Yuverta

H7.3

H7.3
Hoe komt de overheid aan geld 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7.3
Hoe komt de overheid aan geld 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Hw controle H7.2 opdrachten 1 t/m 11
  • Controle vragen H7.2 
  • Lesdoelen H7.3
  • Uitleg over  H7.3
  • Werken over H7.3

Slide 2 - Tekstslide

Als wat voor staat wordt Nederland gezien
A
Verzorgingsstaat
B
Kapitaalstaat
C
Collectiefstaat
D
Ouderenstaat

Slide 3 - Quizvraag

Welke twee maatregelen zijn er om het bestaan van sociale zekerheid te garanderend
A
Door de bevolking minder subsidies te laten betalen
B
Verhoging van de AOW-leeftijd
C
Door de huurtoeslag af te schaffen
D
Door de Participatiewet

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Ik kan voorbeelden noemen van enkele belastinginkomsten van de overheid aan het einde van de les 
  • Ik kan de belangrijkste inkomsten noemen die een gemeente heeft aan het einde van de les 
  • Ik ken het verschil tussen directe en indirecte belastingen aan het einde van de les 
  • Ik kan enkele niet-belastingontvangsten noemen aan het einde van de les 

Slide 5 - Tekstslide

k kan voorbeelden noemen van enkele belastinginkomsten van de overheid

  • Btw, accijns
  • Inkomstenbelasting (loonbelasting) 
  • vennootschapsbelasting
  • Sociale premies  

Slide 6 - Tekstslide

Ik kan de belangrijkste inkomsten noemen die een gemeente heeft
  • Onroerendzaakbelasting
  • Afstalstofheffing  
  • Rioolrechten
  • Leges (vergoeding voor aanvraag van paspoort)

Slide 7 - Tekstslide

Ik ken het verschil tussen directe en indirecte belastingen
  • Directe belastingen: betaal je rechtstreeks aan de overheid. Belastingen op inkomen, winst en vermogen.
  • Indirecte belastingen: betaal je indirect aan de overheid. Zoals accijns en btw, die zijn verwerkt in de prijs van een product. Je betaalt eerst de winkelier daarna draagt die het af aan de overheid!

Slide 8 - Tekstslide

k kan enkele niet-belastingontvangsten noemen
  • Winst van bedrijven waarvan de overheid gedeeltelijk eigenaar van is. 
  • Boetes die burgers en bedrijven moeten betalen, bijvoorbeeld voor een verkeersovertreding.  

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Ik ga aan de slag met opdracht 1 t/m 10 van 7.3
Ik ga dat op fluisterniveau met degene naast mij
Als ik hulp nodig heb vraag ik de docent om hulp
Ik heb tot 10:00 de tijd voor de opdrachten
Als ik klaar ben heb ik geen huiswerk voor dinsdag
Als ik klaar ben met de opdrachten komt de docent het controleren!

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen vorm van belastinginkomen
A
Premies
B
Btw
C
Boetes
D
Accijns

Slide 11 - Quizvraag

Noem 2 voorbeelden van directe belasting

Slide 12 - Open vraag