Yuverta

EHBO

Wat weet ik al ?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat weet ik al ?

Slide 1 - Tekstslide

Je laat een uitgepakt steriel gaasje op de grond vallen. Wat doe je?
A
Oprapen en doorgaan met verbinden
B
Je pakt een nieuw verband
C
Dan maar zonder steriel gaas verder gaan
D
Het gaasje afvegen en gewoon gebruiken

Slide 2 - Quizvraag

Waarom gebruik je soms Betadine Jodium?


A
Leuk rood kleurtje
B
Word het bloed mee verdund
C
Dood ziektekiemen
D
Spoelt de wond schoon

Slide 3 - Quizvraag

Waarom moet een slachtoffer altijd zitten of liggen?
A
Anders word het slachtoffer snel moe
B
Dan kan het slachtoffer uitrusten
C
Vanwege het gevaar van flauwvallen
D
Kun je de wond sneller vinden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is er fout?
Als iemand een bloedneus heeft dan...
A
laat je hem zitten in schrijfhouding
B
knijp je zijn neus 10 minuten dicht onder het tussenschot
C
als het bloeden stopt laat je hem zachtjes snuiten
D
moet je hem eerst gerust stellen

Slide 5 - Quizvraag

Als iemand een botbreuk heeft, wat mag je dan niet doen?
A
Het gebroken lichaamsdeel rust geven
B
Het gebroken lichaamsdeel steun geven
C
Het gebroken lichaamsdeel recht leggen
D
Het gebroken lichaamsdeel met rust laten

Slide 6 - Quizvraag

Welk onderdeel zit niet aan een snelverband?
A
Watten
B
Sluitpleister
C
Hydrofiel gaas
D
Hydrofiele zwachtel

Slide 7 - Quizvraag

Waarom houd je een bloedende wond als het kan omhoog?
A
Dan word het bloeden minder
B
Dan zie je beter wat je doet
C
Dan kunnen er minder ziektekiemen binnen komen
D
Dan heb je meteen minder pijn

Slide 8 - Quizvraag

Iemand heeft een tweedegraads brandwond. Wat hoort niet bij eerste hulp
A
Koelen met lauw stromend water
B
Het slachtoffer gerust stellen
C
Na het koelen losjes met metallineverband verbinden
D
Een dikke laag koele brandzalf er op smeren

Slide 9 - Quizvraag

Welke functie past niet bij het geraamte?
A
Het geeft stevigheid en vorm aan je lichaam
B
Het beschermt kwetsbare delen van je lichaam
C
Het geeft signalen door aan de hersenen
D
Je spieren hechten er aan vast

Slide 10 - Quizvraag

Waarom moet je voor iemand staan, als je aan zijn arm een verband aan legt?
A
Kun je zien of die persoon knap is
B
Dan kan die persoon zien wie jij bent
C
Dan kun je zien hoe die persoon reageert
D
Dan kan die persoon zien of je het goed doet

Slide 11 - Quizvraag

Als je iets uit een verbanddoos gebruikt, moet je.....
A
er voor betalen
B
de verbanddoos goed afsluiten
C
de spullen eerst ontsmetten
D
het materiaal meteen aanvullen

Slide 12 - Quizvraag

Als een ongeluk gebeurt, moet je je hoofd koel houden.
Wat betekent dat?
A
Je moet je pet snel afzetten
B
Je mag niet in paniek raken
C
Je moet jezelf koelte toewijven
D
Je moet snel de andere kant op kijken

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het centrale alarmnummer voor heel Nederland?
A
0611
B
211
C
112
D
212

Slide 14 - Quizvraag

Waarom leg je witte watten op een steriel gaasje op een open snijwond?
A
Is lekker zacht en warm
B
Neemt wondvocht op
C
Ziet er zo beter uit
D
Blijft het beter steriel

Slide 15 - Quizvraag

Als iemand bewusteloos is.....
A
Lekker laten slapen, komt wel weer bij
B
Altijd ademhaling in de gaten houden
C
Blijven aanroepen. Misschien komt die bij
D
Gerust stellen, want dit is gevaarlijk

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is een uitwendige wond gevaarlijk?
A
Er kunnen ziektekiemen naar binnen dringen
B
Er kan dan een harde korst op komen
C
Er kan veel vocht uit komen
D
Zo'n wond wordt makkelijk veel groter

Slide 17 - Quizvraag

Wat hoeft er bij een melding aan het alarmnummer niet gemeld te worden?
A
de naam van de melder
B
de naam van het slachtoffer
C
het aantal slachtoffers
D
wat er is gebeurd

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de eerste hulp bij kneuzing of verstuiking?
A
Koelen, drukverband aanleggen en rust en steun geven aan getroffen lichaamsdeel (ICE)
B
Kijken, koelen, sieraden verwijderen en rust en steun geven aan getroffen lichaamsdeel
C
Drukverband en mitella aanleggen
D
Koelen en rust en steun geven aan getroffen lichaamsdeel

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een open en een gesloten botbreuk?
A
Bij een open botbreuk is er altijd een wond(je)
B
Bij een open botbreuk steekt het bot door de huid naar buiten
C
Een open botbreuk komt alleen voor bij de ledematen
D
Een gesloten botbreuk dient altijd in het ziekenhuis behandeld te worden

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het eerste wat je doet als je naar een slachtoffer toe gaat?
A
Zeggen dat je EHBO hebt
B
Letten op gevaar
C
Kijken wat er is gebeurd
D
Telefoon van het slachtoffer doorzoeken

Slide 21 - Quizvraag