Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
Praktijkopdracht GRVV De Winkel
Praktijkopdrachten Groene Vormgeving en Verkoop
Ontwerp je eigen winkel.
1 / 44
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Praktijkopdrachten Groene Vormgeving en Verkoop
Ontwerp je eigen winkel.
Slide 1 - Tekstslide
Maak je eigen winkel.
Werk in een tweetal.
Slide 2 - Tekstslide
Kies je winkelvorm. Kies uit:
Boerderij - of landwinkel
Marktkraam
Speciaalzaak (dit mag ook een andere sector zijn)
Tuincentrum
Slide 3 - Tekstslide
Winkelketen of eigen winkel.
Kiezen jullie een winkelformule uit een bestaande winkelketen of willen jullie je eigen winkelformule ontwerpen?
Bespreek jullie keuze met de docent voordat je verder gaat.
Slide 4 - Tekstslide
Beschrijf jullie winkelformule
Welke producten willen jullie verkopen?
Wie wordt jullie doelgroep?
Welke sfeer wil je dat de winkel uitstraalt?
Welke kleuren gebruiken jullie in de winkel?
Wat is het logo?
Slide 5 - Tekstslide
Ontwerp de voorgevel van jullie winkel.
Maak het zo levensecht als mogelijk.
Je mag hiervoor tekenen, knippen-plakken, voorwerpen gebruiken (stoffen, bloemetjes enz), raampjes van folie, logo printen enz.
Slide 6 - Tekstslide
Aan het einde van de les
geef je een pitch over:
- voor welke winkelketen jullie gekozen hebben.
- Wat de winkelformule voor jullie winkel is (welke producten jullie verkopen, wie de doelgroep is, kleuren, logo en sfeer)
Slide 7 - Tekstslide
Les 2
Duurzaam ondernemen.
Slide 8 - Tekstslide
Maak een informatieposter over een duurzaam product uit jullie assortiment.
Zoek drie verschillende fabrikanten die ditzelfde product maken.
Laat zien of het product een keurmerk heeft. Wat betekent dit keurmerk?
Laat zien hoe het product verpakt is in de winkel.
Vermeld in welk land / welke landen het product geproduceerd wordt.
Laat zien wat het product kost. Zijn er verschillende prijzen voor dit product te vinden?
Laat zien waarom dit product duurzaam is.
Slide 9 - Tekstslide
Les 3 Genoeg voorraad
Slide 10 - Tekstslide
Inkoopkanalen en voorraadkaart
Je maakt voor jouw winkel een voorraadkaart.
Hierop geef je van vijf artikelen die je in je winkel wilt verkopen de
minimumvoorraad
en de
maximumvoorraad
aan.
Je bedenkt twee inkoopkanalen waar jij je voorraad gaat bestellen. Leg uit waarom je voor deze inkoopkanalen kiest.
Slide 11 - Tekstslide
Les 4 Uitpakken en presenteren.
Slide 12 - Tekstslide
Snijbloem
Kamerplant
Tuinplant
Groeit in de vrije natuur in de warme delen van de wereld. In Nederland staat deze plant in huis.
Deze plant is sterker en wordt gekweekt om in de tuin te plaatsen. Bijv. een klimplant.
Deze is afgesneden van een plant en heeft geen wortels meer. In water leeft hij nog 5-10 dagen.
Slide 13 - Sleepvraag
Controleer de binnengekomen bloemen met de volgende stappen:
Controleer de kwaliteit. Zijn er zieke of beschadigde bloemen bij?
Verwijder voorzichtig de verpakking zonder de bloemen te beschadigen.
Verwijder de beschadigde bladeren, vuil en uitgebloeide bloemen.
Slide 14 - Tekstslide
Kijk de video op de volgende dia.
Noteer minimaal 3 stappen om een mooi korenschoofboeket te maken.
Laat de docent de stappen goedkeuren.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Maak je korenschoofboeket.
Verzamel eerst de benodigde materialen.
Maak het boeket volgens de stappen.
Ruim je werkplek op.
Pak je boeket in.
Zet het in een schone vaas met water.
Slide 17 - Tekstslide
Herhaling van de lesstof uit de les.
Slide 18 - Tekstslide
Les 1: Soorten winkels
Aan het einde van deze les kun je
Verschillende winkelvormen in de groene sector opnoemen.
Uitleggen wat een winkelformule is.
Kenmerken van winkelformules herkennen.
Slide 19 - Tekstslide
Met een winkelvorm wordt bedoeld...
A
De vorm waarin de winkel is gebouwd.
B
De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
C
De opzet voor de winkel in grote lijnen.
Slide 20 - Quizvraag
Noem een winkelvorm die je kent.
Slide 21 - Woordweb
Winkelvormen uit
de groene sector
zijn:
Boerderijwinkel
Markt
Speciaalzaak
Tuincentrum
Webshop
Op het plaatje hiernaast zie je een boerderijwinkel.
Slide 22 - Tekstslide
Boerderijwinkel
Markt
Speciaalzaak
Tuincentrum
Webshop
Verkoopt maar een paar soorten producten die bij elkaar passen.
