Yuverta

VMBO2 Deutsch - Kapitel 7 - Stunde 7 (21 November)

VMBO2 Deutsch - Kapitel 7 - Stunde 7
Auf dem Tisch:
Buch + Heft + Stift

1. Grammatik
2. Üben (oefenen)
3. Bingo
 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VMBO2 Deutsch - Kapitel 7 - Stunde 7
Auf dem Tisch:
Buch + Heft + Stift

1. Grammatik
2. Üben (oefenen)
3. Bingo
 

Slide 1 - Tekstslide

Leerlingen pakken alle spullen 

Na het begroeten:
LL schrijven in hun schrift: 

Titel: Klassendeutsch 
Auf dem Tisch = op de tafel
Buch = boek
Heft = schrift
Stift = pen 

Regels tijdens instructiemomenten
Eerste keer: waarschuwing
Tweede keer: korte gesprek (eind van de dag) 
Derde keer: tijd inhalen 
Vierde keer: verwijdering uit de les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele

Du kannst....


... de grammatica van bezittelijke voornaamwoorden uitleggen.
... bezittelijke voornaamwoorden met hulp in zinnen toepassen.
... de vertalingen van de woorden H7 herkennen. 





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijke voornaamwoorden

Wat weet je er al van? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijke voornaamwoorden

Filmpje + werkblad

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen bepaald en onbepaald lidwoord? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepaalde lidwoorden

Woorden: de en het -> Duits: der/die/das

Betekenis: Ze verwijzen naar iets specifieks, iets dat al bekend is of duidelijk is in de context.

Voorbeelden:
De auto (je bedoelt een specifieke auto).
Het huis (je hebt een bepaald huis in gedachten).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbepaalde lidwoorden

Woorden: een -> Duits: (ein(e)/ kein(e)

Betekenis: Verwijzen naar iets in het algemeen, zonder dat het specifiek wordt aangegeven.

Voorbeelden:
Een auto (het maakt niet uit welke auto, het is niet gespecificeerd).
Een huis (je bedoelt zomaar een huis, niet een specifiek huis)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk verschil:

Het bepaald lidwoord gebruik je als je ervan uitgaat dat de luisteraar/lezer weet over welk object je het hebt.


Het onbepaald lidwoord gebruik je als het object nog onbekend of niet specifiek is voor de luisteraar/lezer.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzin:

"Ik zag een kat in de tuin." 
(Onbepaald: welke kat? Dat weet je niet.)

"Ik zag de kat in de tuin." 
(Bepaald: je verwijst naar een specifieke kat die al bekend is.)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting: 
Een bepaald lidwoord verwijst naar iets specifieks, terwijl een onbepaald lidwoord naar iets algemeens of onbekends verwijst.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben besprechen
Buch Seite 44 Aufgabe 17 bis (t/m) 24

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatik lernen
Wat? - Buch Seite 46 Aufgabe 21 bis (t/m) 25
             
Hoe? - zelfstandig in je boek 
Tijd? - Tot de timer is afgelopen. 
Hulp of klaar? - steek je hand op

Exit ticket aan het eind van de les!

Slide 14 - Tekstslide

Klassendeutsch: 

üben = oefenen
ruhig = rustig 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3x 5 woorden in een rij
1x hele kaart 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele checken

Du kannst....


... de belangrijkste dingen van bezittelijke voornaamwoorden vertellen.
... bezittelijke voornaamwoorden met hulp in zinnen toepassen.
... de vertalingen van de woorden H7 herkennen. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflexion der Stunde

1. Wat heb je geleerd?
2. Waarover heb je nog een vraag? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarover heb je nog een vraag?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies