Yuverta

Hoofdstuk 5, paragraaf 4

In de Alpen: Het dal van de Rhône 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

In de Alpen: Het dal van de Rhône 

Slide 1 - Tekstslide

Bewoonbaar Europa
  • Hoge bevolkingsdichtheid
  • Dit komt door het zeeklimaat
  • Ook is er weinig reliëf
  • In het Laagland liggen vruchtbare bodems en stromen grote rivieren

Slide 2 - Tekstslide

Bewoonbaar Europa
  • Kan goed aan landbouw gedaan worden
  • Mensen kunnen zich makkelijk verplaatsen via o.a. de rivieren

Slide 3 - Tekstslide

Bewoonbaar Europa
  • Alleen niet overal is het dichtbevolkt.
  • In de Alpen bijvoorbeeld niet, want dit is een hooggebergte. 
  • Hier is sprake van een sterk reliëf en een ongustig klimaat. 
  • Het heeft de kenmerken van een hooggebergteklimaat
  • Zie hiervoor figuur 17 van je lesboek

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Het Rhônedal 
  • Rhône is een gletsjerrivier, toever groeit door zijriviertjes
  • Tussen dal en bergen zijn er verschillen in reliëf
  • Sion ligt bijvoorbeeld op 500 m. (zeeklimaat)
  • Vanuit Sion kun je naar Zermatt, dit ligt op 1600 m. (landklimaat)
  • Nog hoger ligt de Matterhorn, op 4478 m. (hooggebergteklimaat)

Slide 6 - Tekstslide

Het Rhônedal
  • Verschil in klimaat en reliëf hebben invloed op bodemgebruik.
  • Dal heeft nauwelijks hoogteverschillen, in combinatie met het gunstige zeeklimaat is het geschikt voor verschillende vormen van bodemgebruik. (bv. akkers en weilanden)

Slide 7 - Tekstslide

Het Rhônedal
  • Hier wonen dus ook alle mensen en is t dus dringen voor plek. Aangezien je alleen in het dal kan wonen. 
  • In zijdalen is het te steil en te koud. 

Slide 8 - Tekstslide

Het Rhônedal
  • Vee gaat in de zomer naar Alpenweiden.
  • De zijdalen zijn wel belangrijk voor het toerisme.
  • Zowel in de zomer als in de winter. 
  • Toch is er sprake van extensief bodemgebruik. 

Slide 9 - Tekstslide

Quiz
Na deze slide volgt een quiz. Deze maak je eerst, daarna maak je de opdrachten uit het werkboek. Online als het kan en anders in je werkboek. Kijk in de planner om te zien welke opdrachten gemaakt moeten worden. 

Slide 10 - Tekstslide


Welk klimaat komt er het meeste voor in Europa
A
Toendraklimaat
B
Hooggebergteklimaat
C
Landklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 11 - Quizvraag

Het laagland strekt van Frankrijk via Nederland uit tot ...
A
Turkijke
B
Zweden
C
Rusland
D
Spanje

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn twee redenen dat de bevolkingsdichtheid in de Alpen laag is?
A
Weinig reliëf
B
Veel reliëf
C
Gunstig klimaat
D
Ongunstig klimaat

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een gletsjerrivier?

Slide 14 - Open vraag

In welk deel van Zwitserland is de bevolkingsdichtheid het hoogste?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 15 - Quizvraag

In welk deel van Zwitserland vind je het meeste reliëf?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 16 - Quizvraag

Welk soort klimaat heeft Zermatt?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Toendraklimaat
D
Hooggebergteklimaat

Slide 17 - Quizvraag

Welk klimaat kent Sion?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Toendraklimaat
D
Hooggebergteklimaat

Slide 18 - Quizvraag

Naar welk deel van de berg worden koeien gebracht in de zomer, om te grazen?
A
Dal
B
Rotsweide
C
Alpenweide
D
Boomgrens

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is het toerisme van belang in de zijdalen?

Slide 20 - Open vraag