Yuverta

Spellen in lessonup

Spellen in lessonup
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spellen in lessonup

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spellen
  • Plaats het spel in je eigen lessonup.
  • In de instructie is te lezen hoe het spel gespeeld kan worden.
  • De inhoud van het spel is aan te passen aan de hand van eigen lesinhoud.

Veel speelplezier

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triviant
In deze les moeten de studenten vragen beantwoorden over het lesonderwerp. De spinner bepaalt welke vraag én kleur dit is. Elk vraag die goed is beantwoord, levert een ‘rondje’ op. De eerste die alle rondjes heeft, is de winnaar.

Maar omdat de spinner de kleur bepaalt, kan het voorkomen dat een student de kleur al heeft en de vraag moet beantwoorden, zonder dat dit een ‘rondje’ oplevert.
Deze les kan in tweetallen of viertallen worden gedaan via de optie ‘Deel scherm’, maar werkt ook erg goed als klassikale les. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan de variant ‘Jongens tegen de meiden’.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
Plaats als docent vragen of het betreffende lesonderwerp in het rad (lestip: laat je studenten de vragen over het 
onderwerp bedenken)
  • Dit doe je door op het rad te gaan staan en op het tandwieltje te klikken
  • Plaats de vragen in het tekstvak, zorg dat je een komma plaats tussen de verschillende vragen. Vragen bestaan uit ongeveer 90 letter
  • Plaats voldoende vragen in het rad. Het aantal is afhankelijk van het aantal groepen/studenten.
Het rad. In de linkerbovenhoek is het tandwieltje te vinden.
Plaats de vragen in het witte tekstvak. Zorg ervoor dat de functie "Termen gebruiken in plaats van namen" aangevinkt is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het spel
  • Open het speelbord op het grote scherm
  • Verdeel de klas in groepen. Het spel is speelbaar in 2 of 4 groepen.
  • De groep draait aan het rad.
  • De kleur van de vraag geeft aan welke "fiche" te verdienen is.
  • Is de vraag goed beantwoord, dan kan het "fiche" versleept worden naar de eigen triviantschijf.
  • Heeft een groep alle 3 de fiches verzameld, dan is de groep compleet.
Het fiche
De triviantschijf
Een geplaatst fiche op een triviantschijf

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

4 personen of 4 teams

Slide 7 - Tekstslide

2 personen of 2 teams
Ganzenbord
Met dit ganzenbordspel gaan de leerlingen zelfstandig, in twee- of drietallen, aan de slag met het onderwerp. De leerlingen krijgen tijdens het spel vragen die moeilijker worden naarmate de leerlingen verder komen in het spel.

Op een aantal kleine punten na, worden de spelregels van het reguliere ganzenbordspel gehanteerd. Elke leerling kiest een pion. Omdat LessonUp geen dobbelsteen kent, gebruiken de leerlingen de spinner, rechtsboven. Door aan deze spinner te draaien, kun je plaatsen vooruit óf achteruit.

Omdat dit echt een bordspel is, spelen de groepjes dit op een enkel device, bij voorkeur een tablet of laptop. De leerlingen zitten gezamenlijk rondom dit ene device en hoeven geen gebruik te maken van andere devices. De interactiviteit zit hem echt in het samenspel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variant 1

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
  • Bedenk vragen over het lesonderwerp.
  • Voer vragen in door te klikken op het envelopje. 
  • Er verschijnt nu een tandwieltje, klik hierop.
  • Klik vervolgens op het potloodje.
  • Voer de vraag in bij het tekstvak. NIET in het titelvak
 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bord
Het bord van deze ganzenbord bestaat uit de volgende onderdelen:

  • De voetjes: neutrale velden
  • Groene velden: hierin bevinden zich de vragen. Deze worden moeilijker naarmate je verder komt in het spel. Je moet altijd stoppen bij een vraagvak om een vraag te beantwoorden. Heb je de vraag fout, dan blijf je op dit vak staan totdat je een goed antwoord gegeven hebt.
  • Paarse velden: een bonus. Meestal mag je een aantal stappen vooruit. Deze velden zijn 
  • ook gerelateerd aan het onderwerp.
  • Rode velden: gevaar. Meestal krijg je hier een straf in de vorm van een beperking. Deze velden zijn ook gerelateerd aan het onderwerp.
  • Finish. Het is mogelijk om de afbeelding aan te passen aan het onderwerp.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variant 1
  • Draai aan de spinner, ga het aantal aangegeven stappen voor- of achteruit.
  • Komt je op of langs een groen vlak, dan moet je stoppen en de vraag juist beantwoorden. Heb je de vraag fout beantwoord, dan moet je blijven staan. Je mag pas verder met het spel als je een vraag goed beantwoord hebt.
  • Komt je op een paars vak, dan voer je de bonus uit.
  • Komt je op een rood vak, dan voer je het gevaar uit.

De speler of de groep die als eerste bij de finish is heeft gewonnen.
Als docent is het mogelijk om extra spelelementen toe te voegen. Denk bijvoorbeeld aan een slotvraag op de finish.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                                      .
Vraag 6: ....(gemiddelde vraag)
Vraag 5: ....(gemiddelde vraag)
Vraag 7: ....(moeilijke vraag)
Vraag 9: ....(moeilijke vraag)
Vraag 8: ....(moeilijke vraag)
Vraag 3: ....(makkelijke vraag)
Vraag 2: ....(makkelijke vraag)
Vraag 1: .... (makkelijke vraag)
Vraag 4: ....(gemiddelde vraag)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variant 2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding 
  • Bedenk vragen over het lesonderwerp.
  • Voer vragen in door te klikken op de spinner.
  • Er verschijnt nu een tandwieltje, klik hierop.
  • Klik vervolgens op het potloodje.
  • Klik op "Termen gebruiken in plaats van namen van studenten".
  • Voer in het tekstvak de vragen in. Voer een komma in na de vraag.

 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bord
Het bord van deze ganzenbord bestaat uit de volgende onderdelen:

  • De voetjes: neutrale velden
  • Groene velden: hierin bevinden zich de vragen. DJe moet altijd stoppen bij een vraagvak om een vraag te beantwoorden. Heb je de vraag fout, dan blijf je op dit vak staan totdat je een goed antwoord gegeven hebt.
  • Paarse velden: een bonus. Meestal mag je een aantal stappen vooruit. Deze velden zijn 
  • ook gerelateerd aan het onderwerp.
  • Rode velden: gevaar. Meestal krijg je hier een straf in de vorm van een beperking. Deze velden zijn ook gerelateerd aan het onderwerp.
  • Finish. Het is mogelijk om de afbeelding aan te passen aan het onderwerp.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variant 2
  • Draai aan de spinner, ga het aantal aangegeven stappen voor- of achteruit.
  • Komt je op of langs een groen vlak, dan moet je stoppen en de vraag juist beantwoorden. Draai aan de spinner om een vraag tevoorschijn te laten komen. Heb je de vraag fout beantwoord, dan moet je blijven staan. Je mag pas verder met het spel als je een vraag goed beantwoord hebt.
  • Komt je op een paars vak, dan voer je de bonus uit. Draai aan de spinner om een bonus te laten zien.
  • Komt je op een rood vak, dan voer je het gevaar uit. Draai aan de spinner om een gevaar te laten zien.

De speler of de groep die als eerste bij de finish is heeft gewonnen.
Als docent is het mogelijk om extra spelelementen toe te voegen. Denk bijvoorbeeld aan een slotvraag op de finish.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                                      .
Vragen
Bonus
Gevaar
Dobbelen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies