Yuverta

vermogen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je van "vermogen"?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het vermogen van
een lamp : 230 volt
0,2 ampère
A
46 Volt
B
46 Watt
C
60 Watt
D
46 Ampère

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het vermogen van
een kachel: 230 volt
4 ampère
A
9,2 Volt
B
92 Watt
C
9200 Watt
D
920 Watt

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een accuschroevendraaier van 10 volt heeft een vermogen van 20 watt
Wat is de stroomsterkte?
A
0,5 ampère
B
5 ampère
C
0,2 ampère
D
2 ampère

Slide 15 - Quizvraag

Een kachel heeft een vermogen van 920 watt (bij 230 volt)
Wat is de stroomsterkte
A
40 ampère
B
20 ampère
C
4 ampère
D
2 ampère

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je van rendement?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Rendement + verlies = 100%

Slide 25 - Tekstslide

Als een gloeilamp van 100 watt
10 watt aan licht geeft
wat is dan het rendement?
A
10%
B
90%
C
50%
D
100%

Slide 26 - Quizvraag

Als het rendement van iets 75%
Hoe groot is dan het verlies
A
75%
B
25%
C
10%
D
100%

Slide 27 - Quizvraag

watt is vermogen (de energie die gebruikt wordt)
één watt een uur lang gebruiken.......
Je gebruikt dan een "wattuur"

Slide 28 - Tekstslide

Wat betekend kilo ?
(denk aan kilometer, kilogram)

Slide 29 - Open vraag

watt is vermogen (de energie die gebruikt wordt)
 1000 watt = één kilowatt

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk staat op magister

Slide 32 - Tekstslide