Verkoopt van alles online, vaak in combinatie met een winkel.
Verkoopt vlees, zuivel, groenten, fruit enz van eigen boerderij.
Een grote winkel, vaak buiten het centrum. Verkoopt bomen, planten, tuingereedschap, tuinmeubelen enz.
Producten zoals stoffen, vis, groenten en fruit, bloemen, brood, noten enz worden verkocht op een openbare plek in dorp of stad.
Slide 23 - Sleepvraag
Met een winkelvorm wordt bedoeld...
A
De vorm waarin de winkel is gebouwd.
B
De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
C
De opzet voor de winkel in grote lijnen.
Slide 24 - Quizvraag
Met een winkelformule wordt bedoeld
A
De inrichting, presentatie en huisstijl van de winkel.
B
De berekening van het aantal te verkopen producten.
C
De manier waarop de winkelier klanten naar binnen lokt.
Slide 25 - Quizvraag
Een groot bedrijf met veel winkelvestigingen noemen we:
A
Een doelgroep
B
Een winkelketen
C
Een winkelformule
D
Een imago
Slide 26 - Quizvraag
Les 2: Een duurzaam assortiment.
Aan het einde van deze les kun je
Uitleggen wat een assortiment is.
Uitleggen wat duurzame producten zijn.
Uitleggen wat duurzaam ondernemen is.
Slide 27 - Tekstslide
Een productgroep is...
A
een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen.
B
alle producten bij elkaar die in een winkel verkocht worden.
Slide 28 - Quizvraag
Een
productgroep
is
een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen.
Bijvoorbeeld Bloemen, Groenten, Brood.
Slide 29 - Tekstslide
Met een assortiment wordt bedoeld...
A
De manier waarop de producten in een winkel gesorteerd zijn.
B
Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt.
Slide 30 - Quizvraag
Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt wordt het
assortiment
genoemd.
Slide 31 - Tekstslide
Deze winkel heeft veel verschillende productgroepen. Je kunt er van alles en nog wat kopen zoals bijvoorbeeld de HEMA.
Deze winkel heeft zich gespecialiseerd in maar een paar productgroepen, bijvoorbeeld een bloemenspeciaalzaak. Je kunt er specifieke producten kopen.
Breed assortiment
Smal assortiment
Slide 32 - Sleepvraag
Bij de productie van duurzame producten wordt er voorzichtig omgegaan met:
De mens
Het milieu
De economie
Slide 33 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een duurzaam product?
A
Een plastic waterflesje
B
Een hervulbare dopper
Slide 34 - Quizvraag
Een keurmerk
is een bewijs dat een product aan bepaalde eisen voldoet.
Slide 35 - Tekstslide
Dit keurmerk staat voor
A
Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
B
Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
C
Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.
Slide 36 - Quizvraag
Een ondernemer doet aan
duurzaam ondernemen
als hij of zij extra rekening houdt met mens, milieu en economie.
Slide 37 - Tekstslide
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Producten uit het buitenland inkopen.
B
Streekproducten inkopen.
Slide 38 - Quizvraag
Les 3: Genoeg voorraad.
Aan het einde van deze les kun je
Goede
inkoopkanalen
kiezen.
Uitleggen wanneer je voor welk inkoopkanaal kiest.
Producten bestellen.
Slide 39 - Tekstslide
Om genoeg producten in de winkel te hebben liggen, moet een winkelier de producten inkopen. Dat kan via verschillende
inkoopkanalen
.
Bij de producenten zelf.
Op de veiling
Bij een groothandel.
Op een beurs.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Inkopen bij de producent.
Inkopen op de veiling.
Inkopen bij de groothandel.
Inkopen op een beurs.
Dit doet de winkelier met een breed assortiment wanneer er kleine hoeveelheden nodig zijn.
Direct inkopen bij de kweker of fabrikant.
Dit doet de winkelier met een smal assortiment.
Hier koopt de winkelier alleen bloemen of planten. Er worden grote hoeveelheden tegelijk besteld.
De winkelier bezoekt hiervoor een evenement met stands van bedrijven en groothandels. Hier worden nieuwe producten aangeboden.
Slide 42 - Sleepvraag
Wat wordt bedoeld met een 'Voorraad' in een winkel?
A
Dit zijn alleen de producten die in het magazijn liggen en die beschikbaar zijn voor verkoop.
B
Dit zijn alle producten in het magazijn èn in de winkel die beschikbaar zijn voor verkoop.
Slide 43 - Quizvraag
Minimumvoorraad
Maximumvoorraad
Omzetsnelheid
Besteleenheid
Dit geeft aan in welke hoeveelheden het product besteld kan worden, bijvoorbeeld per kilo, per dozijn (12st) of per doos (van bijv. 100 st).
Dit is het aantal producten dat de winkelier altijd op voorraad wil hebben.
Dit is het aantal keren dat een product per dag, week of maand wordt verkocht.
Dit is het aantal producten dat de winkelier maximaal op voorraad wil hebben.
Slide 44 - Sleepvraag