3.3 Stromingen in de politiek

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Politieke stromingen

Inhoud:

1. Wat zijn de lesdoelen?

2. Uitleg over politieke stromingen.

3. Afronden en bespreken wat hebben we geleerd.

Lesdoelen:

1. Je kunt uitleggen wat politieke stromingen zijn.

2. Je kunt de drie politieke stromingen in Nederland benoemen.

3. Je kunt de drie politieke stromingen herkennen.

Begrippen: Politieke stromingen, Sociaal-democratie, Christen-democratie, Liberalisme, solidariteit.

Instructie; Politieke stromingen:

Waarom praten wij over politieke stromingen?

- Verschillende brillen

- Wat is het beste voor Nederland?

- 3 politieke stromingen in Nederland (niet meer??)

Links:

-----------------------------------------

Grote overheid

Actieve overheid

-

Sociale belangen voorop

-

De overheid is actief op zoek naar manieren om zwakkeren te helpen.

-

Gedeelde verantwoordelijk

Rechts:

-----------------------------------------

Kleine overheid

Passieve overheid

-

Economische belangen voorop

-

De overheid is passief; helpt alleen in noodsituaties en zorgt voor veiligheid

Eigen verantwoordelijkheid

Sociaal-democratie; samen sta je sterk

Doel:

- Eerlijke verdeling van de welvaart.

- De zwakkeren beschermen.

Rol van de overheid:

- De overheid moet actief ongelijkheid bestrijden.

- Solidariteit beschermen.

Christen-democratie; bijbelse waarden

Doel:

- Een samenleving waarin mensen goed voor elkaar zorgen.

- Respect voor het woord van god.

Rol van de overheid:

- Mensen moeten voor elkaar zorgen. Alleen als dat niet anders kan moet de overheid helpen.

Liberalisme; Vrijheid blijheid

Doel:

- Vrijheid voor mensen om te doen en te laten wat ze willen.

- Bescherming van deze vrijheid.

Rol van de overheid:

- Beschermen van economische en persoonlijke vrijheid. De overheid moet zich vooral bezig houden met veiligheid en bescherming.

Toepassing; Welke politieke stroming herken je?

- Actualiteit: De horeca moet gesloten blijven.

- 3 verschillende oplossingen.

"Ondernemers in de horeca sector moeten meer financiele steun krijgen van de overheid!"

Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?

1. Sociaal-democratie
2. Christen-democratie
3. Liberalisme

"De horeca moet open, anders wordt de economische schade te groot!"

Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?

1. Sociaal-democratie
2. Christen-democratie
3. Liberalisme

"We moeten zoveel mogelijk testen en zorgen voor elkaar, door de maatregelen te volgen"

Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?

1. Sociaal-democratie
2. Christen-democratie
3. Liberalisme

Succes!

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?

1. Liberalisme, christen-democratie, feminisme
2. Sociaal- democratie en liberalisme
3. christen-democratie, liberalisme, sociaal-democratie
4. Communisme, christen-democratie en liberalisme

Wat is een geen politieke stroming?

1. Liberalisme
2. Liberaal-Socialist
3. Christen-Democratie
4. Sociaal-Democratie

Welke politieke stroming wordt door deze cartoon bekritiseerd?

1. Liberalisme
2. Populisme
3. Sociaal-democratie
4. Christendemocratie

Politieke stromingen: Liberalen

1. Gelijkheid
2. Op basis van geloof
3. individuele vrijheid
4. Alles houden zoals het was

Bij wat voor een politieke stroming past dit standpunt het beste?

1. Liberalisme
2. Christen-democratie
3. Sociaal-democratie

Afsluiting; lesdoelen:

1. Je kunt uitleggen wat politieke stromingen zijn.
2. Je kunt de drie politieke stromingen in Nederland benoemen.
3. Je kunt de drie politieke stromingen herkennen.



Begrippen: Politieke stromingen, Sociaal-democratie, Christen-democratie, Liberalisme

Bedankt voor uw aandacht!