Yuverta

Kracht en beweging

Kracht en beweging
Vanaf blz 214
Werkboek B
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kracht en beweging
Vanaf blz 214
Werkboek B

Slide 1 - Tekstslide

Programma lesuur 1

!Belangrijke mededeling!
Herhalen
Lesdoelen
Uitleg (met vragen)
Aan de slag
Programma lesuur 2

Zelf aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Toets: 8 april 3de uur

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen
Pak je laptop
https://quizizz.com/admin/my-library/createdByMe

Heb je een score van een 6 of hoger, dan ben je op de goede weg ;) 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Je kunt aangeven welke invloed krachten op een beweging   
     hebben.
2. Je kunt de gemiddelde snelheid uitrekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Startvraag:
Welke invloed heeft kracht op snelheid?

Slide 6 - Open vraag

Welke invloed hebben krachten?

Slide 7 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een rijdende auto?
Benoem de meewerkende krachten en de tegenwerkende krachten

Slide 8 - Open vraag

Welke 3 krachten zijn van invloed en vliegtuig?

Slide 9 - Open vraag

Hoe werken de krachten samen?
simulatie kracht en beweging

Slide 10 - Tekstslide

Welk kracht veroorzaakt
beweging bij remmende fiets?
A
veerkracht
B
wrijvingskracht
C
zwaartekracht
D
windkracht

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn weerstandskrachten?
A
Krachten die de snelheid van een voorwerp verhogen.
B
Krachten die de beweging van een voorwerp ondersteunen.
C
Krachten die beweging veroorzaken.
D
Krachten die tegen beweging in werken.

Slide 12 - Quizvraag

Als de voortstuwende kracht kleiner is aan alle tegenwerkende krachten welke beweging voert het voorwerp dan uit.
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 13 - Quizvraag

Welke kracht is de kracht die bewegingen tegenwerkt, zoals tegenwind.
A
Veerkracht
B
Spierkracht
C
Wrijvingskracht
D
Zwaartekracht

Slide 14 - Quizvraag

Als de voortstuwende kracht gelijk is aan alle tegenwerkende krachten,

welke beweging voert het voorwerp dan uit?
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Eenparig

Slide 15 - Quizvraag

En verder...
Morgen: uitleg gemiddelde snelheid

Voor nu: Aan de slag met de opdrachten

Huiswerk: opdracht 1 t/m 13
Ben je klaar? Dan werk je verder aan opdracht 14 t/m 28

Slide 16 - Tekstslide

Kracht en beweging
Vanaf blz 216
Werkboek B

Rekenmachine

Slide 17 - Tekstslide

Programma
Leerdoelen
Herhalen
Uitleg
Zelf aan de slag

Slide 18 - Tekstslide

Toets: 8 april 3de uur

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt aangeven welke invloed krachten op een beweging   
     hebben.
2. Je kunt de gemiddelde snelheid uitrekenen.

Slide 20 - Tekstslide

Welk kracht veroorzaakt
beweging bij remmende fiets?
A
veerkracht
B
wrijvingskracht
C
zwaartekracht
D
windkracht

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn weerstandskrachten?
A
Krachten die de snelheid van een voorwerp verhogen.
B
Krachten die de beweging van een voorwerp ondersteunen.
C
Krachten die beweging veroorzaken.
D
Krachten die tegen beweging in werken.

Slide 22 - Quizvraag

Als de voortstuwende kracht kleiner is aan alle tegenwerkende krachten, welke beweging voert het voorwerp dan uit.
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 23 - Quizvraag

Welke kracht is de kracht die bewegingen tegenwerkt, zoals tegenwind.
A
Veerkracht
B
Spierkracht
C
Wrijvingskracht
D
Zwaartekracht

Slide 24 - Quizvraag

Als de voortstuwende kracht gelijk is aan alle tegenwerkende krachten,

welke beweging voert het voorwerp dan uit?
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Eenparig

Slide 25 - Quizvraag

Verschil snelheid en gemiddelde snelheid 

Voorbeeld met snelheid van een auto 
  • Snelheid = de snelheid waarmee de auto beweegt op een bepaald moment. 
  • Gemiddelde snelheid = welke afstand heeft de auto afgelegd over een bepaalde tijd?

Slide 26 - Tekstslide

gemiddelde Snelheid berekenen
                                                    afstand                               
gemiddelde snelheid = -------------             
                                                          tijd                                

gemiddelde snelheid = afstand : tijd            

Slide 27 - Tekstslide

Snelheid berekenen 
Snelheid = afstand : tijd
Afstand = ?

Tijd = ?

Slide 28 - Tekstslide

Snelheid berekenen
Schrijf al je berekeningen op volgens de stappen:
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:

Slide 29 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen snelheid en gemiddelde snelheid?

Slide 30 - Open vraag

Kracht en beweging
Vanaf blz 216
Werkboek B

Rekenmachine

Slide 31 - Tekstslide

Programma
Leerdoelen
Herhalen
Nakijken
Zelf aan de slag

Slide 32 - Tekstslide

Toets: 8 april 3de uur

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt aangeven welke invloed krachten op een beweging   
     hebben.
2. Je kunt de gemiddelde snelheid uitrekenen.

Slide 34 - Tekstslide

Als de voortstuwende kracht kleiner is aan alle tegenwerkende krachten, welke beweging voert het voorwerp dan uit.
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 35 - Quizvraag

Als de voortstuwende kracht gelijk is aan alle tegenwerkende krachten,

welke beweging voert het voorwerp dan uit?
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Eenparig

Slide 36 - Quizvraag

25 minuten zijn hoeveel seconden?

Slide 37 - Open vraag

Hoeveel seconden er in een uur?

Slide 38 - Open vraag

6 minuten = .... seconde

Slide 39 - Open vraag

hoeveel minuten is 300 seconden?

Slide 40 - Open vraag

Een cheeta kan 30 meter per seconde rennen. Hoeveel seconden doet een cheeta over een afstand van 150 meter?

Slide 41 - Open vraag

Wat is de formule om de gemiddelde snelheid te berekenen? (Snelheid = ......)

Slide 42 - Open vraag

Debby rijdt met haar auto 195 km in 3 uur. Ze rijdt steeds met dezelfde snelheid.
Hoe groot is de gemiddelde snelheid van Debby?
(Snelheid= afstand : tijd)

Slide 43 - Open vraag

Snelheid omrekenen

Slide 44 - Tekstslide

Wat is het symbool van snelheid?
(denk aan het Engelse woord voor snelheid)

Slide 45 - Open vraag

Kees heeft een snelheid van 35 m/s. Wat is zijn snelheid in km/u?

Slide 46 - Open vraag

Kees heeft een snelheid van 25 km/h. Wat is zijn snelheid in m/s?

Slide 47 - Open vraag

Nakijken

Huiswerk: opdracht 14 t/m 28


Slide 48 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Ga zelfstandig lezen blz 228 en 229
Maak opdracht 1 t/m 15
(als je een vraag niet snapt, lees je eerst terug in de tekst)

Als je nog vragen wilt stellen over snelheid, dan kan je naar mij toe komen. 

Slide 49 - Tekstslide