Yuverta

Les 2 lastige werkwoorden

Taalverzorging
Lastige werkwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging
Lastige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

DOEL


- je weet wanneer je een -t of een -d moet gebruiken als de tegenwoordige tijd en de persoonsvorm hetzelfde klinken
spelling: 
lastige werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Opletten: lastige werkwoorden

Werkwoorden die beginnen met be-, ge-, ver-, ont-, her- of over- klinken in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd hetzelfde, maar vaak schrijf je de werkwoorden anders.


gebeurt of gebeurd?

verandert of veranderd?

herstelt of hersteld?

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Je gebruikt de verlengproef om te horen of je een voltooid deelwoord met een -d of -t schrijft.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Mijn vrienden hebben me om half negen (ophalen)

Slide 6 - Open vraag

Gisteren was ik erg (haasten).

Slide 7 - Open vraag

Gelukkig werd ik onderweg niet (beroven).

Slide 8 - Open vraag

Het (verbazen) mij dat hij zo goed kan sporten.

Slide 9 - Open vraag

Ik heb mijn spullen (verhuizen).

Slide 10 - Open vraag

De verhuizer (verhuizen) al mijn spullen.

Slide 11 - Open vraag

weigeren (tt)
De hond ... te gehoorzamen.

Slide 12 - Open vraag

Hoe schrijf je onderstaande werkwoorden?
1. Het (gebeuren) maar eens in de tien jaar.
2. Ik heb het tuinafval (verbranden).
3. Zij is snel van de griep (herstellen).
4. Angela (verhuizen) binnenkort naar een andere stad.
5. Mijn huid (verbranden) heel snel in de zon.

Slide 13 - Open vraag