In het Nederlands, gebruik je bij het meervoud meestal 's of -en. Bijvoorbeeld: twee auto's, drie fietsen.
In het Engels gebruik je bij het meervoud een -s achter een woord. Bij woorden die eindigen op een S, CH of SH gebruik je - es. Bijvoorbeeld: one train - two trains. One car - two cars.
En: one bus - two buses. One kiss - two kisses.