Yuverta

Koekjes - hoofdstuk quiz

M&M koekjes (mankies)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M&M koekjes (mankies)

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Hoofdstuk quiz: wat weet je nog en wat heb je geleerd dit blok
Mankies / pannenkoeken bakken
Corvee

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Na deze les weet je :
alles over het hoofdstuk van de lunch

bijvoorbeeld:
6 voedingsstoffen
Wat een zuivelproduct is

Slide 3 - Tekstslide

Welke 6 voedingsstoffen zijn er?

Slide 4 - Open vraag

Welke voedingsstoffen houden je gezond?
A
vetten
B
vitamines
C
mineralen
D
koolhydraten

Slide 5 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Vetten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 6 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 7 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Boterham
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 8 - Quizvraag

Kaas is een
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 9 - Quizvraag

Melk is een
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 10 - Quizvraag

welk antwoord is geen voedingsstof?
A
eiwitten
B
vitamines
C
water
D
voedingsvezel

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel
C
Alle bruikbare stoffen uit voedingsmiddelen

Slide 12 - Quizvraag

Een vegetariër eet geen vlees. Welke voedingsstof zal een vegetariër via andere voedingsmiddelen moeten binnenkrijgen om voldoende bouwstoffen voor zijn spieren binnen te krijgen?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vitaminen
D
vetten

Slide 13 - Quizvraag

zuivel noem je ook wel..
A
melkproducten, vlees , vis en zuivel
B
vet en olie
C
granen, brood en aardappelen
D
groente en fruit

Slide 14 - Quizvraag

Zuivel is een belangrijk onderdeel van een gezond voedingspatroon.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van zuivel?
A
Melk en kaas
B
Noten en granen
C
Brood en ham
D
Friet en vis

Slide 16 - Quizvraag

Gevarieerd eten betekent..
A
dat je veel van dezelfde producten eet
B
Dat je verschillende producten eet
C
dat je zuivel eet

Slide 17 - Quizvraag

Mevrouw Smit heeft zin in gebakken kip met kerriesaus, zilvervliesrijst en karamelvla.
Uit welk vak van de Schijf van Vijf heeft zij NIETS gekozen?
A
brood en aardappelen
B
groente en fruit
C
vet en olie
D
zuivel, vlees, en vis

Slide 18 - Quizvraag

Welke brandstof heeft jou lichaam nodig?

Slide 19 - Open vraag

Van vitaminen heb je weinig nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De 6 voedingsstoffen zijn:
eiwitten - vetten - mineralen - vitaminen - water -koolhydraten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Je mag geen koekjes meer eten, want je wil graag afvallen, dan ben je op
A
medicatie
B
behandeling
C
dieet

Slide 22 - Quizvraag

Waarom eet je eigenlijk?
Alles wat je eet of drinkt is een voedingsmiddel. In deze voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen.

Koolhydraten, vetten, eiwitten, water, vitaminen en mineralen. Allemaal voedingsstoffen.

In brood en fruit zitten ook nog voedingsvezels. Dit is GEEN voedingsstof maar wel erg belangrijk. Om naar de wc te kunnen gaan.

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel moet je eten? 
Gevolgen van te veel eten en te weinig bewegen: overgewicht 
Te weinig eten en veel bewegen: gebreksziekten

Eetstoornissen 
    ziekten als gevolg van een tekort aan bepaalde essentiële voedingsstoffen. 

    - vitaminen-tekort
    - mineralen-tekort
    - stofwisselingsziekten
    - eiwitgebreksziekten
    - voedselopname-stoornissen 
    Anorexia
    Boulimia

    Slide 24 - Tekstslide

    Welke voedingsstoffen heb je nodig?
    • Energierijke stoffen: je lichaam warm te houden en te kunnen bewegen. Koolhydraten en vetten.
    •  Bouwstoffen: Nodig om te kunnen groeien of een wondje te genezen. Eiwitten, mineralen en water.
    •  Beschermende stoffen:beschermen je lichaam om niet ziek te worden. Vitaminen en mineralen.

    Slide 25 - Tekstslide

    Slide 26 - Tekstslide

    Aan de slag!
    Je maakt 2x het recept en je staat daarvan allemaal ... koeken af

    Slide 27 - Tekstslide