

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 Stoffen P1

Leerdoel

Je kunt beschrijven wat een stof is.

Je kunt voorbeelden noemen van stoffen.

Je kunt beschrijven wat voorwerpen en materialen zijn.

Je kunt voorbeelden noemen van materialen.

Je kunt uitleggen waarom metalen veel gebruikt worden.

Paragraaf 2

Stof

Alles om je heen is gemaakt van een stof of van een mengsel van stoffen.

lucht is een stof, suiker is een stof, de pen waarmee je schrijft is een stof, water dat je hebt gedronken is een stof.

Stof bestaat uit allemaal deeltjes

Deze deeltjes noemen we:  moleculen, zouten of atomen

Materialen

Materialen zijn stoffen waar jij iets van kunt maken

bijvoorbeeld hout, ijzer, aluminium, kunststof

Je kan er voorwerpen van maken

Let op water van 20 graden celsius is geen materiaal, ijs van -10 graden celsius wel.

Van ijs kan je sculpturen maken, Van water niets

Toch bevat het de zelfde deeltjes

Belangrijk

Stof is alles om je heen

Materialen zijn stoffen waar je iets van kunt maken

Voorwerpen zijn gemaakt van materialen (dus ook van stoffen)

Alle materialen zijn stoffen maar niet alle stoffen zijn materialen

Materialen

Er bestaan verschillende materialen.

Elke materiaal heeft eigenschappen

Zo is hout gemakkelijk te bewerken

Metalen zijn ook gemkakkelijk te bewerken en zijn ook stevig

Je kan het buigen, zagen en in boren

Dat noem je ook wel verspanen

Hout kan je gemakkelijk en goed buigen

1. Ja
2. Nee

Hout kan je gemakkelijk en goed buigen

1. Ja
2. Nee

Aluminium is een zwaar metaal

1. Ja
2. Nee

Bruggen worden vaak van ijzer gemaakt

1. Ja
2. Nee

Sieraden worden vaak van lood gemaakt

1. Ja
2. Nee

IJs is een stof

1. Ja
2. Nee

Water is een materiaal

1. Ja
2. Nee

Opdracht

Maak de opdrachten in je boek.

Pagina 60 t/m 64