Yuverta

1.1 een nieuw vak + 1.2 onderzoeken

Natuur en Scheikunde
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1: Een nieuw vak
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Natuur en Scheikunde
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1: Een nieuw vak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het weerbericht hoor je wel eens: het wordt morgen 15 graden Celsius.
A
Over de temperatuur
B
Over de luchtdruk
C
Over de windsnelheid
D
Over de luchtvochtigheid

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Water bevriest bij een temperatuur van ...... graden Celsius

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Maak opdracht 1  t/m  8 van "wat weet je al?"

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een maag verteert eten en breekt voedingsstoffen in kleine stukjes.
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De accu van je telefoon opladen
De verbranding van een blok hout.
Het ademen van insecten.
Natuurkunde
Scheikunde
Biologie

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Natuurkunde gaat over de.....
A
Niet levende natuur die wel kan veranderen
B
niet levende natuur die niet kan veranderen
C
levende natuur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen scheikundig verschijnsel.
A
Drogen van wasgoed
B
eitje bakken
C
verbranden van suiker

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel te maken met Nask. 
Niet te maken met Nask.
Licht
Planten
Elektriciteit
Snelheid
Dieren

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruiken aan een onbekende stof

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek doen
Je wilt bij Natuur en Scheikunde dingen ontdekken. 
Dit doe je door onderzoek te doen.

Onderzoeksvraag -> Het onderzoek -> Conclusie van het onderzoek

Slide 19 - Tekstslide

Kokend water als voorbeeld gebruiken

de conclusie
Na het onderzoek heb je iets ontdekt. Je hebt dan een conclusie. De conclusie van het onderzoek is het antwoord op je onderzoeksvraag.

Een conclusie kan zijn: de temperatuur van kokend water is 100 graden Celsius.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onthoud:
Onderzoek doe je om dingen te ontdekken.

Waarnemen doe je met je zintuigen.
Met je zintuigen kun je zien, horen, ruiken, voelen en proeven.
Bij onderzoek moet je voorzichtig ruiken.
Bij onderzoek mag je nooit proeven.
De onderzoeksvraag is: wat je wilt ontdekken.
De conclusie van een onderzoek is: wat je hebt ontdekt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen doe je met je zintuigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén zintuig
A
Zien
B
Ogen
C
Horen
D
Ruiken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze mevrouw gebruikt de juiste manier om aan een onbekende stof te ruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

les 3 practicum

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

practicum

bij practicums gebruiken we materialen.

Deze kan je vinden in het nask lokaal.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veiligheidsregels
• Luister naar je leraar en doe wat je leraar zegt.
• Niet duwen, trekken of rennen in het lokaal.
• Niet eten of drinken in het lokaal.
• Leg geen tas of andere spullen waar mensen moeten lopen.
• Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.
• Bind lang haar in een staart als je met vuur werkt.
• Werk altijd voorzichtig, vooral met scheikundige stoffen.
• Ruik alleen voorzichtig aan onbekende stoffen.
• Proef nooit van stoffen.
• Als er iets fout gaat, dan moet je meteen je leraar waarschuwen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de brander
op een brander zit een graskraan.
Met deze kraan regel je de hoeveelheid gas die de brander toelaat.

De vlam wordt bij meer gas groter en minder gas kleiner.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de brander
om gas te laten branden heb je zuurstof nodig. 

met de luchtschijf regel je de zuurstof.

in de schoorsteen
wordt zuurstof en gas gemengd. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 4 meten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

meten
bij NASK wordt vaak meetapparatuur gebruikt.

Om tijd te meten gebruiken we een klok of stopwatch.
seconde (s)
minuten (m)
uren (h)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lengte
om te bepalen hoe lang iets is of om de maat te weten gebruiken we een liniaal.

Je kan ook meten met een geodriehoek.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe lees je af?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

temperatuur
om te weten wat de thempratuur is van iets gebruiken we een thermometer.

Je hebt staafthermometers maar ook digitale meters

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weegschaal
om te meten hoe zwaar iets is gebruiken we een weegschaal.

Let op!
niet elke weegschaal geeft grammen aan maar ook newton (andere waarde voor gewicht)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

volume

vloeistoffen worden uitgedrukt met volume

meestal gebruik je hiervoor liter of mililiter

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

analoog
meten kan plaatsvinden analoog en digitaal.

met een analoge meter moet je rekening houden met een schaalverdeling.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

digitaal
een digitale meter geeft direct zijn gemeten waarde aan.

Je kan dit dus gelijk aflezen.

Bij NASK moet je analoog en digitaal gebruiken.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

grootheid en eenheid
bij NASK werken we met grootheden en eenheden.

grootheid zegt iets over wat je meet en eenheid waarin je het meet.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht (huiswerk)
Hoofdstuk 1: Natuurkunde en scheikunde - Alle opdrachten van deze paragrafen (*-opdrachten mag je altijd overslaan)`. De oranje stukken tekst maak je niet. Dat zijn proefjes.
Paragraaf 1: Een nieuw vak. 
Paragraaf 2: Onderzoeken. 
Paragraaf 3: Practicum


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies