Yuverta

4.4 Filmen met je ogen

4.4 Filmen met je ogen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

4.4 Filmen met je ogen

Slide 1 - Tekstslide

Waardoor zie je scherp
• lens maakt het beeld scherp
op je netvlies
• beeld is veel kleiner en op z'n
kop
• hersenen vertalen het beeld
• je ziet nu ware grootte en
rechtop

Slide 2 - Tekstslide

scherp zien
• scherp zien- door ooglens
die boller en platter wordt
• lens kan van vorm
veranderen, is elastisch
• bolle lens: dichtbij scherp
• platte lens: veraf scherp

Slide 3 - Tekstslide

Goed zien: accomoderen

Slide 4 - Tekstslide

accomoderen
beeld moet precies op netvlies komen om scherp te zien

voorwerp dichtbij: ooglens wordt boller = sterkere werking = beeld op netvlies

voorwerp verder weg = minder sterke werking = beeld op netvlies

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lees tekstboek blz. 96 en 97
  • Maak opdracht 2 t/m 6 in je werkboek van paragraaf 4.4
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Slecht zien: bijziend en verziend 

Slide 7 - Tekstslide

Bijziend

Slide 8 - Tekstslide

Verziend

Slide 9 - Tekstslide

Ezelsbruggetje

Ben je Bijziend kun je alles dichtBij goed zien 
en in de verte niet! 

Ben je Verziend kun je in de Verte goed zien 
maar dichtbij niet!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Aan de slag
  • Lees blz. 97 in je tekstboek
  • Maak opdracht 7 t/m 10 van paragraaf 4.4 in je werkboek.
  • Leer om te onthouden
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Waardoor kun je scherp zien?
A
Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
D
Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.

Slide 13 - Quizvraag

WAT IS EEN BELANGRIJKE TAAK VAN DE LENS?
A
KLEUREN ZIEN
B
STEVIGHEID GEVEN AAN HET OOG
C
VOORWERPEN VERGROTEN

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij accommoderen
A
Er vormt zich een beeld op het netvlies
B
Er stroomt lucht van de trommelholte naar de keelholte
C
De bolvorm van de ooglens verandert
D
Het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.

Slide 15 - Quizvraag

Klaar?
Stuur een foto met je gemaakte werk!

jhvan.dijk@wellant.nl

Slide 16 - Tekstslide