4.1 Oorlog in Europa

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

4.1 - Oorlog in Europa

4.1 Oorlog in Europa

Vlak voor de oorlog

Hitler wilde over Europa heersen.

1. Anschluss (1938)
2. Verdrag van München (1938)

G-B en FR proberen door diplomatie een oorlog met Hitler te voorkomen!

Toch valt Hitler op 01-09-1939 Polen binnen....

Oorlog begint

G-B en FR verklaren DUI de oorlog op 

03-09-1939

DUI voerde eerst een snelle aanval (Blitzkrieg) uit op Polen, daarna:

• Denemarken & Noorwegen
• Nederland, België & Frankrijk

Deze landen capituleerden snel

De VS wil zich niet bemoeien met de oorlog!

G-B werd ook gebombardeerd. Zij gaven zich niet over.

Verloop oorlog

DUI valt de S-U aan. Maar de S-U vecht terug! Hitler moet op 2 fronten vechten.

Japan (bondgenoot DUI) valt de VS aan.

• VS doet nu ook mee aan WO2!

DUI begint de oorlog te verliezen

• Stalingrad
• D-Day

Vloot van VS (Pearl Harbor) wordt aangevallen door Japan

Werktijd

STAP 1

STAP 2

KLAAR ?

Pak je PleinM boek.

Ga naar;

• Paragraaf 4.1

Maak:

• Opdracht 2-3-4-5

Hoe?

• Je mag op fluistertoon overleggen met je buur

• Je mag muziek luisteren op je laptop

Klaar?

• Maak de verdieping van paragraaf 4.1

Klaar?

• Ga iets voor een ander vak doen!

4.1 - Oorlog in Europa (deel 2)

Jodenhaat in Nazi-Duitsland

Joden werden gediscrimineerd in Nazi-Duitsland (antisemitisme)

• Racistische wetten maakten het leven van de joodse mensen verschrikkelijk...

Tijdens WO2 werden ook de Joden in bezette landen gediscrimineerd, afgezonderd, opgepakt en uiteindelijk vermoord..

De 'Endlösung'

Het vermoorden van Joden begint al vroeg in WO2. Deze mensen werden meestal neergeschoten.

• Dit ging niet snel genoeg volgens de Nazi's

Begin 1942 --> andere manier van moord, gaskamers

Joden werden naar concentratiekampen of vernietigingskampen gebracht. Hier moesten ze hard werken en/of werden ze vermoord.

De moord op 6 miljoen Joden noemen we de Holocaust

Werktijd

STAP 1

STAP 2

KLAAR ?

Pak je PleinM boek.

Ga naar;

• Paragraaf 4.1

Maak:

• Opdracht 2-3-4-5-7-9

Hoe?

• Je mag op fluistertoon overleggen met je buur

• Je mag muziek luisteren op je laptop

Klaar?

• Maak de verdieping van paragraaf 4.1

Klaar?

• Ga iets voor een ander vak doen!