Yuverta

1.3 Grondsoorten

Grondsoorten
zand
klei
veen
löss
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grondsoorten
zand
klei
veen
löss

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Zand
zand  = verweerd steen
gemengd met organisch materiaal geschikt voor landbouw
grijze tot gelige kleur
nat zand plakt niet aan je handen
Niet geschikt voor planten- en groenteteelt.
-
Zand is geschikt voor de teelt van bloembollen (bv lelies) en maïs. 
+

Slide 3 - Tekstslide

Klei
Zeeklei
Rivierklei

Slide 4 - Tekstslide

Zeeklei
grond in drooggevallen polders
vruchtbaar en vettig
geschikt voor akkerbouw
granen, aardappelen, suikerbieten en groente

Slide 5 - Tekstslide

Rivierklei
door overstroming afgezet op de oevers van de rivier
allerkleinste gronddeeltjes die bestaan
bruinrood van kleur
fruitbomen, laanbomen, maïs, gras en een aantal groentegewassen

Slide 6 - Tekstslide

Veen
veengrond = afgestorven plantenresten
organische grond
zeer vruchtbaar
veengrond is nat en moeilijk te bewerken
planten- en boomteelt, grasland

Slide 7 - Tekstslide

Grondsoorten en waterstroom
Grond bestaat uit:
- vaste deeltjes
- water 
- lucht
poriën = ruimte tussen vaste deeltjes
poriën zorgen ervoor dat het water in de grond kan komen

Slide 8 - Tekstslide

Grondsoorten en waterstroom


Voedingstoffen in de bodem lossen op in water.
De voeding zakt met het water mee.
Klei
fijne poriën, water zakt langzaam in de grond
Zand
Zand is grover dan klei en heeft brede poriën. 

Slide 9 - Tekstslide

Kunstmatige grondsoorten
substraat = kunstmatige grondsoort
- water kunnen vasthouden
- er moeten wortels in kunnen groeien
- steun geven aan plant
- er moet voldoende voedsel in zitten
- het moet steriel zijn
kweker kan groeifactoren zelf regelen
prijs is vrij hoog
daarom vaak hergebruikt en dat is goed voor het milieu

Slide 10 - Tekstslide

Wat is zand?
A
de bodem in de rivier
B
verteerde planten
C
verweerde schelpen
D
verweerd gesteente

Slide 11 - Quizvraag

Waar vind je in Nederland rivierklei?
A
in de polders
B
rond de Rijn en de Maas
C
langs de Noord-Hollandse kust
D
in Groningen en Drenthe

Slide 12 - Quizvraag

Veen is een organische grondsoort. Wat betekent dat?
A
De grond is op de oevers afgezet.
B
De grond is gevormd door verwering.
C
De grond is gevormd door afgestorven plantenresten

Slide 13 - Quizvraag

Waaruit bestaat grond?
A
poriën
B
vaste deeltjes, water en lucht
C
zand en klei
D
water, voeding en lucht

Slide 14 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een substraat.
A
glasvezel
B
klei
C
steenwol
D
veen

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht
Een bodemprofiel maken.

Slide 16 - Tekstslide