Yuverta
‹Terug naar zoeken

HAVO 2 par 1.4 wat is produceren

HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.4
Wat is produceren
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.4
Wat is produceren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Na deze les :
  • wat is de economische kringloop (produceren-consumeren) 
  • wat is toegevoegde waarde
  • hoe maakt een bedrijf winst, wat is omzet en wat is afzet
  • wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 
  • wat is produceren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De economische kringloop
De economische kringloop
Consumeren
par 1.1
Produceren
par 1.4

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Produceren
  • Produceren = het maken van goederen en het
                            leveren van diensten
  • De producent (het bedrijf) maakt de producten geschikt voor consumptie. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 
  • wat is toegevoegde waarde

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toegevoegde waarde = €0,55
Toegevoegde waarde = €0,20
Toegevoegde waarde = €0,25
Toegevoegde waarde = €0,65
Toegevoegde waarde

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toegevoegde waarde





Verkoop  - Inkoop  (grondstoffen)  = toegevoegde waarde

(deze gaan we zo verder uitwerken)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 
  • hoe maakt een bedrijf winst

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afzet en omzet
Afzet
Aantal verkochte producten 
(q)

Omzet
Aantal verkochte producten x prijs 
prijs = (p)
Totale opbrengst = q x p (= Afzet x Prijs)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winst / Verlies
Alles wat na de verkoop overblijft na aftrek van alle kosten. 
Totale winst = totale opbrengst - totale kosten
TW = TO - TK

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winst/Verlies berekenen
  • TO = totale opbrengsten = omzet 
  • TK = totale kosten = inkoopwaarde van de omzet + overige kosten 
  • Resultaat = TO - TK 
  • TO > TK = Resultaat > 0 = winst 
  • TO < TK = Resultaat < 0 = verlies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkoopwaarde en kosten
Inkoopwaarde
het bedrag dat een bedrijf betaalt voor de inkoop van de goederen/producten dat het wil gaan verkopen

Overige kosten
alle andere kosten dan de inkoop
bijvoorbeeld: huur, verzekeringen, rente, reclame, personeel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MVO
MVO = maatschappelijk verantwoord ondernemen
"Triple P"
People
Planet
Profit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • lees goed de theorie door, achter de blauwe streep in je boek!
  • maak uit je boek vraag 38 t/m 47 op blz 20 en verder
  • maak de herhalingsvraag 23 op blz 29

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check  
wat is produceren
wat is toegevoegde waarde
hoe maakt een bedrijf winst
wat is omzet en wat is afzet
wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Pak je boek erbij en check de theorie uit de paragraaf als je een vraagt niet weet.
Succes!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is produceren?
A
De weg van grondstof tot eindproduct.
B
Het inkopen, maken en verkopen van goederen.
C
Het leveren en verkopen van goederen en diensten.
D
Het maken van goederen en leveren van diensten.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Consumeren is het maken van goederen en produceren van diensten.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is produceren?
A
producten maken
B
toevoegen van productiemiddelen
C
toevoegen van waarde
D
waardevol maken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van 1 product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling:
De consument behoort tot de bedrijfskolom
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord klopt NIET?
Omzet =
A
Verkoopwaarde
B
Afzet x verkoopprijs
C
Totale opbrengst
D
Aantal x inkoopprijs

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je verkoopt vandaag ijsjes op de markt. Je opbrengst is €772. De totale kosten zijn €489.

Hoeveel winst of verlies maak je?
A
€ 283 verlies
B
€ 283 winst
C
€ 1.286 winst
D
€ 772 winst

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De totale opbrengst bereken je
A
TO x TK
B
TO - TK
C
TO + TK
D
p x q

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt je eigen bedrijf en het einde van de maand kijk je of je wat verdiend hebt.
Opbrengst      € 5.000
Totale kosten € 4.500
Maak je winst of 
maak je verlies ?
A
Winst
B
Verlies

Slide 27 - Quizvraag

Hoe bereken je dat ook alweer ? 
Winst = opbrengst - totale kosten
Totale Omzet = Totale Opbrengst =
A
Prijs x kosten
B
Hoeveelheid verkocht x (P - kostprijs)
C
Prijs x hoeveelheid verkocht
D
Kosten - opbrengsten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van MVO?
A
Regenwater filteren voor het doorspoelen van toiletten
B
een dieselauto rijden i.p.v. een benzine auto
C
de deur achter je sluiten
D
geen kauwgum meer gebruiken

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is mvo?
A
maatschappelijk verantwoord ondernemen
B
maatschappelijk veranderende omgeving
C
meetbare volhardende omgeving
D
mensheid van omgeving

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

People van MVO heeft betrekking op duurzaam produceren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Triple p)
A
people
B
planet
C
product
D
profit

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke p's horen er bij de triple p van mvo?
A
Planet, Price, Profit
B
Profit, People, Price
C
People, Planet, Profit
D
People, Price, Planet

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies