Yuverta

Plannen en organiseren les 1: Het maken van een planning

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk voor drie verschillende vakken, extra oefenopdrachten voor Nederlands, een belangrijke toets en een verslag wat je moet eind van de week moet inleveren. Daarnaast wil je ook nog langs bij vrienden en heb je net een nieuwe serie ontdekt op Netflix die je heel graag wilt zien. Als je los naar deze zaken zijn ze best te doen, maar alles bij elkaar kan het flink wat stress opleveren.
Een deel van jullie zal werken onder druk prettig vinden en wacht dus af tot het einde van een periode om alles te doen. Anderen willen graag een plan maken, maar vinden dat lastig. De meeste studenten lukt het trouwens wel om een overzicht te maken en vaak ook een planning, maar is het juist lastig om je aan die planning te houden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Overzicht geeft rust. Het gaat erom dat je weet en beseft wat je allemaal moet en wanneer. Je moet dus weten wat je moet doen voor een vak, wanneer je bepaalde zaken af moet hebben. Hoe krijg je overzicht:
Bepaal per vak wat je moet doen;
Zijn het eindopdrachten of oefenopdrachten?
Wanneer moet je opdrachten inleveren? in welke week? Op welke datum?
Is het een toets, een verslag, een presentatie of iets anders?

Slide 9 - Tekstslide

Andere zaken die je ook moet doen, maar die je niet in het schema kwijt kan, kan je op een to-do-lijst zetten. Denk aan: agenda kopen, id kaart verlengen, etc. Als je een to do list in een notitieboekje maakt, houd je overzicht en raak je geen blaadjes kwijt. Een klein notitieboekje kun je makkelijk meenemen, zodat je taken en opmerkingen overal kunt noteren.

Slide 10 - Tekstslide

Nu je weet wat je allemaal moet doen, ga bepalen hoeveel tijd je denk nodig te hebben per onderdeel. De volgende vragen kunnen je daarbij helpen:
Hoeveel tijd heb je nodig om de opdrachten te maken of om te leren voor een toets?
Hoeveel tijd heb je nodig om een verslag te maken?
Hoeveel tijd heb je nog om zaken in te leveren?
Met wie werk je samen aan opdrachten en hoeveel tijd moet je wachten op het werk van de ander?
Welke opdrachten vindt je lastig en waar zou je meer tijd aan willen besteden?
Welke vakken of opdrachten zijn saai en heb je dus minder zin in om aan te gaan werken? (Geen zin betekent vaak meer tijd aan kwijt )
Welke opdrachten kan je misschien al maken tijdens de les?
Idee: hou bij hoeveel tijd je écht hebt besteed aan het maken van een opdracht of leren voor een toets. Dan weet je of je inschatting goed was en dat helpt je om een volgende keer een betere planning te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Je hebt nu een overzicht en je hebt een schatting gemaakt hoeveel tijd je per onderdeel ongeveer nodig hebt. Nu ga bepalen wat prioriteit heeft en wat niet. Niet alle taken op je overzicht zijn voor nu even belangrijk of moeten direct afgehandeld worden. Of iets prioriteit heeft kun je bepalen met de Eisenhower-matrix. Je bepaalt dus welke zaken echt eerst moeten en welke niet nu maar bijvoorbeeld over een week af moeten zijn.
 
Belangrijk- Dringend
Dit zijn taken die je direct moet doen.
Belangrijk – Niet dringend
Deze taken verwerk je in je planning
Niet belangrijk- Dringend
Deze taken voer je uit nadat je de taken uit kwadrant 1 hebt gedaan of je vraagt iemand anders om deze taak voor jou te doen.
Niet belangrijk- Niet dringend
Deze taken laat je vallen of doe je in je vrije tijd.

Slide 12 - Tekstslide

Weet van jezelf of je voldoende motivatie hebt om een opdracht te maken. Vaak is het zo dat als je ergens geen zin in hebt dat het meer tijd kost. Je laat je dan makkelijker afleiden. Als je eerst start met de zaken die je minder leuk vindt en je merkt dat het toch niet lukt, dan ben je nog vroeg genoeg om hulp in te schakelen.

Slide 13 - Tekstslide

Jij weet als geen ander wat je nog meer moet doen (of wil doen) naast school. Denk aan bijbaantjes, uitgaan, familie, huishouden. Bekijk vooraf je week en bepaal dan hoeveel tijd je werkelijk hebt voor school. Of dat je misschien privézaken moet afzeggen omdat je iets moet maken voor school. Tip: plan opdrachten die je moeilijk vindt op momenten dat je écht even tijd hebt. Opdrachten die je leuk vindt of makkelijk kun je dan doen in kleine uurtjes tussendoor.

Slide 14 - Tekstslide

Nu je de eerste stappen hebt gedaan heb je een goede start om te beginnen met leren en maken van opdrachten. Maar wat als het gewoon even tegenzit? Een baaldag of week, iets onverwachts thuis? Wat dan?
Als dit zo is, zoek dan op dat moment uit waardoor het komt dat iets niet lukt. En vraag vervolgens een klasgenoot, familie, mentor, vrienden om hulp. Bepaal in ieder geval de oorzaak wat maakt dat je je niet aan de planning kan houden, zodat je op tijd het probleem kan oplossen. Met als doel natuurlijk om alles op tijd in te kunnen leveren.

Slide 15 - Tekstslide

Kies een manier van plannen en werken wat voor jou het meest handig is. Dit kan op papier met een agenda of op te telefoon. Belangrijk bij allebei is dat je hem ook gebruikt!
Aanvullende tips agenda:
Nummer de lesweken in je agenda;
Schrijf per datum op wanneer wat af wilt hebben en streep het door, of markeer het, als je het af hebt;
Maak een to-do-list op een post-it en plak dit in je agenda.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Kijk terug naar wat je hebt opgeschreven over wat je al wist van het onderwerp. Kijk ook terug naar wat je nog meer wilde weten. Denk hierover na en beantwoord de volgende vragen:
Wat weet je nu meer? Over jezelf? En over je eigen gedrag?
Wat ga je morgen anders doen wat betreft leren?
Wat zou je nog meer willen weten?
Nu je deze les hebt gevolgd of de opdracht hebt gemaakt: hoe trots ben je nu op jezelf? En waarom?
Vervolgens de afsluiting van de les.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies