Dit ben ik! Wie ben jij?

• Beeldende vorming
• Kunstzinnige oriëntatie
• Basisschool
• Groep 7,8

Introductie

Hoe maak je een portret waarin je laat zien wie je bent, of wie je zou willen zijn? Kunstenaar Maarten Bel neemt je leerlingen mee op zoektocht.

Instructies

Algemene leerdoelen

De leerlingen:

- maken een eigen portret met een persoonlijk verhaal

- reflecteren op hun portret en dat van anderen (leerlingen en kunstenaars)

Kerndoelen PO:

1, 53, 54, 55, 56

Benodigde materialen

- Voor elke leerling een uitdraai van het werkblad Wat is jouw verhaal?

- Verschillende materialen waarmee de leerlingen een persoonlijk portret kunnen maken. Bekijk de portretten in de les ter inspiratie.

- Camera (bijv. op een mobiele telefoon)

- Eventueel: spiegels

Deze les wordt aangeboden in het kader van de tentoonstelling In the picture.

Dit ben ik!

Wie ben jij?

Vertel: tijdens deze les maken jullie een uniek portret van jezelf. Hiermee laat je zien: 'Dit ben ik'. Als warming up kijken we een video (duur: 3 min.).

In deze video vertelt kunstenaar Maarten Bel iets over zichzelf, over Vincent van Gogh en over zijn project Dit ben ik! in het Van Gogh Museum.
Vanaf 2:27 min. legt Maarten de opdracht van deze les uit.

Waar let jij op
als je een selfie maakt?

Licht toe: in deze les maken jullie dus ook een portret van jezelf. Maar hoe pak je dat aan?

Laat de leerlingen de vraag in het woordweb beantwoorden en bespreek de antwoorden.

Hoe wil je dat andere mensen jou zien?

Wat wil je dat jouw portret vertelt?

Bespreek in het verlengde van de vorige vraag de vragen onder de hotspots. 

foto trappenhuis

Ook bij elk van deze foto's hoort een verhaal. Maar zie jij meteen wat dat is?

In Maartens project bedachten alle kinderen zelf eerst wat ze over zichzelf wilden vertellen. En vooral ook hoe ze dat wilden laten zien.

Bespreek a.d.h.v. de vraag in de hotspot: zonder extra informatie zie je niet meteen (of zelfs helemaal níet) welke verhalen de kinderen met de foto's willen vertellen.

invoegen selectieportretten

Nina, 12 jaar

'Volgens mijn zus ben ik altijd hyper en een beetje gek. Dat komt omdat ik vrolijk ben en dat zie je terug in mijn stippen. Maar ik heb ook stippen op mijn hoofd geplakt omdat ik dat wel vaker doe. Wij hebben vaak stickers thuis en ik vind het heel grappig om die dan op mijn gezicht te plakken.'

Chadi, 11 jaar

'Mensen vinden mij vaak grappig. Daarom koos ik voor de appel, omdat ik dat grappig vond. En ik ben een beetje onhandig. Die cape beschermt mij tegen ongelukken. Ik maak graag fantasieverhalen over superhelden en slechteriken. Daar staat de cape ook voor. Ik haal altijd grapjes uit met mijn zus en ouders. De foto is een beetje gek en grappig en past daarom bij mijn persoonlijkheid.'

Eren, 11 jaar

'Op mijn foto houd ik me verscholen en kijk ik een beetje geheimzinnig. Normaal ben ik een sportieve en actieve jongen. Maar toch ben ik van binnen rustiger dan je zou denken! Ik ben gevoelig en trek het niet als iemand wat over mij zegt. De bedoeling van deze foto is het laten zien van mijn binnenkant, want die heb ik ook.'

In een ander filmpje (2:11) over dit project geven nóg drie kinderen uitleg over wat ze met hun foto willen vertellen.

In de tentoonstelling leggen drie kinderen hun verhaal uit op een tekstbordje. Je vindt die verhalen onder de hotspots.

Meer zien? De vierde hotspot bevat een link naar nóg een filmpje, met o.a. drie andere kinderen die hun verhaal toelichten.

En nu jij!

Vertel: en nu gaan jullie aan de slag met een eigen portret.

Deel de werkbladen uit.

Wat is jouw verhaal?

Ben jij rustig, of juist druk? Welke drie woorden passen het best bij jou?

Dromer, Denker, Rustig, Druk, Energiek, Aanpassend,Beschermend, Eigenwijs, Grappig, Slim, Lief, Lui, Nieuwsgierig, Slordig, Vrolijk, Teruggetrokken, Avontuurlijk, Dapper, Stoer, Netjes, Sterk, Belangstellend, Zelfverzekerd, Geduldig ...

Iets anders?

Opdracht: beantwoord de eerste vraag op het werkblad. Omcirkel de woorden.

Dit werkblad is ook gebruikt in de workshops op de drie Amsterdamse scholen. (Ca. 5 min.)

Doe daarna de opdracht op de volgende slide.

Materiaal

• Pak wat materiaal (maakt niet uit wat)
• Onderzoek het: hoe voelt het? Wat voor eigenschappen heeft het?
• Bij wat voor soort persoon past dit materiaal? (Blij, rustig, gek, slim, etc.)
• Ruil met elkaar.
• Wat past het best bij jou?

Bespreek eventueel kort het portret van Maarten Bel. Welke attributen koos hij? Waarom koos hij voor dit materiaal, denk jij? Wat vertelt hij hiermee over zichzelf?

Doe dan de volgende opdracht: Onderzoek in kleine groepjes welke materialen je wel of niet zou willen gebruiken als je zelf een portret gaat maken. (Ca. 5 min.)

Wat is jouw verhaal?

Verbeeld jouw karakter in een schets.
Welk(e) object(en) past (passen) bij jou?

Welke kleuren?

En hoe en waar kun je deze inzetten om jouw karakter te versterken?

En welke houding en gezichtuitdrukking?

Opdracht: laat de leerlingen de laatste opdracht op het werkblad maken. (Ca. 5 min.)

Poseren

Als de leerlingen klaar zijn met de opdracht kunnen ze gefotografeerd worden. Fotografeer de leerlingen van dezelfde afstand en laat hen dezelfde pose aannemen als Vincent.

Klaar?

• Bekijk elkaars portret.
• Wat denk jij dat het verhaal van de ander is?
• Wat wil de ander met het portret vertellen?
• Bespreek de verschillen en overeenkomsten. 
  

Iedereen klaar? Laat de leerlingen de portretten in twee- of drietallen bespreken. Evalueer vervolgens klassikaal.